i in de geo-wereld daarin vooruitlopen en gewend zijn om te kijken wat voor slims anderen hebben bedacht. Dat komt waarschijnlijk doordat die wereld betrekkelijk klein is en je vrij snel op de hoogte bent van wat ande ren doen en uitvinden. Bovendien zijn geodeten zowel als geografen erop ge traind om te kijken welke onderdelen van verschillende wetenschappen bij elkaar gebracht kunnen worden. Je bent steeds bezig verschillende bron nen van informatie bij elkaar te bren gen en te integreren. '(Hoe kan ik meer maken van die aparte onderdelen?)'. Dat in tegenstelling tot de pure ICT- wereld, volgens Bevelander, waar men erg gericht is op het maken van maat werk, gericht op één doel. provincie Noord Brabant. beschikbaar komt en verstrekt kan worden aan beleidsma- Geo centraal op kers van provincie en gemeenten maar ook aan particulie- een open dag bij ren die zich willen oriënteren op gevolgen van geplande in grepen in hun omgeving of het aanvragen van vergunnin gen. Een en ander moet leiden tot snellere procedures, kor tere doorlooptijden en ook tot beter begrip van wat de (pro vinciale) overheid doet. De dienstverlening moet er beter door worden en dat alles zou ook nog moeten leiden tot lastenverlaging voor burger en bedrijf. Dat is niet alleen een technisch probleem maar vooral ook een politiek en organisatorisch probleem want om die kor tere doorlooptijden te kunnen realiseren, moeten harde tijdafspralcen worden gemaakt en dat kan alleen als er sanc ties bestaan tegen overschrijding van termijnen. Alles bij el kaar een hele uitdaging. Vogels wijst er op dat ook de voor genomen authentieke basisregistraties daarin cruciaal zijn en met name de verantwoordelijkheden die bij de bronhou ders worden gelegd. Gezamenlijke aandacht voor In het softwaregebruilc, met name GIS, is bij de provinciale diensten wel een heid ontstaan. Allen hebben dezelfde leverancier (ESRI) en gebruiken Arc- GIS. Anders dus dan bij gemeenten, waar een grote verscheidenheid be staat. Door gezamenlijke inkoop zijn wel voordelen te behalen, al lijkt dit bij ESRI nog beperkt te zijn tot een soort bonusbonnetjessysteem. Vogels: "We gaan binnenkort wel kij ken of we een andere (voordeliger) af spraak met ESRI kunnen maken door gezamenlijk afnemer te worden in één contract", maar Bevelander vraagt zich af hoe je daar dan twaalf handtekenin gen onder kunt krijgen. "Want we zijn niet één bedrijf maar twaalf afzonder lijke politieke organisaties, elk met een eigen kleur." De andere kern teamle den springen hier direct op in door pas- referentienetwerken. klare oplossingen te bedenken, maar Werken alle provincies op dezelfde manier? "Nog niet", zegt Vogels, "maar daar wordt wel naar toe gewerkt." Als voorbeeld noemt hij het gebruik van een landelijk glasve zelnetwerk waardoor eigen informatie ook bij andere pro vincies geraadpleegd kan worden en waardoor eventueel werkzaamheden uitgewisseld of voor een andere provincie uitgevoerd kunnen worden. Dat zal er al snel toe leiden dat, bij het aanschaffen van nieuwe applicaties en systemen, naar eenzelfde aanpak wordt gezocht waardoor meer een heid van werken zal ontstaan of zelfs applicaties via die glasvezelverbinding gedeeld gaan worden. Toch lijkt dat eenvoudiger gezegd dan gedaan, want het blijkt soms al moeilijk om de informatievoorziening binnen een provin cie op één lijn te krijgen. Van Arragon denkt dat een volgende stap, om ook gelijk heid van werken in meerdere provincies te bereiken, nog niet zo snel zal zijn gerealiseerd. "Standaardiseren in één provincie betekent nog niet dat je dan ook een standaard voor alle provincies hebt. Maar ilc heb wel het gevoel dat we GEO-INFO 2006-9 352 t

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 14