laagste id's als eerste. Volgens de Poincaré-algebra bestaat de grens van een simplex uit de volgende som van (n-1) di mensionale simplexen (weglaten van de ide knoop en het om en om afwisselen van de en - tekens): x2, x0>. Wanneer ook hier weer naar de zijden wordt gekeken dan valt het op dat elke zijde één keer in positieve en één keer in negatieve richting wordt gebruikt. n 1)' Xn i 0 Dus de grens van dS1 <x0, x3> is <x3> - <x0> en de grens van öS3neg <x3, x0> zou zijn <x0> - <x3>. De grens van dS2 <x0, x3, x2> is <xlf x2> - <x0, x2> <x0, x3>. Op soortgelijke manier kunnen de grenzen van de andere vijf combinaties van S2 gegeven worden. Tenslotte de grens dS3 <x0, x3, x2, x3> is <x3, x2, x3> - <x0, x2, x3> <x0, x3, x3> - <x0, x3> x2> (en soortgelijk voor de 23 andere combinaties). Kijkend naar de grenzen van een tetraheder, dat wil zeggen de gren zen van de driehoeken (de zijden dus), blijkt dat elke zijde exact één keer in de positieve richting en één keer in de ne gatieve richting voorkomt binnen de tetraheder. Een ander interessant resultaat van de Poincaré-algebra is het aantal lager dimensionale simplexen die voorkomen als (in)direc- te grens van een gegeven simplex: Sn heeft n 1 p+1 grenssimplexen van dimensie p met (0 p n) Dus S2 (driehoek) bestaat uit drie OD-simplexen (knopen) en drie lD-simplexen (zijden). De simplex S3 heeft respectieve lijk 4, 6 en 4 0D, 1D en 2D-grenssimplexen. Wanneer buur- simplexen van gelijke dimensie worden samengevoegd dan wordt hun gemeenschappelijke grens verwijderd zoals aan gegeven in fig. 2a. Neem bijvoorbeeld de buurdriehoelcen <x0, x3, x2> en <x0, x2, x3> dan resulteert het samenvoegen van al hun grenzen (zijden) in: (<x3, x2> - <x0, x2> <x0, x3>) (<x2, x3> - <x0, x3> <x0, x2>) <x3, x2> <x0, x3> <x2, x3> - <X0, x3> <x3, x2> <x0, x3<x2, x3> <x3, x0>. Merk dus op dat de gemeenschappelijke grens <x0, x2> is verdwenen. Op een zelfde wij ze resulteert het samenvoegen Samengevoegde van twee buurtetraheders <x0, x3, x2, x3> en <x0, x2, x4, x3> simplex buren en het optellen van hun grenzen (driehoeken) in <xl,x2,x3> vormen een complex <x0, x3, x3> <x2, x3, x0> <x2, x4, x3> <x3, x4, x0> <x4, in (a) 2D en fb) 3D. Fig. 2. De samengevoegde buur n-simplexen worden een 'simplicial complex' of n- cell genoemd. Het is goed mogelijk om een topologische structuur te bou wen voor een verzameling verbonden n-simplexen (inclusief al hun lager di mensionale grenzen: 0,.., n-1 sim plexen) die het n-dimensionale do mein geheel opdeelt. In 3D wordt dit het tetraheder netwerk (TEN) ge noemd. Binnen zo'n netwerk is het niet alleen interessant om naar de grens van een simplex te kijken maar ook naar de co-grens, oftewel van wel ke hoger dimensionale simplexen de gegeven simplex zelf een grens is. Zo bestaat bijvoorbeeld de grens van een driehoek uit drie zijden en de co- grens van de driehoek uit twee tetra- heders. Op soortgelijke manier be staat de grens van een zijde uit twee knopen en de co-grens uit twee of meer driehoeken. 3D-topografïe model gebaseerd op een TEN Redelijk dicht bij dit model komen de implementaties in Panda [Egenhofer et al, 1989] en Oracle Spatial; beiden gaan echter maar tot twee dimensies en zijn gebaseerd op complexen (samengevoegde buur-simplexen van eenzelfde dimensie, of te wel de n-cel- len) en niet op de simplexen zelf. Er zijn drie verschillende conceptue le TEN-modellen ontwikkeld. Hoewel deze alle drie ongeveer een gelijke be- (a) S21 X0, Xj, X2 enS22 X0, X2, X3 C2 Xj, x2 - x0, x2> x0, Xj x2, x3 *0> *2 x3, x0 ■V, x3, x2 x0, x3 x2f x3 x3, x0 (b) S31 x0, x3, x2, x3 en S32 x0, x2, x4, x3 C3 x3, x2, x3 - x0, x2, x3 x0f x3, x3 - x0, x3> x2 x2, x4, x3> - x0, x4, x3 X0, X2, x3 X4, X2, Xq x3, x2, x3 x0, x3, x3 - x0, x3, x2 X2, X4, X3> - x0, X4f X3> X4, X2, Xq GEO-INFO 2006-5 ft t O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 28