Omdat in een digitale omgeving kan worden in- en uitge
zoomd en dus de schaal tijdens het raadplegen door de ge
bruiker kan worden gevarieerd, krijgt het begrip 'schaal'
een andere betekenis. Toch zullen ook in de toekomst ruim
telijke plannen op een specifieke schaal, of voor een be
paald schaalbereilc, worden vastgesteld. Dit heeft conse
quenties voor de digitale omgeving. Een gebruiker zou bij
voorbeeld moeten worden beperkt bij het inzoomen op pro
vinciale indicatieve planlcaarten omdat die op een schaal
groter dan 1:25.000 een nauwkeurigheid veronderstellen
die niet klopt met het gepresenteerde. Bij onbeperkte in-
zoommogelijkheden zou de gebruiker verkeerde conclusies
kunnen trekken. Een andere oplossing voor het weergeven
van het indicatieve karakter van plannen om een juiste
interpretatie af te dwingen zou het 'fuzzy' weergeven van
planinformatie kunnen zijn. Deze problematiek raakt aan
het RGI-project waarin onzekere planobjecten centraal
staan (www.geo3.nl).
De digitale omgeving maakt het ook mogelijk om verschil
lende informatiebronnen te combineren. Er kunnen bijvoor
beeld verschillende type plannen op verschillende manieren
met elkaar worden geïntegreerd of vergeleken: a) verschil
lende plantypen voor eenzelfde gebied, b) hetzelfde planty
pe in aangrenzende gebieden en c) hetzelfde plan, of ver
schillende type plannen die op een verschillend tijdstip ge
maakt zijn. Het combineren van een bestemmingsplankaart
met een indicatieve plankaart of het combineren van indica
tieve planlcaarten, die vastgesteld zijn op verschillende be
leidsniveaus (zoals in fig. 4), is niet altijd zinvol. Dit zou
daarom niet onbeperkt mogelijk moe
ten zijn. Doordat de plannen op ver
schillende schalen zijn vastgesteld,
kunnen bij het combineren immers
verkeerde conclusies worden getrok
ken. Een natuurbeschermingsgebied
dat grenst aan een stedelijk gebied, en
dat vastgesteld is met scherpe grenzen
op een schaal 1:50.000, zou bijvoor
beeld voor een klein gedeelte kunnen
overlappen met een woondoeleinden
gebied in een bestemmingsplan vanwe
ge niet-samenvallende grenzen als ge
volg van nauwlceurigheidsverschillen.
Planondergronden zijn 'lcaartlagen'
waarop ruimtelijke planlcaarten wor
den geprojecteerd. Deze lcaartlagen be
vatten aanvullende (meestal topografi
sche) informatie over het gebied zodat
betekenis en locatie wordt gegeven
aan de planinformatie. De planonder
grond vervult een oriëntatiefunctie en
fr
O
Fig. 4. Streekplan Utrecht 2005 - 2015 (Provincie Utrecht2004), plankaart,
geprojecteerd in Nationaal plan Nota Ruimte, kaart B (fig. 3), bron:
www.provincie-utrecht.nl/piyutr/internet/ruimtelijk.nsf/all/1.3.7.l?opendocument).
Oorspronkelijke schaal 1:100.000. De ondergrond is afkomstig van de provincie Utrecht.
M
W
V
'■ri-
i
•tt
GEO-INFO 2006-3
Ptviknrl jln>ecplin ULradhl
I
If
ITCfi-nj&tV-M MSI rfM Mfe-ritiaf
I
Br -r .--.rrr^ n
tttarc
l.HiH-4 J.
I
II I frW
i»
fPS-SC J
-5
rr inol
a«I
4 ■rinrr-lU'iW-i
w*
iiM^ri Hir|
4
Wi\É -firiifc!
vb- -if ÜH-w* bdr"(HtWHs H
IT.1NP
i-.j-
Ondergronden
profwcig ee Utrecht
r