nryan
Deze ontvangers detecteren de laserstraal en zenden deze
meetwaardes door naar de computer. Vier van deze ont
vangers (meetpunten) zijn geïnstalleerd in de toren zelf
(fig. 4) en deze zijn netjes verdeeld in de ruimte. Door de
ze verdeling is het mogelijk het scheefzalcken van de to
ren te detecteren. Een deformatie van één der ontvangers
betekent immers een deformatie van de toren. Het scheef
zalcken van de toren resulteert in verschillen in de uitle
zing van de vier meetpunten in de toren zelf.
Fig. 3. Aangebrachte
vijzels.
10
3
Tabel 1. 17.200
waarnemingen
van ontvanger 1.
3 2 "5
5
i yi
m
Een vijfde ontvanger hangt in het kasteel zelf en dient als
referentie ter bepaling van de abso
lute zakking of stijging van de to
ren. De laser is namelijk ook in de
toren opgehangen en beweegt dus
mee met eventuele deformaties.
Een zakking van de toren betekent
dus een zakking van zowel de laser
als ook de vier meetpunten. Omdat
het een volautomatische laser is,
blijft het meetvlalc wel altijd hori
zontaal. Een zakking of stijging van
de laser wordt dus door de referen
tieontvanger gecompenseerd.
3.
zich te van de rest van het kasteel dien
den door het meetsysteem te worden
waargenomen.
Omdat kleine zettingen al grote ge
volgen konden hebben, was een hoge
nauwkeurigheid vereist. Daarnaast
diende het meetsysteem ook in staat
te zijn om tijdens het vijzelwerlc de
bewegingen van de toren te kunnen
volgen, wat leidde tot de eis van een
hoge meetfrequentie: alle meetpun
ten in vijf a tien seconden (fig. 3 en ta
bel 1).
Hoe kan een laser zo nauwkeurig zijn?
Het principe van het meten met een laser is te vergelijken
met het uitvoeren van een waterpassing. De laser is hier
bij te vergelijken met het waterpas toestel, de laserstraal
met de vizierlijn en de laserontvangers met de baak. De
laserstraal valt op de ontvanger en deze leest de positie
van de laserstraal af. De positie is de afstand vanaf het
midden van de ontvanger tot de 'vizierlijn'. De in dit pro
ject gebruikte ontvangers hebben een meetbereilc van
acht centimeter. Een zakking van de ontvanger, oftewel
een verplaatsing van de vizierlijn op de baak, resulteert in
een andere aflezing. Het verschil is de maat van de ver
plaatsing.
207
Opzet meting
Een beperkende factor voor de metin
gen was de uitvoering van de restaura
tie zelf. Om de toren voldoende stijf te
maken ter voorkoming van scheurvor
ming, moesten alle raam- en deurope
ningen worden dichtgemetseld. Daar
naast zouden er aan de buitenzijde
van de toren allerlei werkzaamheden
gaan plaatsvinden waaronder het weg
slopen en opnieuw aanbrengen van de
len van de fundering. Een meet
systeem in de toren zelf zou de minste
hinder veroorzaken tijdens de uitvoe
ring.
Fig. 4. Verdeling Nauwkeurigheid
Gekozen is voor de installatie van het
Laser Monitorings Systeem (LMS). Het
LMS bestaat uit een roterende laser
en meerdere actieve laserontvangers.
laser en ontvangers
in de Riddertoren.
1
De precisie van het meetsysteem valt en staat dus met de
nauwkeurigheid van de aflezing en de stabiliteit van het
laservlak. De gebruikte laser, een Geolaser type
RL-70, heeft een absolute nauwkeurigheid van
vijf mm op honderd meter (horizonta-
liteit). Omdat de nauwkeurigheid van het
meten met de laserontvangers niet
wordt bepaald door de kwaliteit van de
horizontering (de fabrielcsspecificaties)
i van de laser maar meer door de stabi
liteit van het laservlak dat door de laser
wordt gecreëerd, is een hogere precisie
zeker haalbaar. Al is het laservlak niet ho
rizontaal, zolang het maar altijd dezelfde
afwijking vertoont, zullen de optredende de
formaties wel worden gedetecteerd. Uiteraard
wordt de stabiliteit van het laservlak wel beïnvloed door
de luchtlagen waar de straal doorheen gaat, bijvoorbeeld
ondulatie.
GEO-INFO 2006-5
B
E
ti
■ti rv
a o e-
i-i i i n jl 1-i-L-g m
j-L*
J
- -
j
g s.