TECHNOLOGIE EN VAARDIGHEDEN geo-informatievoorziening ten tijde van een ramp. De nadruk heeft hierbij gelegen op het gebruik van geo-infor- matie voor de coördinatie van hulp diensten. De nazorgfase (gericht op het terugkeren naar de oude situatie) is in deze verkenning niet behandeld. Werkwijze Om inzicht te krijgen in de behoeften van eindgebruikers, hebben we de be staande organisatie en praktijken van risicomanagement onderzocht. Onze inzichten zijn gebaseerd op literatuur onderzoek, workshops, interviews en participatie in rampenoefeningen. Bij risicomanagement zijn veel acto ren betrokken die (moeten) samenwer ken bij het voorkomen en bestrijden van rampen. Daarom is eerst het orga nisatorische kader van de risicobeheer sing en rampenbestrijding in beeld ge bracht via een literatuurstudie. Vervol gens hebben we gekeken welke initia tieven er al zijn genomen om de geo- informatievoorziening voor risicoma nagement te verbeteren. Om inzicht te krijgen in wat vanuit het perspectief van de eindgebruikers de huidige knel punten zijn en wat de wensen zijn voor verdere ontwikkeling van de geo- informatievoorziening, zijn diverse workshops georganiseerd. Deze infor matie is verder aangevuld met inter views met een aantal eindgebruikers. Een laatste en erg boeiende manier om inzicht te krijgen in de rampenbestrij- dingsprocessen en de informatiebe hoefte daarbij was door mee te kijken en later ook actief deel te nemen aan diverse rampenoefeningen. We heb ben onder andere meegekeken bij een rampenoefening in Arnhem, waarin de operationele hulpverlening werd geoefend. Hiervoor werd een botsing tussen een trein en een bus met schoolkinderen gesimuleerd (fig. 1). Daarnaast hebben we ook actief deel genomen aan de Nationale Staf Oefening Nucleair (NSOn) in Borssele. Hoewel de verschillende processen in het risicomanagement onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn - vanuit de gedachte dat veiligheid een goede aan pak van zowel de risicobeheersing als van de rampenbestrijding vergt - zijn er ook grote verschil len tussen de verschillende processen en verschillen in (ver tegenwoordigers van) organisaties die bij die processen be trokken zijn. We hebben er daarom voor gekozen om de be hoefte aan ontwikkeling van nieuwe kennis, technologie en vaardigheden voor risicobeheersing en rampenbestrijding apart te behandelen. In de slotparagraaf vatten we onze be langrijkste conclusies samen. Fig. i. De organisatie van de risicobeheersing en Rampenoefening rampenbestrijding in Arnhem J Om inzicht te krijgen in de rol van geo-informatie bij risico management is het belangrijk om eerst een beeld te krijgen van het organisatorische kader waarin de risicobeheersing en rampenbestrijding plaatsvindt. Natuurlijke en technolo gische risico's worden in Nederland meestal uitgedrukt in een 'kans maal effect'. Bijvoorbeeld de kans op overlijden per jaar of gemiddelde schade per jaar. In het Nederlandse risicobeleid wordt een onderscheid gemaakt in het plaats gebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsge bonden risico wordt gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon (die daar permanent aanwezig en onbe schermd is) op die plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van de activiteit die wordt uitgeoefend. Plaatsgebonden ri sico's kunnen op kaart worden weergegeven door middel van risicocontouren. De risicocontouren verbinden plekken met gelijke PR rondom een inrichting. Het groepsrisico geeft de leans per jaar weer van een ongeval met tien of meer dodelijke slachtoffers, in de omgeving van een gevaarlijke installatie (bijvoorbeeld een chemische fabriek) door een ongeval binnen die installatie. Groepsrisi- co's worden niet weergegeven in risicocontouren maar in zogenoemde F/N-curven; dat wil zeggen: de kans op het aan tal doden (N) uitgezet tegen de mogelijke leans of frequentie (F) [Ministerie vanVROM, 2005]. GEO-INFO 2006-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 19