r
il"
!r -i
♦S&.'
u
J-
a
-1
V*
Deze tarieven zijn hoger dan de tarieven van veel inge- GBKN met
nieursbureaus; vooral kleine bureaus werken met duidelijk
lagere tarieven. Een verklaring voor deze hogere tarieven is
de hoge overhead bij een gemeente waar een groot appa
raat (mede) drukt op de tarieven van de uitvoerende onder
delen. Bovendien wordt in ons vakgebied relatief dure ap
paratuur gebruikt, die vaak drukt op een relatief kleine
groep mensen, die veelal verspreide en verschillende soor
ten van geodetische activiteiten (metingen) binnen relatief
korte tijd moet verrichten. Vooral bij gemeenten geldt dat
zij het totale landmeetkundige werkveld afdekken en alle
daarmee samenhangende apparatuur nodig hebben. De ge
meenten investeren ook veel in middelen (vooral software)
en huisvesting. Een ander aspect dat het hoge gemiddelde
tarief in de hand werkt, is het gegeven dat de landmeetkun
dige medewerkers bij een gemeente in staat zijn alle soor
ten werk uit te voeren, van complexe maatvoering tot 'een
voudige' GBKN-bijhouding. De medewerkers zijn deels over-
gekwalificeerd voor dit werk. Bij een grote organisatie zou
men tot specialisatie kunnen overgaan en voor GBKN-bij
houding minder goed betaalde krachten kunnen inzetten.
Een verder verschil met het bedrijfsleven is dat het aantal
productieve uren hoger ligt in het bedrijfsleven dan bij een
gemeente. Bij gemeenten is (vaak) meer ruimte voor vak
ontwikkeling en intern overleg. Bij uitbesteding aan de
markt zal de gemeente echter meer inspanning in de regie
van het werk moeten steken. Er treedt dan een beperkte ver
schuiving op van meet- en verwerkuren naar uren project
leiding.
Alle deelnemende gemeenten vervaardigen een bestand dat
meer bevat dan de norm-GBKN (tabel 3). De extra topografie
bestaat uit informatie over vlakken (objectgerichte GBKN)
en/of plus-topografie, vooral puntobjecten. Overigens ver
schilt dat sterk per gemeente. 's-Hertogenbosch wint bij
voorbeeld praktisch geen plus-topografie in terwijl de ge
meenten Almere, Eindhoven en Maastricht juist veel plus-
topografie inwinnen. Het verschil tussen norm-GBKN en ge
meentelijke GBKN is klein voor de harde topografie (bebou
wing): het gaat slechts om ongeveer 1%. Overige topografie
bevat 31% meer punten en de semantiek 80%. Deze laatste
vormt echter slechts een klein deel van de inhoud. Voor de
volledigheid wordt opgemerkt dat alle tellingen van pun
ten (totaal omvang en mutaties) zijn uitgevoerd met
GBKNtel versie 1.2.31. De instellingen voor bogen en colli-
neariteit zijn daarbij op de minimale waarde gezet (0,001
m) zodat punten, die door de software ontstaan (opknippen
van bogen in kleine rechtstanden) en door snijding van lij-
plus topografie,
Helmond.
Tabel 3.
Omvang GBKN.
nen die niet in de norm voorkomen,
niet meegeteld zijn. Ook zijn de verval
len punten niet meegeteld.
De ontwikkelingsfase van een gemeen
te is een mede bepalende factor voor
de omvang van de mutaties. Gemeen
ten met veel uitbreidingsgebieden zul
len in de regel een hoge dichtheids
graad aan mutatiepunten hebben en
kunnen dus efficiënter de bijhouding
vormgeven dan een gemeente die 'af
is en waar met inbreidingen en recon
structies (dus met relatief kleine muta
ties) de leefbaarheid van de stad wordt
verbeterd. Eén van de deelnemende ge
meenten besteedt de opsporing en in
winning van de mutaties uit en meent
dat daardoor de volledigheid positief
beïnvloed wordt en er daardoor meer
mutaties opgespoord en gemeten wor
den. Daartegenover staat dat gemeen
ten juist als regievoerder over de stad
direct zicht hebben op veranderingen
in (in ieder geval de openbare) ruimte
en er ook belang bij hebben om die
mutaties in de eigen GBKN verwerkt te
krijgen. Juist het als gemeente zelf op
sporen en inwinnen van mutaties zou
daardoor bij kunnen dragen aan de
volledigheid van de gesignaleerde mu
taties. Mede daardoor leeft in het alge
meen de mening dat volledig uitbeste
den niet verstandig is. Je wordt sterk
afhankelijk van derden en ontgroeit
het proces op een gegeven moment
waardoor verantwoord uitbesteden
(dat meer dan alleen financiële aspec
ten betreft) erg lastig wordt. We gaan
er van uit dat als belanghebbende par
tij de gemeenten zelf het meeste be
lang hebben bij een goed product, an
ders zitten ze ook zelf met de ellende.
Bij uitbesteding is er slechts één prik
kel en dat is die van het financiële ge
win. Wel is het zo dat bij uitbesteding
van een deel van het werk prima verge
leken kan worden met de eigen kost
prijs van een punt. Om die reden beste
den sommige gemeenten altijd een
deel van het werk uit aan de markt.
Omvang GBKN
gemiddelde
per km2 land
Normbestand
Harde topografie
361.811
4.382
Overige elementen
623.499
7.551
Semantiek
57.147
692
Totaal
1.042.458
12.625
Gemeentelijk bestand
Harde topografie
364.634
4.416
Overige elementen
818.769
9.916
Semantiek
102.609
1.243
Totaal
1.286.012
15.575
GEO-INFO 2006-2
-YXjl; L I
H J£S cjs
P
1
m
fl i
11
ilrrfa
T
.41
■I
4* i J 'Wm p 1 1 «v» A
B
j 1
I.
«1
n f
lv
F
1
E
i
"1
i -
y
5
ft. J
■i
fl
A
4
üLs
ii i^m fi
m m
Bi
Mi
W m m
i
I
Omvang bestanden en mutaties