BOEKBESPREKING
Atlas Maior
Joan Blaeu, Atlas Maior van 1665. Inleiding en teksten van Peter van der Krogt, Taschen
Keulen, 626 p., ISBN 38228 4680 5, prijs 150.
Van de Atlas Maior van de Amster
dammer Joan Blaeu (1599-1673) is
sinds 2005 weer een nieuwe betaalbare
editie te koop. Dat leidde opnieuw tot
aandacht voor historische kartografie
bij een breed publiek dankzij royale
boekbesprekingen in dagbladen zoals
bijvoorbeeld De Volkskrant (29-20
2005) en NRC Handelsblad (09-12
2005). De oorspronkelijke atlas ver
scheen van 1663 tot 1665 in elf banden
met 596 kaarten en drie- tot vierdui
zend pagina's beschrijvingen (afhanke
lijk van de editie). Hij was zo mooi en
duur dat er veel exemplaren goed -
soms zelfs in speciale kabinetjes - be
waard bleven. Soms komt er wel een
exemplaar in de antiquarische handel.
Sotheby's in Londen veilde er recent
een exemplaar voor 170.000 en het is
fijn dat die niet gesloopt is om de kaar
ten los te verkopen...
Het zal duidelijk zijn dat het in de
nieuwe uitgave gaat om een selectie en
om verkleinde kaarten maar er zijn
ook bijvoorbeeld vergrotingen op uit
klappagina's! Het gereproduceerde
exemplaar is uit de Nationale Biblio
theek van Oostenrijk waarop uitzon
derlijk veel en goed was ingekleurd. De
bekende Duitse plaatwerkuitgever Ta
schen Verlag liet in Italië de
fraaie bibliofiele editie drukken
met teksten in het Nederlands,
Engels en Frans en een aparte
stofomslag voor elk van deze ta
len. Historisch-kartograaf Peter
van der Krogt van de Universiteit
Utrecht leidt de atlas in. Blaeu's
Atlas Maior was het antwoord op
de Novus Atlas uit 1658 van con
current Janssonius en het kan
verkeren: diens titelpagina is nu
afgebeeld in de inleiding van de
Atlas Maior (p. 48). Beide uitge
vers waren geen landmeter of
kartograaf; hun kopieerlust was
groot en dat betekent dat de niet-
homogene spreiding en actua
liteit van de kaarten van de be
schikbaarheid en het aanbod af
hing. Kortom een boeiend ratje
toe (als nu nog bij GIS'sen!).
Bij de Hollandse kaarten heb ik
niet te klagen over de presentie
van mijn woonplaats Nieulcerck maar
de detaillering van Schieland is niet
die van de Beemster, de Schermer en
zeker niet de Zijpe met perspectivische
boerderijen en een schaalstok met
"Sypse Lant Roeden". Waren de eigena
ren van de Noord-Hollandse droogma
kerijen ook de beoogde klanten van
Blaeu of was opname alleen omdat de
kaarten recent klaar waren? Deze pol-
derkaarten kunnen de 21e eeuwse le
zer uit andere publicaties bekend zijn
maar een eerdere Atlas Maiorselectie,
"Blaeu en de grote atlas van de wereld
in de zeventiende eeuw" (Zuid Boek
producties, Lisse 1997), gaf uit die serie
van zes bijvoorbeeld alleen de Scher
mer maar weer. Boeiend is er veel
meer: niet alleen de cartouches (ver
sierde tekstkaders) maar zelfs de vele
verschillende afstandsmaten over de
hele atlas zijn imponerend. Mede
dankzij schaalstokken viel er toch mee
te leven!
Blaeu's Band 1 met Noorwegen en De
nemarken bevat ook een opmerkelijke
prentenserie van het observatorium
van de astronoom Tycho Brahe (1546
1601) op het eiland Hven in de Sont.
Het gaat om gigantische kwadranten
om de altitude en het azimut van de
zon en de sterren te bepalen, om astro
nomische sextanten en parallactische
instrumenten om zenitafstanden van
sterren te meten. Nu net de Leidse
kwadrant van Snellius dankzij de nieu
we replica weer voor het voetlicht
komt, is dat interessant instrumenteel
vergelijkingsmateriaal. (Inhoudelijk
zijn er al vergelijken gedaan in: N.D.
Haasbroek, Gemma Frisius, Tycho Bra
he and Snellius and their triangula-
tions, Delft 1968.) Rest nog om te ver
melden dat Blaeu van plan was om een
tweede allasreeks te maken met zeeën
en een derde reeks met hemelkaarten.
Daar kwam hij nooit aan toe.
Persoonlijk ontving ik de atlas als een
gewaardeerd GIN-gesclienk (Geo-info
2006-1, p.27), waarbij sommigen een
bespreking verwachtten. Dat laat hoop
ik onverlet om dat evenwichtig te
doen. Kritiek op het gewicht van het
boek zou flauw zijn en ik heb echt
geen andere kanttekening dan dat een
enkele keer in de moderne geleide-
tekst de Engelse 'work rooms' in de op
volgende Nederlandse tekst ook 'werk
kamers' heten. Zoiets heb je bij inter
nationale meertalige edities. Dat was
in de zeventiende eeuw wel anders.
Een kaart met forten langs de Schelde
had alleen een Nederlandse beschrif-
ting en daarom kwam er bovenaan een
lijstje met Latijnse vertalingen van de
meest voorkomende woorden.
Adri den Boer
TOANfeLAEU
■DriiHiHTvii ï\v-tu*>\>fi ii.vx oik
if \t\
GEO-INFO 2006-2