sing is geschikt voor een gebruiker die continu hetzelfde re- A
ferentiestation wenst te gebruiken.
A
Vaste cel
In samenspraak met de gebruiker wordt er vooraf een cel
van referentiestations gedefinieerd. De cel wordt zodanig
gekozen dat het volledige werkgebied van de gebruiker
door deze cel omsloten is.
Binnen de cel wordt één referentiestation als 'master' geko
zen, meestal is dit het meest centraal gelegen station. Van
dit zogeheten masterstation worden alle RTK-correcties
naar de gebruiker verzonden. Aangezien binnen het
cluster, waar de cel deel vanuit maakt, een gezamenlijk am
biguity-level is bepaald, kan van de overige stations uit die
cel (auxiliary-stations) volstaan worden met het sturen van
de verschillen ten opzichte van de correcties van het
masterstation. Met behulp van deze gegevens is de rover in
staat om alle ruwe data van alle referentiestations in de des
betreffende cel te reconstrueren.
De rover beschikt vanaf dat moment over basislijnen vanaf
alle referentiestations in die cel naar zijn positie. Hiermee
vinden vervolgens de netwerkberekeningen op de rover
plaats. Door gebruik te maken van deze multi-baseline op
lossing is de rover in staat om zijn oplossing vanuit meerde
re posities te controleren. Bovendien blijft de data achteraf
te herleiden naar de referentiestations, een controle nader
hand is dus altijd mogelijk! Deze werkwijze is het meest ge
schikt voor gebruikers met een vast omlijnd werkgebied.
Automatische cel
Deze variant is qua techniek en netwerkberekening verge
lijkbaar met de vaste cel. Het voornaamste verschil is echter
dat de cel niet vooraf gedefinieerd wordt. De cel wordt in
dit geval gevormd door het referentienetwerk; de gebruiker
zendt hiervoor zijn benaderde positie naar het netwerk. Op
basis van die benaderde positie wordt er door de netwerk-
software een cel van referentiestations gevormd. In die cel
van referentiestations wordt het dichtstbijzijnde referen
tiestation aangewezen als 'master'. De verdere berekening
gebeurt op vergelijkbare wijze als bij de vaste cel. Deze vari
ant is aan te bevelen voor gebruikers die een steeds wisse
lend werkgebied hebben.
De verstuurde data kan behoorlijk oplopen, met name als
voor de vaste of de automatische cel wordt gekozen. Met de
conventionele dataformaten kan dan niet elke seconde alle
data naar de rover verstuurd worden. Om toch elke seconde
te beschikken over alle correctiedata is een nieuw datafor-
maat ontwikkeld: RTCM versie 3. RTCM is een internatio
naal geaccepteerde standaard voor het uitwisselen van GPS-
data en wordt door alle merken GPS-ontvangers onder
steund. Dit nieuwe RTCM v3 dataformaat is speciaal ont
wikkeld voor het versturen van correcties van meerdere re-
A
Dichtstbijzijnde referentiestation
Bij deze variant hoeft de gebruiker zelf niet te selecteren van
welk referentiestation hij de correcties wenst te ontvangen.
Zodra de GPS-ontvanger in het veld zich aanmeldt op de ser
ver van GlobalNET wordt door middel van de meegezonden
positie van de klant bepaald welk referentiestation het
dichtstbij is. Van dit dichtstbijzijnde referentiestation wor- Vaste cel.
den dan de RTK-correcties naar de gebruiker verstuurd.
A
Automatische cel
ferentiestations. Eén referentiestation
is het zogeheten masterstation, van
waar alle RTK-correcties worden ver
zonden. Van de overige stations (de
auxiliary-stations) worden de verschil
len ten opzichte van het masterstation
verstuurd. Dit verkleint de hoeveel
heid verstuurde data aanzienlijk. Hier
door kan de gebruiker elke seconde
over de volledige hoeveelheid ruwe da
ta van alle stations binnen de desbe
treffende cel beschikken.
Om een onbeperkt aantal gebruikers
toegang te verlenen tot het netwerk te
gen zo laag mogelijke kosten voor de
gebruiker worden de diverse correcties
over internet verzonden via NTRIP.
NTRIP (Networked Transport of RTCM
via Internet Protocol) is als het ware
een vorm van internetradio. De correc
ties, zoals die door het referentienet
werk berekend zijn, worden als conti
nue stroom verzonden naar een inter-
net(IP)adres. De gebruiker in het veld
maakt vanaf zijn GPS-ontvanger ook
een verbinding naar hetzelfde inter
netadres.
Na een controle van zijn gebruikers
naam en wachtwoord krijgt hij toe
gang tot ditzelfde adres. In de tabel
die de gebruiker dan op zijn scherm
te zien krijgt, wordt een keuze voor
het desbetreffende product gemaakt.
De datastroom van dit product wordt
vervolgens doorgelust naar de GPS-
ontvanger in het veld. Zodra de data-
stroom eenmaal loopt, is de gebrui
ker continu voorzien van de benodig
de correcties. De internetverbinding
die de gebruiker in het veld hiervoor
nodig heeft, wordt mogelijk gemaakt
door middel van een gsm-toestel met
sim-kaart, waarbij het abonnement
van de sim-kaart wordt uitgebreid met
een GPRS abonnement. Deze techniek
maakt het mogelijk om overal waar
het mobiele telefoonnetwerk dekking
heeft, mobiel gebruik te maken van
internet. Eén van de grote voordelen
van GPRS is dat de verrekening niet op
GEO-INFO 2006-1
NTRIP
A
A
A
A
A