Provincies in beeld Twaalf provincies, (uiteindelijk) twaalf enquêtes met 23 open vragen levert zo'n 12.000 woorden tekst op, genoeg voor vier artikelen. Maak daar maar eens een leesbaar verhaal van. Hierbij een poging, waarbij achtereenvolgens de organisatie, geo-toepassingen, bestanden, systemen en de toekomst aan bod komen. oms lijken de twaalf provinciën veel op elkaar maar even zo vaak verschillen ze als dag en nacht. In ieder ge val is de manier van organiseren zeer divers, evenals de be zetting. Het aantal vakgenoten varieert van vijf tot meer dan vijftig, een factor tien dus. Wat hen bindt, is het ge bruik van de bestanden van de Topografische Dienst Ka daster, met behulp van ESRI-software en een verwachting dat internet steeds belangrijker wordt. Organisatie Geo-informanten zijn op diverse plaatsen in de organisatie gepositioneerd (fig. 1), de landmeters zijn een aantal maal gekoppeld aan de wegenafdelingen. In vier gevallen zitten alle vakgenoten organisatorisch samen of heel dicht bij el kaar. Gemiddeld zijn de geo-medewerlcers met z'n tweeën twintigen (tabel 1). De rol/functie van GIS-coördinator komt overal voor, het hele deelgebied GIS is goed vertegenwoor digd. Bij één provincie werken geen lcartografen, bij twee provincies kunnen ze het (volgens de geleverde gegevens) doen zonder landmeters. Gtntraal Quwgai 5 Otmangcfc 1 2 L-sndmmfiLiiiff I Kvtcprt» -5*5 1 GÖ Lp «Ju«IniiJf Katopri» Ufrtrra*»<inf« Fig. 1. Organisatie bij de provincies. gemiddeld percentage minimaal maximaal GIS 7 34% 3 22 Kartografïe 5 24% 2 12 Landmeetkunde 7 32% 2 15 Overig 2 9% 0 9 Totaal 22 5 57 Tabel 1. Aantal medewerkers per vakgebied. Irwin van Hunen, redacteur Geodesie landmeetkunde 29% Kartografïe geo-informatica 15% Geografie 15% Geo-informatie 8% GIS 8% Applicatie ontwikkeling 4% Grafische vormgeving 4% Archief 2% Cultuurtechniek 2% Hydrografie 2% Informatica 2% Repro 2% Wiskunde 2% Overige 4% Tabel 2. Vakmatige- opleidingsachtergrond. en de categorieën geo-informatie en GIS leveren elk nog eens 8%. De samenwerking van de provinciale geo-informanten met hun I&A-colle- ga's (fig. 3) is meestal goed, hoewel vaak informeel of projectmatig van aard. Eén provincie laat zich hier nega tief over uit. Outsourcing, tenslotte, wordt slechts in twee gevallen toege past (fig. 4). Bij capaciteitsgebrek wordt wel regelmatig gebruik ge maakt van uitbesteding of inhuur. Het functieniveau voor de GlS-medewerlcers ligt op weten schappelijk en HBO niveau, de lcartografen en landmeters hebben HBO- of MB O-achtergrond (fig. 2). De opleidings- en werlcachtergrond is zeer divers (tabel 2). Geodesie/land meetkunde vormt met 30% de grootste categorie, dan vol gen kartografïe/geo-informatica en geografie met elk 15% Fig. 2. Werkniveau per vakgebied. 5Ü LandmM&urYht u i k GEO-INFO 2006-9 K p»3 rntK- ("U»'aüV 344

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 6