402 aarda, Koeman en nu Dolf Waalewijn. Twee leer- In zijn loopbaanbeschrijving besteedt hij uitgebreid aan- meesters en een vriend weg, binnen een jaar. Als je dacht aan zijn "internationale werk", oud wordt, moetje er aan wennen dat personen die in je Hij had zitting in verscheidene organen van de LAG en leven belangrijk waren er niet meer zijn. Als bijdrage aan maakte daarbij kennis met toonaangevende geodeten een project van de Werkgroep Geschiedenis der Geodesie beschreef Waalewijn in 1995 zijn eigen loopbaan. Dat is van de oudere generatie, zoals Kneissl, Baeschlin en Le- vallois. een spannend verhaal geworden met een heel groot aan- In 1974, na de pensionering van Rienstra, volgde zijn be- tal feiten, geschikt om, bijna geheel, in een tijdschrift op- noeming tot Hoofd van de Meetkundige Dienst in de genomen te worden. Ilc maak van dit verhaal nu dank- rang van hoofdingenieur-directeur. In die hoedanigheid baar gebruik. werd hij ambtshalve lid van de Rijkscommissie voor Ge odesie en nam hij zitting in diverse bestuurs- en overleg- Waalewijn deed al in 1940 eindexamen HBS, met een organen. Zeven jaar later dwong zijn gezondheid hem prachtige lijst. De keuze voor de studie Landmeten, zo terug te treden als hoofd van dienst. Dat leidde echter vertelde hij zelf, werd meer door zijn vader dan door niet tot niets doen. Men kan zeggen dat hij aan een twee- hemzelf gemaakt. de carrière begon: als historicus. Al in 1980 gaf hij blijk Over zijn studietijd in de oorlog doet hij uitgebreid ver- van zijn belangstelling voor geschiedenis door lid te wor- slag. Treffend zijn de blijken van kameraadschap in de den van de, kort daarvoor door de Rijkscommissie inge- grote groep die in september 1940 de studie Landmeten stelde, Werkgroep Geschiedenis der Geodesie, waarvan aan de TH te Delft begon. Waalewijn wist, met een flinke hij jarenlang voorzitter zou zijn. Het kwam hem daarom dosis geluk, uit de klauwen van de Duitsers te blijven. goed van pas dat de directeur-generaal van de RWS hem In april 1946 behaalde hij het diploma Civiel Landmeter voorstelde zich te verdiepen in de geschiedenis van de en trad in dienst van het Ingenieursbureau Van Steenis, Rijkswaterstaat in de Tweede Wereldoorlog. Waalewijn waar hij flink wat praktijkervaring opdeed. Maar na eni- aanvaardde de opdracht en werd overgeplaatst naar de ge tijd kwam bij hem het verlangen op om zijn theoreti- Hoofddirectie in de rang van raadadviseur. Na zijn ver- sche kennis te verbreden. Door tussenkomst van zijn col- vroegde uittreding in 1985 wijdde hij zich geheel aan het lega en vriend Cor Koeman werd hij aangesteld als as- maken van een proefschrift, waarop hij in 1990 te Leiden sistent van prof. J.M. Tienstra, maar al heel gauw werd hij promoveerde. Van zijn proefschrift verscheen een han- toegevoegd aan W. Baarda, die toen kort daarvoor tot lec- delseditie met de naam "Achter de bres - De Rijlcswater- tor benoemd was. Begin 1950 nodigde ir.A.J. van der Wee- staat in oorlogstijd". Dit was een mooie afsluiting van le, hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswater- een boeiende loopbaan, hoewel zijn activiteiten voor de staat, hem uit te solliciteren en op 1 maart 1950 trad hij Werkgroep Geschiedenis en later voor De Hollandse Cir- in de rang van landmeter aan bij de MD. Zijn eerste taak lcel nog doorgingen. bij de MD was een verslag schrijven van de Tweede Zijn collega's en vele vrienden zullen zich hem herinne- Nauwlceurigheidswaterpassing die van 1926 tot 1940 had ren als een zeer kundige, maar uiterst bescheiden en be- plaatsgevonden. De Derde Nauwlceurigheidswaterpas- langstellende vriend voor allen, sing moest van start en Waalewijn heeft daar een groot aandeel in gehad. Al doende werd hij, mede door het in toenemende mate grensoverschrijdende karakter van de hoogtebepaling, een internationaal expert op dit gebied. In 1952 ontving hij het diploma Geodetisch Ingenieur op een scriptie over de middelbare fouten uit steekproeven, waarvoor hij in zijn tijd bij Baarda ervaring en kennis had opgedaan. In 1960 werd hij bij de MD belast met de afdeling Planning. In die functie leerde hij alle afdelin gen van de dienst goed kennen. In 1963, toen Van der Weele overging naar het ITC en ir. S. Rienstra hem op volgde, werd Waalewijn hoofd van de buitendienst. Prof. ir. Henk Zorn GEO-INFO 2006-9 In memoriam dr.ir. Dolf Waalewijn (1923-2006)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 63