"Meetkunde opnieuw uitgevonden' zen wordt op het weglaten van gehei me militaire objecten en vooral of kaarten de situatie weergeven van het moment van uitgave. Dure koperpla ten werden lang hergebruikt en bij een herdruk werd soms alleen het jaar tal aangepast. Naast vele kaarten van plannenmakers en van gedrukte topo grafische kaarten, zijn er ook zoge naamde landmeterkaarten geselec teerd. Van Jan Rutgersz. van den Berch zijn dat er wel drie uit de periode 1599 1606. Integraal en nog in detail is een kaart van Lunetten van Hendrik Ver stralen uit 1626 opgenomen. W. de Roy - telg uit een hele Utrechtse landme tersfamilie - maakte in 1714 een kaart van de Rijnbocht tussen Utrecht en Vleuten die anno 2005 het drukken nog waard is! Kaarten van kadaster landmeters zijn ook present. Een van de weinige onvolkomenheden die een recensent kan aantreffen is de pleo nastische aanduiding "het oudste ka dastrale minuutplan" bij een kadastra le kaart van circa 1832 van de Steen weg en omgeving (alleen de eerste kaarten uit de periode 1812-1835 he ten immers minuutplan). Eén van de 35 hoofdstukken uit de atlas draagt trouwens als titel "Het kadaster" en be spreekt met waardering de mogelijk heden van die registratie om uiteenlo pende onderwerpen in kaart te bren gen. Ook wordt beschreven en getoond dat de kadastrale opmetingen uit het begin van de negentiende eeuw veel vuldig als basis dienden voor nieuwe stadsplattegronden en topografische kaarten. Voor een uitgebreide behan deling van de opgenomen kaarten ver wijst de auteur naar M. Donkersloot-de Vrij, Kaarten van Utrecht, uit 1989. Adri den Boer Op 9 december 2005 promoveerde Iris van Gulilc-Gulikers aan de Rijksuniversiteit Groningen tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschap pen. Haar dissertatie - mede mogelijk gemaakt door een NWO-bijdrage - had als titel: "Meetkunde opnieuw uitge vonden. Een studie naar de waarde en de toepassing van de geschiedenis van de meetkunde in het wiskundeonder wijs". De reden voor aandacht in dit tijdschrift blijkt compact uit stel ling IV: "Originele zeventiende- eeuwse landmeetkundige proble men geven aanknopingspunten voor praktische opdrachten die leerlingen kunnen aangrijpen om als wiskundigen uit vervlogen tij den zelf zaken te ontdekken en uit te voeren. Het onderzoek sloeg een brug tus sen de theoretische uitgangspunten van wetenschappers en historici en de meer praktische vragen van lera ren in het voortgezet onderwijs en ontwerpers van onderwijsmetho den. Twee onderwerpen uit de ge schiedenis van de wiskunde werden in het onderzoek naar voren ge bracht. Het eerste is de ontwikke ling van het beroep van de Neder landse landmeter in de zeventiende eeuw (en het tweede de geschiede nis van de niet-Euclidische meet kunde), Vanaf de zeventiende eeuw verschenen er landmeetkundeboe- ken in de Nederlandse taal. Werken als de 'Practijck des Lantmetens' en 'Van het gebruyck der Geometrijschc in strumenten' van Sems en Dou, Cardin- aels 'Hondert geometrische questien', Van Nispens 'De Beknopte Lantmeet- konst', de 'Werkdadige Meetkonst' van Morgenster, de 'Meetkonst' van Ramus en de 'Opera Mathematica van Maro- lois zijn beschreven en afgebeeld. Het historische bronnenmateriaal hieruit is in dit onderzoek geïntegreerd in les materiaal voor de tweede en derde klassen havo en vwo als vervanging van de hasisleerstof over 'gelijkvormig heid'. In het onderwijsontwerp 'De ze- ventiende-eeuwse Nederlandse land meter' worden leerlingen geconfron teerd met probleemstellingen in de historische context én in de oorspron kelijke Oudnederlandse taal. Ze bepa len torenhoogten en werken met een Jacobsstaf. Via vragenlijsten, lesobser- vaties en gesprekken zijn onderzoeks resultaten verzameld. Derde-klassers bleken bijvoorbeeld positiever te rea geren op de integratie van de geschie denis van de wiskunde dan tweede klassers. Het proefschrift wordt afge rond met aanbevelingen aan ontwer pers van historisch getinte onderwijs- ontwerpen, schrijvers van onderwijs methoden, curriculumontwikkelaars, leraren in het voortgezet onderwijs en lerarenopleiders over hoe de geschie denis van de wiskunde opgenomen kan worden in het wiskundeonder wijs. Naast vervanging van de gewone lesstof kan het daarbij ook gaan om verrijkingsstof in de vorm van extra onderzoeksopdrachten en bij vak overstijgende projecten! Het is een uniek proefschrift, zinvol gelardeerd met veel illustraties. Er wordt zelfs verslag gedaan van initi atieven van docenten voor uitbrei ding van het project. Een school in Delft werd ontvangen door wat nog heet de Faculteit der Geodesie, in Heerhugowaard gaf het Kadaster GPS-uitleg en in het Noordelijk Scheepvaartmuseum werd kennis gemaakt met instrumenten. "Een klas op een school in Amsterdam heeft bezoek gehad van de afdeling Geo-informatie van Amsterdam. De ze is onder andere verantwoordelijk voor de (digitale) kaart van Amster dam en voert opdrachten voor het Kadaster uit," aldus het proef schrift. De omslag is een montage foto met dank aan TU Delft, Afde ling Geodesie en bij de literatuur ontbreekt werk van Pouls in Geodesia niet. Kortom: de Groningse dissertatie van een lerares wiskunde uit Zwolle is ook een feest der herkenning voor geodetisch Nederland! Adri den Boer GEO-INFO 2006-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 40