Q.3
■2
5
9.2
Ö.»4
0.1
D ÜE
0
0
2 3 4
loglictufe*!) [Mif
problematiek want dat legitimeert een
verhoging van de premies. Striktere re
gels voor voorzichtig graven kunnen
een argument zijn om minder vaak te
hoeven uitkeren. Voor consultants was
het een kans op onderzoeksopdrach
ten en opdrachten ter verbetering van
informatiesystemen. Het wetsvoorstel
komt alle belanghebbenden in hun be
langen tegemoet. Hoeveel is nog niet
helemaal in te schatten, want het wets
voorstel bevat nog een aantal open
eindjes (vraag 5, 7 en 8) en juridische
rariteiten [Van Velsen, 2006]. Het lob
bywerk is nog volop gaande. Eén be
langhebbende komt er mijns inziens
bekaaid van af. Gemeentes krijgen er
de ondankbare taak bij om dode kabels
en leidingen te registreren (art. 17 van
het wetsontwerp). Tegelijkertijd doet
het wetsvoorstel niets om gemeentes
meer regie te geven op het vlak van de
driedimensionale (3D) ruimtelijke or
dening (zie vraag 8).
Hoe groot is het probleem?
Voor het wetsvoorstel is een onderzoek
uitgevoerd door een onafhankelijke par
tij, namelijk het Nederland Normalisa
tie Instituut [NEN 2004]. NEN heeft in
korte tijd gedegen werk geleverd. De
omvang van de graafschadeproblema-
tielc is moeilijk te becijferen. Partijen
die cijfers hierover hebben (verzeke
raars, nutsbedrijven) hebben er weinig
belang bij om deze naar buiten te bren
gen. Bij uitzondering zijn de schades
van een aannemer verkregen (fig. 2).
De consequentie hiervan is dat zij de
cijfers slechts onder strikte voor
waarden in beperkte kring hebben ver
strekt en dat die cijfers daardoor voor
de buitenstaander moeilijk te verifië
ren zijn. De verstrekking van cijfers is
ook praktisch moeilijk wanneer deze
Fig. 2. Histogram
van een schade-
volgens verschillende registratiemethoden zijn verzameld
en opgeslagen in verschillende informatiesystemen, en wan
neer bepaalde kosten simpelweg niet zijn geregistreerd. De
twee best beschikbare schattingen over de omvang van het
probleem zijn veertig miljoen euro directe schade aan kabels
en leidingen per jaar [NEN 2004] en vijfenzeventig miljoen
euro per jaar [Ravi 1988]. In beide bedragen is gevolgschade
niet meegerekend (zie vraag 7). Hoeveel lichamelijk letsel er
jaarlijks voorkomt, is geheel onbekend. Er is dus weinig be
kend over de werkelijke omvang van graafschade en de ge
volgen ervan. Het wetsvoorstel verplicht netbeheerders om
schade te rapporteren aan het Kadaster (art. 14), wat er pre
cies geregistreerd moet worden, moet nog nader worden be
paald (art. 19 vierde lid ad a).
Wat zijn de oorzaken en wat doet de wet?
De vijf hoofdoorzaken van graafschade zijn mijns inziens:
1. informatie-uitwisseling;
2. vakmanschap van de grondroerders (gravers);
administratie. In 3. ligging kabels en leidingen;
zo'n 25% van de 4. bodemmateriaal;
gevallen is geen
schade betaald door
5. aard van de werkzaamheden.
de aannemer. De Het is moeilijk om deze vijf oorzaken uit elkaar te trekken.
piek ligt bij 2.4 ofwel
102A ongeveer
Bijvoorbeeld goed vakmanschap kan schade voorkomen on
danks een gebrekkige informatie-uitwisseling. Evenzo kan
250 schade), het de informatie-uitwisseling nog zo goed zijn, het komt uit-
maximum ligt op 4
ofwel 104 (=ongeveer
eindelijk toch aan op hoe zorgvuldig er wordt gegraven. Het
zal u niet verrassen dat de netbeheerders wijzen op gebrek-
10.000 schade), lcig vakmanschap als de hoofdoorzaak van schade, terwijl de
grondroerders juist op de andere oorzaken wijzen (fig. 3).
In het NRC-Handelsblad en later in het NEN-rapport, dat de
basis vormt voor het huidige wetsvoorstel, wordt de nadruk
gelegd op oorzaken nr. 1 en 2: informatie-uitwisseling en
vakmanschap. In het wetsvoorstel worden diverse maatre
gelen genomen om de kwaliteit van de gegevens te verbete
ren, de informatie sneller en beter aan te leveren aan de
grondroerder, het gebruik van de informatie verplicht te
stellen en het gebruikersgemak van de informatie te verho
gen (bijv. tekeningen digitaal over elkaar heen leggen). Het
wetsvoorstel verplicht ook tot zorgvuldig graven (art. 2). Te
gelijk met de totstandkoming van het wetsvoorstel zijn
door de graafsector initiatieven genomen om het vakman
schap te verbeteren (www.graafschade-voorlcomen.nl). Door
het CROW (www.crow.nl) wordt op dit moment in samen
werking met alle betrokken partijen een richtlijn 'zorgvul
dig graven' opgesteld.
Fig. 3. Goed
vakmanschap is
voor het graven
eerst de kabels
en leidingen
opsporen, bijv. met
detectiepaaratuur.
GEO-INFO 2006-10
I—