de as marlct-overheid is in dit scenario de NGII2005 richting markt verschoven, met publielc-private samenwerking. Het competitief voordeel voor het Nederlandse bedrijfsleven is beperkt daar zij ook moeten concurreren met Europa, al is de afzetmarkt potentieel groter. IV Mondiale Markt In dit scenario bepaalt de wereldwijde consumentenmarkt de ontwikkeling van de NGII. Marktontwikkeling op het ge bied van gaming, navigatie en location based services (LBS) voor wat nu onze kinderen zijn, domineren uiteindelijk de ontwikkeling van de NGII. Deze wordt veel meer vanuit de media en communicatiewereld (voornamelijk multinatio nals) en consumenten gestuurd dan vanuit een door de overheid gestuurd GI-beleid. In dit scenario wordt de rich ting van de NGII in een internationale context bepaald en is Nederland volgend. De overheid heeft beperkt invloed op ontwikkelingen. Er is geen competitief voordeel voor het Nederlandse bedrijfsleven. In Tabel 2' is voor de vier scenario's de ontwikkeling van de NGII-componenten ingeschat. Uit tabel 1 blijkt dat de verschillen tussen scenario's vooral optreden bij de ruimtelijke gegevens, beleid, standaarden en de invloed van de gebruikers. De ef fecten van de scenario's op onze samenleving zijn heel verschillend. Bij het scenario 'Mondiale Markt' maken grote bedrijven de dienst uit. De rol van de overheid is zeer bescheiden. Op sommige onderdelen van de geo-infor- matievoorziening, zoals geo-data voor navigatie en aardobservatie gegevens, zien we dit scenario al realiteit wor den. Het is de vraag of dit ook voor de andere onderdelen van de geo-infor- matie zal gaan optreden. Door de ont wikkeling van INSPIRE gaat de NGII ?w sterk de kant op van scenario III. Op dit z' Internationaal wordt overigens de moment is niet duidelijk hoever INSPI- aflcorting SDI (Spa- re feitelijk zal gaan met het voorschij- tial Data Infr astruc- ture) veel gebruikt ven van richtlijnen. De invoering kan voor de NGII. wel eens weerbarstiger blijken te zijn dan de formulering van richtlijnen. De instelling van het GI-beraad in Neder- Tabel 1. land is een indicator voor de ontwiklce- Ontwikkeling van ling van scenario II. Een duidelijke re- NGII componenten gie op de ontwikkeling van de nationa- voor de scenario's. Ie geo-informatie infrastructuur. Naam Component 1 NGII 2005 II Nationale Regie Ill Europese Samenwerking IV Mondiale Markt Ruimtelijke gegevens Grote diversiteit aan geo-dataset verzamelende organisaties. Enkele grote geo- informatiefabrielcen Er zijn sterke nationale instituties voor het verzamelen, beheren en verstrekken van gegevens. Finan ciering is nationaal geregeld en nationale overheid speelt een dominante rol als opdrachtgever. Grensoverschrij dende geo-informatieuitwis- seling is problematisch. De te verzamelen geo-datasets worden door Europa bepaald. De uitwisseling tussen ver schillende lidstaten is geregeld. Een aantal grote internationale bedrijven ontwikkelen ruimtelijke gegevens voor kapitaal krachtige toepassings domeinen. Sterke mondiale uitwisseling van gegevens en de grote landen dicteren de informatie-inhoud. Standaarden Standaarden zijn beschikbaar, maar grote vrijheid bij de organisatie in het toepassen van standaarden. Nationale standaard isatie voor uitwisseling van gegevens en nationale content standaarden voor geo-data. Europese regels en standaarden. Gebruik van ISO standaarden en sterke dominantie van de facto standaarden vanuit de industrie. Technologie Gebruik van internationale technologie Gebruik van interna tionale technologie en nationale tech nologische innovatie Gebruik van internationale technologie met een sterke druk om van Europese technologie gebruik te maken Gebruik van internationale technologie Beleid Geen duidelijk beleid voor ontwikkeling van NGII, verstrekkings- voorwaarden en prijs van gegevens zijn erg verschillend. Er is een national beleid voor de ontwikkeling van de NGII. Er is een natio naal clearinghouse voor geo-data en de voorwaarden en prijs van geo-data zijn nationaal homogeen en bekend. Beleid voor de ontwikkeling van nationale authen tieke registraties. Er is Europees beleid voor ontwikkeling van Europese geo-informatie infrastructuur. Lidstaten zijn volgend en volgen de richtlijnen uit Europa. Er is vrijwel geen beleid voor de ontwikkeling van een mondiale NGII. Er zijn zijn veel initiatieven van NGO's. Bedrijven bepalen de voorwaarden en het informatieaanbod. Mens Voor de gebruiker veel verschillende ingangen en loketten. Mogelijk heden voor gegevens- integratie via NGII beperkt. Sterke nationale spelers voor het verzamelen en verstrekken van geo-informatie. Meer gebruik op nationale schaal. Gebruikers nationaal en Europees. Er kunnen grote Europese geo-bedrijven ontstaan. Invloed van de gebruiker is beperkt. Sterke internationale bedrijven. Invloed gebruikers en nationale overheid beperkt. GEO-INFO 2006-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 10