worden deze gemodelleerd via een associatie-klasse of via extra ongerichte primi tieven? Het derde model (fig. 3c) bevat de minste re dundantie voor wat de ver wijzingen betreft en is bo vendien op zuivere theorie van de Poincaré-algebra ge baseerd. De gegevens worden in een database beheerd. Een eer ste stap is het omzetten van de objecten uit de echte wereld naar een 3D TEN-re presentatie. De feitelijke ob jectbegrenzingen (zoals van de gebouwen) komen dan terug als zogenoemde ver zameling van vastgeprikte driehoeken ('constraints') in het TEN, deze mogen na melijk niet zonder meer worden aangepast. Daar naast zijn er ook driehoe ken die de interne struc tuur beschrijven, deze kun nen worden aangepast zon der dat de buitenkant van een object in het geding komt. Bij het vormen van het tetraheder netwerk is het goed om slecht gevormde primitieven te voorkomen. Op dit gebied heeft [Shewchulc, 1997] al veel onderzoek verricht. Belang rijk in een praktische setting is dat de gegevens incremen ted moeten kunnen worden bijgehouden door het toevoe gen (of verwijderen) van objecten, vaak ten koste van Tucht' of'aarde' tetraheders. In sommige gevallen kan het ook ten koste gaan van andere objecten en zal de gebrui ker goed moeten nagaan of dit inderdaad wel de bedoeling is. De meeste objecten zullen (indirect) verbonden zijn met het 'aardoppervlak' en dit moet ook tijdens het muteren goed in de gaten worden gehouden danwel worden afge dwongen door het systeem. r Fig. 3c. Model 3. Fig. 4. Toevoegen van een knoop; boven: in een driehoek (buur tetraheder niet getoond), onder: in een zijde verbonden met vier tetraheders. Het toevoegen of verwijderen van objecten wordt intern vertaald naar de volgende basis-mutatieoperaties die de TEN-structuur aanpassen: ken en +4 tetraheders (fig. 4 bo ven); midden in een zijde (n tetrahe ders betrokken) en toegevoegd worden +1 knoop, +(n+l) zijden, +2n driehoeken en +n tetrahe ders (fig. 4 onder). 3. toevoegen (of verwijderen) van con straints: in de eerste plaats driehoe ken (als onderdeel van de buiten kant van een object), maar daar naast mogelijk ook zijden en knopen (i.v.m. met lager dimensio nale objecten). 4. omklappen van tetraheders, waarbij (bron: van der Most twee situaties mogelijk zijn, afhan- 2004) lcelijk van de configuratie (fig. 5): 1. verplaatsen knoop (alleen toegestaan indien de topologi sche structuur correct blijft). 2. toevoegen van een knoop en bijbehorende zijden, drie hoeken en tetraheders (of de omgekeerde operatie 'verwij der lcnoop'), waarbij de volgende drie gevallen mogelijk zijn, afhankelijk van waar de knoop wordt toegevoegd: midden in een tetraheder (1 tetraheder betrokken) en toegevoegd worden +1 knoop, +4 zijden, +6 driehoeken en +3 tetraheders (respectievelijk de 0/1/2/3-simplexen); midden in een driehoek (2 tetraheders betrokken) en toegevoegd worden +1 knoop, +5 zijden, +7 driehoe- GEO-INFO 2006-5 1 11 1. f- Uflii WjE fc r+l k f ürtMMPmmiO "MlBj cd Mc VJ 4'44 1 O I 4-rf-i L.4 £4fcM&10 &%rJC%Y4jfe*fc |4UCiTJC>l dwtii ?l-i-5C4;i ftHjE XaUfc i 1^ IW - ir|n] jaikl* '««-ll ÈÊQMK vUïEnbit^ -ia mCafJÈilriO 'Ri o -X-vC! k liiht 441*1 nZ ralAiti npj#4W>44Fi) 0mc44 4P..fc.4 mi -Li ij bi jfl 4 j Ir |nln rijli Gebruik van het TEN-model I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 30