Fig. 3. De Web Map Service beantwoordt de bevraging door een plaatje terug te sturen met de visualisatie van de opgevraagde kaartstijl. Wanneer een 'GetLegendGraphic-re- quest' wordt uitgevoerd zonder dat er een 'Rule' wordt opgegeven dan meldt de SLD 1.O-specificatie letterlijk het volgende: In the case that a style has multiple rules but no specific rule is selected, then the map server is obligated to produce a graphic that is represen tative of all of the rules of the style. Een voorbeeld request en respons hiervan is: //demo.cubewerx.com/demo/cubeserv/ cubeserv.cgi?CONFIG=nrcan&SERVICE= WMS&VERSION=1.3.0&REQUEST=Get Legend Graphic&LAYER=ROUTE_L:nrcan& STYLE=Topographic&SCALE=125000& FORMAT=image/png Representative is echter een subjectief begrip. Betekent het dat een WMS naast een icoontje zelf de beschrijvende titel moet presenteren? Zonder titel zijn de klassen namelijk niet onderscheidbaar. Zowel de server-applicatie Mapserver als Cubewerx toont in dit geval een complete legenda. Dit is niet altijd het geval, aangezien de specificatie hier niet duidelijk over is. Unclassified Highway-Hard Surface Highway-Other, Hard - - Road Unknown Main-Hard Surface Mai iv Unknown Other-Hand Surface Secondary - Loose Surface Secondary - Hard Surface Fig. 4. De Web Map Server beantwoordt de bevraging door een plaatje terug te sturen met de visualisatie van alle kaartstijlen. De bovengenoemde implementaties voor het opvragen van een legenda kennen ook beperkingen. Het is bijvoorbeeld niet mo gelijk om een legenda op te vragen die alleen die klassen toont die binnen het huidige kaartbeeld aanwezig zijn. Dit kan bij voorbeeld nuttig zij n voor de legenda van een bodemlcaart, die vaak meer dan 100 klassen bevat en anders onleesbaar wordt. Om dit mogelijk te maken, moet een WMS namelijk ook de 'bbox-parameter', die de lcaartuitsnede representeert, doorge stuurd krijgen voor het 'GetLegendGraphic-request' maar dit is niet het geval. Daarom heeft de Cubewerx WMS een specifiek 'GetLegend-request' toegevoegd dat dezelfde parameters heeft als een 'GetMap-request'. Attribuut-informatie Attribuut-informatie behorende bij een klik in de kaart kan opgevraagd worden via het 'GetFeaturelnfo-request'. Dit is het probleemkind van de WMS-specificatie. Het responsformaat is erg ruim gedefinieerd. Een WMS mag HTML teruggeven, een eigen gedefinieerd XML-formaat of bijvoorbeeld GML. In de praktijk is deze interface dan ook weinig interoperabel. Op dit moment zijn er initiatieven gaande om het responsformaat van 'GetFeaturelnfo' nauwkeuriger te definiëren. MIME-types In WMS 1.1.1 gebruikt OGC haar eigen MIME-types. Een MIME-type geeft het type bestand aan, een voorbeeld is 'image/gif of 'application/pdfHet MIME-type van de 'GetCapabilities-respons' is gedefinieerd als 'application /vnd.ogc.wms_xml' en niet als 'text/xml'. Hierdoor weten webbrowsers niet wat ze met dit bestand moeten doen en tonen derhalve de gebruiker een 'opslaan als'-dialoog. In WMS 1.3.0 is dit gecorrigeerd en is het mime-type gewoon 'text/xml'. WMS 1.3 versus WMS 1.1.1 Eind 2004 is er een nieuwe versie (1.3) van de WMS-specificatie uit gekomen. Versie 1.3 is ook meteen de eerste WMS-specificatie die tevens als ISO-standaard (ISO 19128) is uitgekomen. Tot op heden zijn er nog weinig implementaties van. Een belangrijke reden is dat in WMS 1.3 de volgorde van de coördinaat-assen afhankelijk is van de projectie waardoor de betekenis van de projectie-definitie EPSG: 4326 (WGS84) verschilt tussen WMS 1.1.1 en WMS 1.3. Een WMS 1.1.1-request voor de hele wereld in de WGS84-projectie zou bestaan uit bbox= -180, -90, 180, 90. In WMS 1.3 is dit bbox= -90, -180, 90, 180. Je kunt je voorstellen wat voor chaos een derge lijke wijziging kan veroorzaken. Fig. Sa. Een request naar een WMS 1.3- server op basis van de assen-volgorde van WMS 1.1.1. Fig. Sb. Een request naar een WMS 1.3- server op basis van de assen-volgorde van WMS 1.3. GEO-INFO 2006-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 21