Beheer
het is nog onduidelijk wie welke gegevens moet gaan be
heren;
het is de vraag wie de verdere ontwikkeling en beheer
van de geo-informatievoorziening moet financieren.
Dota
gegevens zijn niet altijd bekend of beschikbaar;
gegevens zijn soms privacy-gevoelig.
Technologie
het is niet altijd mogelijk om de gegevens op het juiste
moment op de juiste plaats te krijgen (bijvoorbeeld door
het ontbreken van verbindingen of mobiele toepassin
gen);
koppeling met andere initiatieven, zoals de provinciale
risicokaart, is wenselijk.
Gebruik
het systeem moet inpasbaar zijn in het dagelijks gebruik
om tijdens rampen effectief te zijn;
er zijn veel verschillende systemen. De vraag is hoe de
interactie tussen verschillende systemen (regionaal en
landelijk) kan plaatsvinden.
In de discussies werd veel aandacht besteed aan de uitwis
seling van informatie. Bij rampenbestrijding zijn veel acto
ren betrokken die onder grote tijdsdruk een grote hoeveel
heid informatie willen krijgen ter ondersteuning van hun
taken. Deze gewenste informatievoorziening is nog niet al
tijd mogelijk. Een ander opvallend punt is dat de betrokken
partijen het hebben van bestuurlijk draagvlak als een cruci
ale factor zien voor de verdere ontwikkeling van de geo-in
formatievoorziening.
Borssele-oefening
De ontwikkeling van een Geografische Data Infrastructuur
(GDI) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de verbete
ring van de informatie-uitwisseling. Om ervaring op te
doen met de ontwikkeling van een GDI zijn we betrokken
geweest bij de Nationale Stafoefening Nucleair (NSOn) in
Borssele in mei 2005. Vanuit de Vrije Universiteit is een pro
jectgroep tot stand gebracht waarin de ministeries van LNV,
V&W en VROM en het RIVM waren vertegenwoordigd. Doel
stelling was om een GDI tot stand te brengen volgens de zo
genaamde Service Oriented Architecture (SOA). Deze proef
was vooral gericht op de ondersteuning van het departe
mentaal coördinatiecentrum van VROM tijdens de NSOn.
De ervaringen voorafgaand en tijdens de oefening gaven
aanleiding tot de volgende conclusies [VROM et al., 2006]:
binnen zeer korte tijd is een eerste versie van een GDI
voor veiligheid gerealiseerd;
de oefening, die begon als een 'demo' en 'ruiken aan geo-
informatie' die de NSOn-oefening niet in de weg mocht
staan, resulteerde tijdens de NSOn in een daadwerke
lijke rol en bijdrage;
men wil informatie delen en uitwisselen;
veel mensen zijn zich nog te weinig bewust van het be
lang en de mogelijkheden van geo-informatie, waardoor
voor een behoorlijk deel de mogelijkheden van geo-infor
matie onbenut bleven;
er is grote behoefte aan het kunnen visualiseren van ad
viezen/informatie en het eenvoudig delen van die advie
zen/informatie met andere partijen.
Conclusies
Uit onze verkennende studie is naar
voren gekomen dat er veel ontwikke
lingen gaande zijn om de informatie
voorziening voor risicobeheersing en
rampenbestrijding te verbeteren. Er
wordt lokaal en regionaal niet ge
wacht op landelijke initiatieven, men
gaat zelf aan de slag. Een gevolg is dat
er vele en verschillende systemen zijn
ontstaan. Om deze informatiesyste
men samen te laten komen en de be
nodigde informatie te kunnen ontslui
ten, zal er een eenduidige infrastruc
tuur moeten worden ontwikkeld. Op
ministerieel niveau is men bezig deze
infrastructuur volgens de OGC-stan-
daarden te ontwikkelen, waarbij 'Bors
sele' een eerste stap is geweest. Op dit
moment wordt er binnen het ministe
rie van VROM gewerkt aan ICAweb, in
clusief een GDI op basis van Europese
standaarden. Een logische volgende
stap is om dit model ook op regionaal
niveau verder op te zetten, aanslui
tend op de behoeften van regionale ac
toren zoals die tijdens de workshops
naar voren zijn gekomen. Dit zal wor
den gerealiseerd in een vervolgproject
op basis van deze verkennende studie,
namelijk in het RGI-239 project Geo
Data Infrastructure for Disaster Mana
gement (GDI4DM).
Naast de ontwikkeling van een archi
tectuur om de geo-informatievoorzie
ning te verbeteren, vormde ook het
gebruik van de geo-informatie een be
langrijk punt van discussie. Vooral bij
de vertegenwoordigers vanuit de risi
cobeheersing kwam de vraag naar vo
ren welke rol de geo-informatie speelt
(en zou kunnen spelen) in het (ruim
telijke) besluitvormingsproces. Recen
telijk zijn diverse modellen en syste
men ontwikkeld ter ondersteuning
van de besluitvorming over veilig
heidsvraagstukken, maar er is nog
weinig bekend over de praktische toe
passingsmogelijkheden van deze mo
dellen en dit systeem. Deze vraag is
eveneens opgepakt en wel in het RGI-
128 project Geo-informatie voor risi
cobeheersing.
Referenties
Ministerie van Binnenlandse
Zaken, Handboek voorbereiding ram
penbestrijding, Den Haag, 2003
GEO-INFO 2006-7/8