"eerste kartografïeleerboelc ter wereld" [Ormeling, 2005] werd onder meer gezegd dat "die Deutsche Littera- tur nichts Gleiches entgegen stellen kann." In het hoofdstuk over school- lcaarten geeft Zondervan de volgende lijst van modern aandoende eisen waaraan atlaskaarten of schoolwand- lcaarten moeten voldoen: 1. uitsluitend voor het onderwijs ont worpen; 2. aparte schoollcaarten voor lagere en middelbare scholen; 3. overlading tegengaan door wegla ten van onder meer spoorwegen en kanalen (buiten Nederland) en van veel zijrivieren; 4. overeenstemming tussen atlas en wandkaart; lcaartschalen staan in een eenvoudige verhouding tot el kaar; 5. sterke generalisering van hoofdri vieren, kustlijnen en bergketens; 6. 'blinde' (geen namen) of alleen van dichtbij leesbare wandkaarten; 7. verschillende symbolen voor ste den van verschillende grootte; 8bij voorkeur natuurkundig gekleurd 9. reliëfweergave door drie a vijf ge kleurde hoogtezones, eventueel met schrapjes of met verticale be lichting (geen schuine belichting); 10. zuivere en met smaak gekozen kleuren met vermijding van schreeuwende tegenstellingen, bijvoorbeeld voor de hoogtekleu- ren: licht groen, mat geel, zeer licht bruin, donker bruin en even tueel wit. De meeste eisen van Zondervan staan in het teken van eenvoud, soberheid en duidelijkheid. Sommige lijken nu vanzelfsprekend, maar hoeven dat toen niet geweest te zijn, en andere zijn achterhaald (bijvoorbeeld het af wijzen van schuine belichting). De in de tweede helft van de negentiende eeuw verschenen schoolwandlcaarten waren echter heel wat bruikbaarder geweest als deze ontwerpregels daarop toegepast hadden kunnen worden. De 'tien geboden' van Zondervan zijn in zijn boek zó duidelijk uiteengezet dat een lcartograaf de daaruit voort vloeiende schoollcaart al enigszins kan visualiseren. Nu kon R. Bos (let op de voorletter [Brink, 2006]), een hoofd onderwijzer in Groningen en in 1898 reeds een succesvol auteur van atlas- Fig 8. Schoolwandkaart van Spanje Portugal' van R. Bos en IC Zeeman (derde druk, 1926], schaal 1:1.500.000, één blad, 66 x 81 cm). De tien voorschriften van Zondervan zijn in deze kaart terug te vinden. sen, tekenatlassen en aardrijlcslcundeboekjes, misschien geen echte lcartograaf genoemd worden. Toch zal hem na lezing van Zondervans boek helder voor ogen gestaan heb ben op welke wijze hij de aan zijn 'Methode R. Bos' toe te voegen schoolwandlcaarten vorm moest geven. In de loop van het eerste decennium van de twintigste eeuw ver vaardigde hij bij uitgever P. Noordhoff maar liefst 32 schoolwandlcaarten voor het lager onderwijs verdeeld over drie series: Nederlandse provincies, Europese landen en werelddelen. Bij het ontwerp van deze kaarten volgde Bos vrijwel exact de tien bovenvermelde voorschriften op. Een illustratie daarvan geeft de wandkaart van Spanje en Portu gal (zie fig. 8). Men zou Bos van plagiaat kunnen verdenken (dat zou niet de eerste keer zijn [Brink, 2006]). Zijn vanaf 1890 verschenen atlaskaarten zijn echter ook al enigszins in de geest van Zondervan uitgevoerd. Bovendien was Zondervans boek, zoals uit het voorbericht blijkt, bedoeld om de (school)lcartografie in Nederland op een hoger plan te brengen. Of dat laatste werkelijk gelukt is, is moeilijk vast te stellen maar het lijkt wel zeker dat de verkoop van schoolwandlcaarten bij uitgeverij Noordhoff erdoor op een hoger plan is gebracht. De 32 wandkaarten in de drie ge noemde series van Bos, later herzien door Zeeman (en M.L. De Ley), zijn alle in de loop van de twintigste eeuw keer op keer herdrukt, zouden nog tot circa 1970 leverbaar blijven en zijn in de twintigste eeuw waarschijnlijk de meest ge bruikte schoolwandlcaarten op Nederlandse scholen ge weest. Het is toch jammer dat we niet weten hoe het afge lopen zou zijn, als Bos de 'Proeve' van Zondervan niet had gelezen. De 'Methode R. Bos' was één van de vele aardrijlcslcundeme- thoden die rond 1900 en daarna als paddestoelen uit de grond schoten. Oolc J.J. ten Have bij uitgeverij Ylcema, G. Prop bij Thieme [Brink, 2005], G. van Hees en D. Nieuwhof GEO-INFO 2006-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 23