wikkelingen op het gebied van GIS en ICT, maakt AMR nu gebruik van een van breed scala aan GlS-softwarepalcetten. Tijdens het veldwerk wordt gebruik gemaakt van een vel- dapplicatie gebaseerd op Spy. Momenteel worden de dico's verfijnd op basis van de veldwerlcgegevens in een Maplnfo 8.0 met Oracle 9i omgeving. Kartografïe wordt bij AMR ook voor een heel ander doel gebruikt. Alle voortgangs- en plan ningsrapportages worden weergegeven in een kaart. Zo kan op basis van thematische kaarten een planning worden ge maakt of bijgestuurd. De kaart blijkt daarbij efficiënter dan menige tekst! x-\ De afdeling Identificatie behandelt de rijksmonumenten stuk voor stuk om uiteindelijk van elk monument een dico te verkrijgen. In eerste instantie wordt een analyse-status vastgesteld door de perceelgegevens in de ODB te vergelij- Monnikendam te ken met de huidige percelen van het Kadaster en de adres- Amersfoort met gegevens met het bestand Adres Coördinaten Nederland percelen, bebouwing deld. Hoewel deze groep monumenten Digitale contour van monument 8053: de Archeologische monumenten zijn door de afdeling Identificatie apart behan- (ACN). Daarna wordt de dico geconstrueerd op basis van de en achtergrond percelen en de bebouwing uit de GBKN (Grootschalige Ba- topografie. sislcaart Nederland). Hierbij wordt de redengevende om schrijving, de juridische tekst uit de ODB vergeleken met het kaartbeeld en wordt de keuze gemaakt of de dico goed is of dat er een aanpassing nodig is. Deze aanpassing kan een technische aanpassing zijn (bebouwing is onvolledig) of juist een inhoudelijke (welke van de drie percelen is de di co?). Voor die laatste gevallen (circa 15 is de samenwer king met andere werkprocessen van groot belang. Het aan tal monumenten dat door het Identificerend veldwerk moet worden bezocht, blijft zo beperkt tot ongeveer acht duizend objecten. De volgorde waarin de afdeling Identificatie de monumen ten behandelt, is bepaald door de analyse-status. Er wordt van makkelijk naar moeilijk gewerkt; eerst de bulk die hoogstwaarschijnlijk goed is, de monumenten waarbij adressen en percelen kloppen. Vervolgens de lastigere ge vallen. Hierdoor is er steeds meer feeling met de aard van de problemen bij het identificeren gekregen. De verschil lende statussen liggen willekeurig verspreid over Neder land. Er wordt dus niet per gemeente gewerkt. De terugkop peling met andere werkprocessen verloopt in twee richtin gen. Nu eens heeft Identificatie een monument al opgelost terwijl het bij de dossieranalyse of exterieurbeschrijving nog een probleem is, dan weer is het omgekeerde het geval. Het identificerend veldwerk is een leuke maar tijdrovende klus. Om dit werk zo efficiënt mogelijk te maken, is na een probleemanalyse een pilot gedaan met een aantal pro bleemgevallen op een laptop. Op basis hiervan is een aparte veldwerkapplicatie ontwikkeld. Deze applicatie is geopti maliseerd voor het gebruik op een pen-computer. Er moet hoofdzakelijk op een kaart worden geklikt en een checklist per geometrisch object worden afgevinkt. Schrijfwerk wordt tot een minimum beperkt. Een redlining-laag stelt de veldwerker in staat digitale aantekeningen te maken die la ter op kantoor als hulp bij het aanpassen van de dico's wordt gebruikt. De veldwerker maakt foto's die hij georefereert (standpunt en fotorichting). Zo wordt een data base met foto's opgebouwd. De Monnikendam in Amersfoort: waterpoort door twee zware ronde torens geflankeerd, omstreeks 1500. ook in het ODB staan geregistreerd, heeft de ROB een eigen afdeling waar het register wordt bijgehouden, vanaf de aanwijzing ook op kaartmateriaal. Dat laatste stelde AMR in de gelegen heid van alle 1.400 archeologische rijksmonumenten een dico te maken van de oorspronkelijke aanwijzing. Sommige percelen blijken daarbij in dertig jaar niet te zijn veranderd, ande re aanwijzingen liggen nu in een door de ruilverkaveling compleet veranderd gebied. Complicatie bij de archeologi sche monumenten is het feit dat deze al in een GIS zijn vastgelegd, ARCHIS II, maar dat die contouren zijn ingete kend op TOP1 O-niveau waardoor een vergelijking met de kadastrale kaart te onnauwkeurig is. Ook hier heeft een systematische aanpak van de dossiers en de huidige kadastrale situatie tot een behapbaar, planbaar en succesvol resultaat geleid. Van alle monumenten is de oorspronkelijke aanwijzing digi- GEO-INFO 2006-1 14.' i Werkwijze Archeologie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 10