Fig. 5. Presentatie De installatie meetgegevens op de In de toren is de laser gemonteerd op 'werkplek'. een wandstatief dat aan de muur is ge monteerd. De laser is via een speciale voeding aangesloten op het lichtnet om zo continu te kunnen blijven draaien (fig. 6). Op dezelfde hoogte zijn ook de vijf ontvangers opgehangen die met een kabel aan de stuurkast zijn aange sloten (fig. 7 en 8). Deze least is aange sloten op de pc. Alle onderdelen, de ont vangers, de laser en de aansluitingen, zijn stof- en waterdicht. De installatie draait al vanaf half november 2005 en zal tot na het herstel van de fundering van de toren in gebruik blijven. De gebruikte laserontvangers, type LE-81 van het merk Geolaser, detecteren de roterende laserstraal en bepalen de locatie van het hart van de straal. Deze meetwaarde wordt weergegeven in stappen van 0,25 mm ten opzichte van het nulpunt van de ontvanger. De ontvanger middelt acht la serstraalpassages alvorens deze door te geven aan de com puter. Door deze middeling worden hoogfrequente schom melingen van het laservlalc al gecompenseerd. Dit doorge ven aan de computer gebeurt op verzoek van de PC-software die op de gewenste tijdsintervallen een datavraag naar de ontvangers stuurt. De PC-software verzamelt al de meet- waardes van de diverse ontvangers die via de stuurkast binnenkomen. De stuurkast regelt alle datastromen en voorziet de ontvangers ook van spanning. De binnenkomende data van de ontvangers wordt door de software geanalyseerd. Naast meetwaardes sturen de ont vangers ook informatie mee over de kwaliteit van de infor matie. Deze kwaliteitsboodschap varieert van wel of geen ontvangst (bijvoorbeeld omdat er iemand voor de laser straal staat) tot en met lichtsterkte, schommelingen in de meetwaardes, slechte ontvangst enz. Foute metingen kun nen op deze wijze eenvoudig worden verwijderd en zullen daarmee het rekenresultaat niet verstoren. De gemeten waardes worden met een tijdsregistratie opgeslagen en kunnen daarnaast direct worden vergeleken met de nulme ting. De resultaten hiervan worden gepresenteerd op het beeldscherm (fig. 5). Zoals al gemeld, wordt de nauwkeurigheid van het meten vooral bepaald door de nauwkeurigheid van het laservlalc. Omdat er in dit project voornamelijk korte afstanden in het geding zijn, is de invloed van eventuele schommelingen nog zeer gering. De standaardafwijking van de meetresulta ten van de ontvanger die het verst van de laser weg hangt (de referentie), is 0,19 mm (berekend op 17 december 2005 over ruim 7.000 waarnemingen). De ontvangers die dichter bij de laser hangen, halen een standaardafwijking van 0,12 mm. Praktijkervaringen De gebruikte ontvangers en de (nog nauwkeurigere) LE-10-ontvangers wor den dagelijks ingezet voor diverse toe passingen en andere projecten. Een groot aantal van deze ontvangers wordt gebruikt in lcalibratie-opstellin- gen van laserapparatuur. Daarnaast zijn de ontvangers ingezet voor trek- proeven van grondanlcers. Momenteel zijn er ook zeven ontvan gers te 'bewonderen' op het Centraal Station van Rotterdam waar de ont vangers tussen de rails staan opgesteld om eventuele maaiveldzettingen te de tecteren als gevolg van het boren on der het spoor. Conclusie Deformaties meten met een roterende laser is niet bepaald gebruikelijk. Door gebruik te maken van zeer nauwkeuri ge, zelfregistrerende laserontvangers blijkt dat lasers ook voor deze toepassin- Fig. 6. gen kunnen worden ingezet. De te be- Opstelling laser, halen precisie van de meetopstelling GEO-INFO 2006-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 14