meteen duidelijk zijn dat de markt
klaar is voor een distributie van
TOPIONL in GML. Dat de invoering van
GML ook leeft bij de GIS-leveranciers
was wel duidelijk door het zeer brede en
enthousiaste deelnemersveld: Ionic,
Bentley, ESRI, Cadcorp, Snowflake,
Intergraph en Autodesk waren van de
partij
Afgezien van verschillende presenta
ties, met achtergrondinformatie over
TOPIONL, NEN3610 en GML, was het be
langrijkste deel van de estafette toch
wel het doorgeven van de bestanden. De
volgorde van de deelnemers werd door
het lot bepaald. Iedere deelnemer kreeg
25 minuten voor het live demonstreren
van het lezen, bewerken en schrijven
van het bestand. Als de deelnemer zijn
bestand had geschreven, werd het (ge-
heugen)stokje aan de organisatie (TU-
Delft) gegeven die met een XML-valida-
tieprogramma het GML-bestand op cor
rectheid controleerde. Tijdens de esta
fette bleek dat het inlezen van de
TOPIONL GML-bestanden door de GIS-le
veranciers geen enkel probleem was:
het estafettestokje ging vrolijk rond van
deelnemer naar deelnemer en de GIS-le-
veranciers tekenden met veel plezier
hun nieuwe vestiging op de kaart van
het testbestand.
Hoewel het behoorlijk goed ging, blijkt
er toch een verschil tussen het lezen en
schrijven van GML te zijn. Het weg
schrijven van GML, volledig conform de
eisen van het TOPlONL-schema, is lasti
ger dan het lijkt. Helemaal verrassend
was dat ook weer niet: het team van
TOPIONL is al eventjes bezig om een
productiesysteem in te richten waar
correct TOPIONL uitrolt en er kan niet
zomaar verwacht worden dat een GIS-le-
verancier dat met een standaardpakket
allemaal oolc kan. Zo zorgt de op maat
gemaakte productieomgeving van
TOPIONL er voor dat ieder object een
uniek identificatienummer krijgt en
dat alle verplichte attributen de juiste
invulling krijgen. Tijdens de estafette
was dit nog een van de lastigste puntjes: als er een gebouw
wordt toegevoegd, moet het op zijn minst een unieke identi
ficatie krijgen en voor alle verplichte attributen moet een
zinnige waarde worden bedacht. Dat is nog niet gemakkelijk
met zoveel ogen op je gericht.
Vergeleken met de vorige estafettes ging het toch een stuk be
ter: polygonen met eilanden, die in de vorige estafette niet
correct werden doorgegeven, zaten dit keer aan het einde van
de rit nog prima in het bestand. Ook de gevolgen van het ob
ject-gericht zijn van TOPIONL was dit keer voor de deelne
mers geen enkel probleem: wegobjecten waarbij tegelijlc vlak-
geometrie en een hartlijn worden opgeslagen, werden goed
verwerkt.
Kunnen we nu op onze lauweren rusten? Bijna, er zijn nog
wel wat puntjes op de i te zetten. In GML is bij iedere coördi
naat beschreven in welk ruimtelijk referentiestelsel die is be
schreven. In het geval van TOPIONL gaat het altijd om Rijks-
driehoeksmeters, daar was iedereen het wel over eens. In GML
wordt dit gecodeerd door een srsName bij een coördinaat op
te nemen. Alleen blijkt de manier waarop in GML aangegeven
wordt dat het om RD gaat van bestand tot bestand te verschil
len. Gelukkig weet de software hier in de meeste gevallen
flexibel mee om te gaan. Een evenement als dit is een mooie
gelegenheid om de softwareleveranciers op één lijn te krij
gen.
Een interessant punt van aandacht is het GML-applicatiesche-
ma dat bij ieder GML-bestand wordt bijgeleverd. In een derge
lijk schema staat een modelbeschrijving van de objecten die
in het GML-bestand voorkomen samen met de attributen en
toegestane waardes die deze attributen mogen hebben. Er
kan heel handig van deze meta-informatie gebruik worden
gemaakt om de edit-omgeving zo aan te passen dat de com
puter helpt met het invullen van verplichte velden of velden
waar maar een paar mogelijke waardes zijn toegestaan. Dit
soort functionaliteit is op de estafette nog niet waargenomen
maar valt in de toekomst wel te verwachten.
De keuze voor een gastheer die een product lanceert was geen
slechte: de aankleding van de zaal en de kwaliteit van lunch
en borrel waren prima. Dit was overigens de laatste estafette
in deze vorm: een volgende estafette zou waarschijnlijk hele
maal perfect verlopen en daarom niet bijzonder interessant
zijn. De organisatie beraadt zich nog op iets nieuws. Een mo
gelijke opvolger kan kijken naar het uitwisselen van lcarto-
grafische modellen of internetkartografie.
Meer details over de deelnemers en een overzicht en analyse
van de bestanden, die tijdens de estafette zijn geschreven,
zijn te vinden op www.gdmc.nl/events/relay4/
GEO-INFO 2006-3