waardoor de consument nooit mis
hoeft te grijpen. Pauwels noemde
de TomTom een nooit-geweten-dat-ik-
het-nodig-had-hulpmiddel dat menig
echtelijke onenigheid voorkomt: het
traditionele kaartlezen door de
bijrijd(st)er behoort immers tot het
verleden. De ontwikkelingen gaan
door: richting real time- en hybride
navigatiesystemen, waarin ook dyna
mische gegevens als files of flitspalen
worden opgenomen, en richting een
standaard-inbouw van navigatiesyste
men in nieuwe auto's.
Friso van Oranje, directeur van TNO
Space, was de volgende spreker. Hij sig
naleerde een toenemende vraag naar
ruimtevaart-gerelateerde producten.
Als we denken aan klimatologische in
formatie en informatie waarmee na
tuurrampen kunnen worden voor
speld dan bestaat de doelgroep uit
liefst zes miljard (aard)bewoners. Een
pro-actieve overheid, samenwerking
en visie zijn nodig om op die informa
tievraag in te kunnen spelen en de aan
wezige kennis om te zetten in bruikba
re toepassingen. Van Oranje stelde ech
ter bezorgd vast dat de (financiële)
steun voor ruimtevaartprojecten af
kalft, wat ook tot uiting komt in de be
perkte participatie van Nederland in
EU-consortia. Visie en leiderschap wor
den node gemist en het wordt tijd dat
na Krayenhoff en Schermerhorn in de
vorige twee eeuwen ook in onze tijd
weer iemand het roer stevig in handen
neemt. Hij riep het geo-veld op om een
geschikte kandidaat te gaan zoeken.
Na de thee waren alle ogen gericht op
Luc Kohsielc, plaatsvervangend direc
teur-generaal van Rijkswaterstaat. Hij
gaf onder de titel 'van geo-uitvoerder
naar geo-regisseur' de veranderende
rol van RWS in het werkveld weer en
vroeg zich af waarom het toegankelijk
maken van overheidsinformatie in de
praktijk toch zo moeizaam verloopt. In
noodsituaties lukt het soms wél en hij
refereerde aan een regionale rampen
oefening in Borssele waarbij de fire
walls van alle deelnemende organisa
ties even geslecht werden. Hij wenste
het werkveld de inzet van de overheid,
het lef van Google en het inzicht van
TomTom toe. Pas dan zullen de para
meters x, y, z en t even robuust kun
nen worden als het NAP, aldus Koh
sielc, die Rijkswaterstaat meteen als
proeftuin beschikbaar stelde.
Dagvoorzitter
Frits Brouwer.
Tot slot kreeg Guido Thys, voorzitter van de Stichting Hu
mor, de lachers op zijn hand. Hij was na zorgvuldig en
meerjarig onderzoek tot de conclusie gekomen dat er in de
geo-informatiebranche geen toekomst meer zit en wilde de
zaal dan ook snel verlaten. Op verzoek van de dagvoorzitter
maakte hij toch het half uur vol door aandacht te schenken
aan het bestaansrecht van organisaties. Successen uit het
verleden zijn volgens Thys een obstakel voor de toekomst
en daarom moeten we voor onze overlevingskansen alle be
staande systemen omgooien en vooral de klant als individu
benaderen. Ondernemerschap wordt op deze manier weer
plezant, aldus de Belgische bedrijfsverloslcundige.
Frits Brouwer kon het in zijn afsluiting niet laten om een
verwachting uit te spreken over het congres en voor het
weer in de komende dagen: samengevat waren die respec
tievelijk 'goed' en 'slecht'. Beide zijn uitgekomen...
y>y
Dagvoorzitter prof. Jaap Besemer stelde in zijn inleiding
dat we deze dag vooral 'de diepte in' zouden gaan: 's och
tends de structurering van het veld en 's middags de ont
wikkelingen. In de eerste presentatie, een dubbelpresenta-
tie eigenlijk, kwamen de basisregistraties aan de orde on
der het motto 'een gegeven blijft een gegeven'. Als eerste
legde Dirk Jan van der Linde (ICTU) uit dat de basisre
gistraties onderdeel zijn van een breder streven om te ko
men tot een klantgerichte, betrouwbare overheid die haar
zaken op orde heeft. Er zijn in Nederland ongeveer 1.600
overheidsuitvoeringsorganisaties die nu veelal eigen be
standen gebruiken maar binnenkort verplicht gebruik gaan
maken van de basisregistraties. Aan deze registraties wor
den hoge eisen gesteld, zoals: de registratie moet bij wet
zijn geregeld, de gebruikers hebben een terugmeldplicht,
er is een eenmalige gegevensverstrekking aan de burger. In
2003 heeft het kabinet zes basisregistraties aangewezen. In
de periode 2007-2009 moeten ze operationeel worden; een
forse opgave. De gemeenten spelen een cruciale rol bij de
l opbouw en het beheer van de basisregistraties: zij zijn im
mers de beheerder en zij hebben de meeste contacten met
de burger. Vervolgens vertelde Marthe Fuld over de Basis-
GIN Prijs 2005
Het dagelijkse bestuur van Geo-Informatie Nederland heeft de
GIN Prijs 2005 toegekend aan Adri den Boer in de vorm van 'Lid
van verdienste van GIN'. De overwegingen zijn als volgt. Den Boer
is als vrijwilliger langjarig (sinds 1983!) actief bij Geo-Informatie
Nederland en haar voorgangers. Hij is een van de steunpilaren
van de redactie van Geo-Info en heeft altijd een positieve bijdrage
geleverd aan de voortgang van ons vakgebied. Den Boer wordt als
inspirator, zelfs als nestor omschreven en zijn actieve bijdragen
aan de vele gremia (volgens insiders een echt Adri-woord) is
bewonderingwaardig. De prijswinnaar was helaas verhinderd
omdat andere verplichtingen hem weerhielden om tijdens de be
kendmaking in Amsterdam te zijn. De uitreiking van de GIN Prijs
2005 vond daarom feitelijk plaats bij zijn afscheid bij Rijkswater-
staat/AGI op 29 november 2005. GIN-secretaris Wilbert Wouters
overhandigde hem, als concrete blijk van de prijs, de recentelijk
verschenen 'nieuwe' uitgave van de Atlas Maior van Blaeu. Zowel
de GIN Prijs als het (zware) boekwerk werden door Den Boer in
dank aanvaard.
Jan Willem van Eek
GEO-INFO 2006-1
Dag 2: Structureren van de geo-informatie