Deze doelstellingen zijn met deze bench mark gehaald. Overigens heeft deze benchmark zich beperkt tot de bedrijfs voeringsaspecten. In discussies achteraf over de geconstateerde verschillen is, ter verklaring van die verschillen, vooral ge keken naar de actualiteit en de inhoud van de door de deelnemende gemeenten opgebouwde bestanden en minder naar de kwaliteit van die bestanden. De benchmark als gevaarlijk instrument In VNG-magazine van 17 juni 2005, geeft Irma Woestenberg, gemeentesecretaris 's-Hertogenbosch, haar visie op benchmarks, onder de titel "Benchmark is vaak karikatuur". Een paar citaten: "Ik verzet me tegen het idee dat benchmarks een beeld geven van de werkelijkheid bij gemeentenVisie, beleid, bestuurs kracht, realisatievermogen en effectiviteit zijn door benchmar king niet te onderzoeken." "Een tweede bezwaar is de verregaande versimpeling van bench marks. Ik begrijp de behoefte om de wereld in een beperkt aan tal kengetallen te willen vatten." "Benchmarking kan, door zijn aard, leiden tot een verschuiving van inhoud naar vorm, van kwaliteit naar kwantiteit, van diep gang naar oppervlakkigheid." "Vergelijking met andere gemeenten kan soms een nuttig hulp middel zijn voor de beleidsvoorbereiding en de bedrijfsvoering." "Besturen is meer dan tot honderd kunnen tellen." Twee weken later verscheen een reactie van Han Tak, Dharma Tjiam en Hanneke Propitius van het Onderzoeks- en Adviesbureau van de VNG, getiteld "Meedoen aan benchmarks is leren van elkaar". Ook daaruit wat citaten: "Meedoen is belangrijker dan winnen Want meedoen aan benchmarks betekent vanuit onze visie: van elkaar leren." "Benchmarking kan twee doelen dienen: verantwoording afleg gen of leren." "De essentie is dat de cijfers worden gebruikt om bij elkaar in de keuken te kijken en daardoor niet steeds het wiel te hoeven uitvinden." "Het gaat vooral om het verklaren van de verschillen tussen organisaties, het verhaal achter de cijfers." Gewaarschuwd en gesterkt door deze wijsheid, wordt in dit artikel een overzicht gegeven van de leerpunten uit de benchmark, waarbij we proberen de valkuilen te ontlopen. En is telkens het verhaal achter de cijfers gezocht. 140 120 C 100 tf fifl *CRJ €40 cao £- 4.500 4 H 3.TO 3.000 25CO 3JW \3X> ITO UfirfüC unuJ urtn De deelnemers De vijf deelnemers aan deze benchmark hebben elkaar min of meer bij toeval getroffen. In diverse overleggen waren ze samen deelnemer en het bleek dat werkzaamheden, pro blemen en inzichten overeenstemming vertoonden. Ook omvang en organisatie waren in voldoende mate vergelijk baar om een benchmark kans van slagen te geven. Tabel 1 geeft een paar kerngetallen over de gemeenten; alle tabel len zijn het gemiddelde resultaat van alle vijf deelnemers. De vijf deelnemende gemeenten zijn overigens geen 'ge middelde' gemeenten, zouden die al bestaan. Het aandeel bebouwd gebied binnen deze (grotere) gemeenten is veel groter dan bij plattelandsgemeenten. Ook zijn alle deel nemers zogeheten 'zelfmuterende gemeenten': gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van een GBKN- bestand en deelnemers in een regionaal samenwerkings verband (RSV). Inwoners 144.000 Particuliere huishoudens 65.500 Oppervlakte totaal (lcm2) 109 Oppervlakte land - stedelijk (km2) 44 Oppervlakte land - niet stedelijk (km2) 39 Oppervlakte water (km2) 26 Tabel 1. Kerngegevens (gemiddelde van de vijf gemeenten) Tarieven De werkzaamheden worden voor het grootste deel uitge voerd door medewerkers op MBO(+) niveau, de aansturing vindt plaats door medewerkers op HBO(+) en academisch ni veau. De tarieven zijn per functieschaal bepaald en daaruit zijn vier functiegroepen afgeleid (tabel 2 en grafiek 1). De tarieven zijn integrale kostentarieven. Dat houdt in dat alle kosten van de organisatie in de tarieven verdisconteerd zijn: salarissen, sociale lasten, reiskosten, meetapparatuur, meetwagens, huisvesting, hard- en software, etc. Het gewo gen gemiddelde tarief (totale kosten gedeeld door totaal aantal uren) komt uit op bijna 53. Daarvan vormen 33 sa lariskosten (inclusief sociale lasten), de overige 19 bestaat uit overhead. Grafiek 1. Tarief en uren per functiegroep. Functiegroep tarief aantal uren LBO LBO+ 48,85 1.628 MBO MBO+ 53,83 4.013 HBO HBO+ 66,43 531 Academisch 78,44 179 Uitbesteed 204 Totaal 6.555 Gewogen gemiddelde 52,61 Tariefsopbouw Salariskosten 63% Overhead 37% Tabel 2. Tarieven GEO-INFO 2006-2 log t MH> LUC" VBO' HBC" m

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 7