heid op het gebied van veiligheid. In
versimpelde versie zijn deze kaarten
ook voor burgers via het internet toe
gankelijk. Daarnaast zijn recentelijk
diverse modellen ontwikkeld die
(nieuwe) inzichten geven in de
overstromingskansen in Nederland
(binnen het project Veiligheid Neder
land in kaart) en wordt er onder ande
re door TNO gewerkt aan een verbeter
de visualisatie van groepsrisico's met
betrekking tot externe veiligheid.
Behoeften van eindgebruikers
Uit de interviews en workshops is, aan
vullend op enkele hierboven genoem
de ontwikkelingen, een aantal knel
punten en wensen genoemd. Deze
staan hieronder beschreven. We heb
ben hierbij een selectie gemaakt van
die punten die meerdere keren zijn ge
noemd of waaraan door meerdere be
trokkenen hoge prioriteit werd toege
kend. Voor het overzicht hebben we de
punten ingedeeld onder de kopjes be
heer, data, technologie en gebruik.
Beheer
er is behoefte aan meer eenduidig
heid in verschillende registratiesy
stemen om gegevens te registeren;
het is nog onduidelijk wie welke ge
gevens moet gaan beheren.
Data
gegevens zijn nog niet beschikbaar
(bijvoorbeeld gegevens over bevol
kingsdichtheid);
gegevens zijn nog niet actueel (bij
voorbeeld doordat er een achter
stand is met het toetsen van milieu
vergunningen);
er is behoefte aan informatie uit de
rampenbestrijding, bijvoorbeeld om
inzicht te krijgen in wat er gebeurt
als er daadwerkelijk een ramp is.
Technologie
hoe kun je ook maatschappelijke
kosten en baten in je modellen mee
nemen?
is het mogelijk om overstromings
modellen met landgebruikmodel
len te koppelen?
Gebruik
waar en wanneer breng je in het
planproces de informatie in en op
welke manier?
hoe gaan beleidsmakers en bestuur
ders om met geo-informatie?
hoe breng j e resultaten over naar de
eindgebruikers (presentatie)?
wat is de informatiebehoefte van
burgers?
V
T
Fig. 2. Een uitgebreide rampenbestrijdingsorganisatie bij een grote ramp
Bron: www.handboekrampenbestrijding.nl.
Een opvallend punt dat uit de discussies en interviews
naar voren kwam, was dat er enerzijds behoefte is aan
complexere modellen (bijvoorbeeld aan uitbreiding van
functionaliteiten), terwijl er aan de andere kant ook be
hoefte is aan meer versimpelde modellen voor de commu
nicatie met belanghebbenden. Daarnaast was het opval
lend dat er bij de risicobeheersing veel interesse is voor
informatie over rampenbestrijding, ter aanvulling van de
al aanwezige informatie. Tot slot bleek dat een groot deel
van de discussie op de workshops ging over de vraag wel
ke rol de geo-informatie uit de diverse systemen en mo
dellen nu vervulde in het besluitvormingsproces. Ook
vroeg men zich af wanneer en op welke manier de infor
matie het beste kan worden ingebracht in het besluitvor
mingsproces.
Oolc voor de ondersteuning van de rampenbestrijding zijn
recent diverse systemen en modellen ontwikkeld. De poli
tie heeft bijvoorbeeld SHERPA geïntroduceerd om de in
formatie-uitwisseling binnen en tussen de geïntegreerde
meldkamers te verbeteren. In deze meldkamers, waarin
politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening
samenwerken, wordt gewerkt met het Geïntegreerde
Meldkamer Systeem (GMS), dat onder andere voorziet in
de informatievoorziening bij de inzet van materieel en
personeel van de samenwerkende organisaties. Daarnaast
worden in diverse provincies applicaties ontwikkeld die
tijdens een incident de uitwisseling van geografische en
administratieve gegevens tussen de verschillende organi
saties in de veiligheidsketen mogelijk moet maken. Voor
beelden zijn de projecten Veiligheidsnet in Gelderland,
Multiteam in Zuid-Holland en Utrecht en het project HNV
dat zich richt op de verbetering van de (geo-)informatie-
voorziening bij hoogwatersituaties.
Uit de workshops en interviews met vertegenwoordigers
van de rampenbestrijding is eveneens een aantal knelpun
ten en wensen naar voren gekomen. De belangrijkste (naar
frequentie van noemen en toegekende prioriteit) punten
staan hieronder weergegeven.
GEO-INFO 2006-7/8
bnfei?- khH«
Uim* ,.r
J
Geo-informatie voor rampenbestrijding