Actuele Wageningse studie p basis van de kwaliteit van het Nationaal Clearing house Geo-Informatie zou Nederland anno 2005 een ontwikkelingsland genoemd kunnen worden." Dat is de tweede stelling behorend bij het proefschrift National spatial data clearinghouses. Worldwide development and impact. Ir. J.W.H.C. (Joep) Crompvoets promoveerde hiermee op vrij dag 20 januari 2006 in een volle aula van Wageningen Uni versiteit bij prof.dr.ir. A.K. Bregt. Zijn onderwerp is ook ac tueel in Nederland waar de impuls door een geplande fusie van de stichting Nationaal Claeringhouse Geo-informatie (NCGI) met de moederstichting Ravi nog wacht op het nieu we GI-beraad van topambtenaren. Crompvoets sprak overigens al op de tweede dag van het eerste GIN-congres over 'Wereldwijde beoordeling van na tionale Geo-informatie infrastructuren, met bijzondere aandacht voor nationale clearinghouses'. Adri den Boer, redacteur Samenvatting De laatste jaren is in veel landen een aanzienlijke hoeveel heid middelen geïnvesteerd in een eigen nationaal clea ringhouse voor geo-informatie. Het aantal neemt continue toe: was de VS in 1994 de eerste, eind 2002 bleken 67 landen zo'n clearinghouse te hebben en in april 2005 83 landen. Doelen daarvan zijn een efficiënter beheer en gebruik van gegevens, verlaging van de productiekosten daarvan en zelfs het voorkomen van meervoudige inwinning (de samenvatting van het proefschrift heeft het bescheiden over het voorkomen van 'duplicatie' van gegevensinwin- ning!). De clearinghouses kunnen beschouwd worden als het toegangsnetwerk van een nationale geo-informatie infrastructuur waarmee de ontsluiting van landelijke ruim telijke gegevens en gerelateerde diensten via het internet wordt gefaciliteerd. Een dergelijke faciliteit bestaat ge woonlijk uit verschillende servers die informatie (metada ta) bevatten over de beschikbare digitale gegevens. De hoofddoelstelling van het proefschrift is het wereldwijd analyseren van de ontwikkeling en invloed van nationale clearinghouses evenals de invloed van de samenleving op Promovendus met paranimfen. deze clearinghouses. De belangrijkste resultaten zijn kritieke succesfactoren die een nationaal clearinghouse posi tief kunnen beïnvloeden. Met deze re sultaten kunnen clearinghouse-coördi- natoren en beleidsmakers worden ondersteund bij de ontwikkeling van strategieën voor de opzet en het onder houd van clearinghouses. Door deze ondersteuning beoogt dit proefschrift een wezenlijke bijdrage te leveren aan de verbetering van nationale clearing houses en nationale geo-infrastructu- ren in veel landen. Met instemming ci teert Crompvoets overigens Rajabifard e.a. uit 2002: "Excellente geo-informa tie infrastructuren zijn permanent 'under construction..." Sinds 2005 is Crompvoets, werkzaam bij het Cen trum voor Geo-informatie bij Wage ningen Universiteit, projectleider van het project 'Development of Frame work to Assess National Spatial Data Infrastructures' van het Bsilcprogram- ma Ruimte voor Geo-informatie. Wel licht is het ook voor het eerst dat een proefschrift bij de referenties het Bsik Knowledge Project Proposal 'Space for Geo-information' van de stichting Ravi uit 2003 noemt! Op het GIN-congres karakteriseerde Crompvoets het Nederlandse NCGI met 'slecht beheer, weinig inhoud, weinig gebruik' en sug gereerde hij een continue financiering door de overheid ad anderhalf miljoen euro per jaar! En hoewel de promoven dus bij landen met een hoge levens standaard nationale clearinghouses zag en bij landen met een lage niet, concludeerde hij nu toch: "Wealth is not the dominating factor". Verdediging De promotiecommissie bestond naast prof.dr. I. Masser en dr. A. Rajabifard van de Universiteit van Melbourne uit prof.dr.ir. A. van den Brink van Wage ningen Universiteit en prof.dr. H.J. Scholten van de VU, beiden ook be trokken bij het NCGI. Van den Brink vond de definitie en benadering van een clearinghouse instrumenteel en zag liever de SDI als uitgangspunt ("Zal er wel plaats zijn voor een clearinghouse GEO-INFO 2006-3 Crompvoets gepromoveerd op clearinghouses

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 38