Groep (IOG- GEO)
Het IOG is in 2001 ontstaan uit twee
andere overleggroepen namelijk het
vakberaad Geo Info, gericht op de vast
goedsector, en de groep ProGIS die op
de werkvloer ontstond met het doel
werkervaring uit te wisselen vanuit de
achtergrond: "Wat kunnen we van el
kaar leren?' Het nieuwe overleginsti-
tuut richt zich zowel op de uitwisse
ling van ervaring alsook op een lange-
termijn-strategie voor geo-informatie.
De kerngroep beschrijft de overleg
groep als zeer actief, in zowel prakti
sche als beleidsmatige zin, krachtig en
sterk, niet heel formeel. Er wordt een
werkplan opgemaakt, speerpunten
worden vastgesteld en projecten uitge
voerd, en de voortgang hiervan wordt
bewaakt. Onder de vlag van IOG-Geo is
een veelvoud aan werkgroepen bezig.
Het geheel is vanuit de werkvloer ont
staan maar is nu opgenomen in de
structuur van het programma e-Pro-
vincies. De Brede Overleg- en Advies
Groep (Boag), verantwoordelijk voor de
ambtelijke aansturing van het e-Pro-
vincies-programma. De Boag is erg blij
met de inzet van het IOG en onder de
indruk van hetgeen wordt bereikt.
Volgens Van Arragon heeft dit alles te
maken met de goede sfeer in IOG-Geo
en door de gemengde samenstelling
op het snijvlak van de werkvloer en het
beleid. De provinciale afvaardiging is
niet erg formeel geregeld, en dat is te
gelijkertijd onze kracht en onze zwak
te. Alles groeit in de praktijk. Provin
cies die met eenzelfde onderwerp be
zig zijn, vormen clusters en organise
ren studiebijeenkomsten en/of work
shops. Recente voorbeelden zijn het
project Mobiel GIS en de landelijke
Risicokaart, waarvoor IOG-Geo de Fla
mingo-viewer ontwikkelde. Deze Risi
cokaart geeft een overzicht van alle
mogelijke risico's die zich kunnen
voordoen zoals ongevallen met brand
bare of giftige stoffen en explosieven,
grote branden of ordeverstoringen. In
totaal zijn dertien risicosoorten geïn
ventariseerd. Gemeenten kunnen deze
landelijke kaart raadplegen voor uit
voering en opzet van hun rampenplan
nen maar ook particulieren kunnen er
een beroep op doen. De ontsluiting is
nu in ieder geval eenduidig en goed ge
regeld, al valt er nog wel wat aan de in
houd te verbeteren.
IOG-GEO in volle G B K N
vaart (ontspannen Het GBKN-gebruilc is per provincie nogal verschillend. Lang
na inspannen), niet overal is de GBKN het basisproduct voor de provinciale
bestanden. Soms geeft men de voorkeur aan de TOPlOvector
en vaak ook meten de provincies het eigen gebied, de provin
ciale wegen en de daaraan grenzende strook, geheel met ei
gen mensen in. In andere provincies wordt ook wel inwin-
ningswerk uitbesteed aan ingenieursbureaus maar dan wel
onder toezicht van de provinciale Geo-dienst. Vogels licht toe
dat eigenlijk alleen het buitengebied de belangstelling heeft
van de provincies en dat een volledige GBKN-aanschaf erg
duur zou zijn en ook veel mutaties met zich meebrengt.
Op korte termijn zal een gesprek plaats vinden met het LSV-
GBKN en wie weet rolt daar een gezamenlijke afspraak,
over integratie van het Digitaal Topografisch Bestand van
de provinciale wegen, met de GBKN uit. Maar daarvoor is
wel terugkoppeling naar alle twaalf provincies nodig. Wat
kost het en wat hebben we eraan, zal daarbij het hoofdthe
ma zijn.
Van Arragon merkt op dat het het streven is om uiteindelijk
te komen tot een volledige basisregistratie Geografie, inclu
sief GBKN. De noodzaak van zo'n complete basisregistratie
laat zich demonstreren aan het huidige gemengde gebruik
van GBKN en TOPlOvector dat leidt tot aansluitproblemen
bij het uitwisselen van bestemmingsplannen.
Aanvullend kwam nog een boeiende, maar lastig op te lossen
problematiek ter sprake. Wat te doen met de kabel- en lei-
dinggegevens van de nutsbedrijven die vastgemeten zijn aan
de kanten van wegen uit de GBKN terwijl de provincie de
kanten van hun wegen ook heeft ingemeten, maar met een
veel hogere nauwkeurigheid? Wie converteert de kabel- en
leidinggegevens? Moeten de nutsbedrijven gegevens vastme-
ten aan de provinciale data? Meet de provincie voor niets?
De e-Provincie
Het begrip e-Provincie vraag wel enige toelichting, vindt Be
velander, want eigenlijk is dat de achtergrond van de om
vangrijke geo-omwenteling. Het toenemend ICT-gebruik als
uitvoeringsinstrument van 'de Andere Overheid' moet erin
resulteren dat betere, snellere en uitgebreidere informatie
GEO-INFO 2006-9