lokaal beheren in hun eigen datama- nagementsystemen. Uiteindelijk doel is te komen tot een situatie waarbij ge bruikers volledig transparant en uni form kunnen zoeken via internet naar gegevens die door de partners worden beheerd en waarbij gebruikers via een portal toegang kunnen krijgen tot de geselecteerde gegevens zonder zich verder te verdiepen in de werking en interfaces van de verschillende part nersystemen. Internationale samenwerking en afstemming Nationale Oceanografische Data Cen tra (NODC's) zijn wereldwijd actief in 62 landen als nationale representan ten in het IODE-programma (Interna tional Oceanographic Data and Infor mation Exchange) van de Intergovern mental Oceanographic Commission (IOC) van UNESCO. De NODC's richten zich op professioneel datamanage- ment, ontwikkeling van standaarden, ondersteuning van instituten en ge bruikers en productie van toegevoegde waarde-producten. Daarnaast is de NODC als Nederlandse vertegenwoordiger ook actief in het EU project Sea-Search en haar recente opvolger SeaDataNet, die leidend zijn in de opbouw en harmonisering van de Europese infrastructuur voor ma riene datamanagement. Sea-Search telt 33 partners (NODC's) uit 30 landen rond Europese zeeën. In SeaDataNet is dit uitgebreid naar 49 partners uit 35 landen. De ontwikkeling van de NODCi-infra- structuur in Nederland gaat in de praktijk derhalve gelijk op met de ont wikkeling van de Europese infrastruc tuur tussen de diverse nationale netwerken. Dit betekent dat er een bre de afstemming is op het gebied van standaarden (metadataformat, datafor- mat, QC-methodes, enz.) en tevens dat nationale ontwikkelingen internatio naal kunnen worden ingebracht. Uitvoering van NODCi Fase i Voorafgaande aan Fase 1 is een NODCi- concept opgesteld dat het afgelopen jaar is getoetst bij elk van de deelne mende gegevens houders en afgestemd met het concept, zoals dat in het RGI- project 'Geoloketten' wordt voorge steld. Dit laatste project zal de 'ruggen graat' gaan vormen voor de Nationale Geo Informatie Infrastructuur (NGII) die via RGI wordt nage streefd. Opgave voor NODCi is derhalve aan te sluiten op de internationale afspraken binnen het mariene en oceanogra fische domein en op de nationale afspraken die uitwisseling tussen domeinen in Nederland mogelijk moeten maken. De adoptie van ISO-normen biedt hiervoor de geschikte weg. Met alle partners (zowel managers als technici) is overleg gevoerd om nader inzicht te krijgen in hun lokale database systemen en om het originele NODCi-concept te toetsen op haalbaarheid. Uitgangspunt is namelijk dat de lokale syste men blijven gehandhaafd en verantwoordelijk zijn voor het databeheer. De NODCi-infrastructuur gaat rusten op stan daard-protocollen voor communicatie, (meta) dataformats en, op termijn, voor Quality Control-methodielcen en op de aanleg van een centrale portal voor identificatie van data en geregelde toegang tot data. In hetzelfde tijdsvenster is actief deel genomen aan meetings en activiteiten van het EU-Sea-Search project waarin met name is bijgedragen aan de reali satie van een pilottoepassing voor een centrale index tot mariene datasets die bij partners worden beheerd. Er is een Common Data Index (CDI) metaformat geformuleerd, als subset op het IS019115 model, en volledig gedocu menteerd met ondersteunende libra ries (gecontroleerde trefwoorden lijsten) en tools voor generatie van CDI- XML records uit lokale systemen. In 2005 is vervolgens een pilot CDI-service gelanceerd, ge bouwd door MARIS en met bijdragen van NODCi partners NIOZ en RIKZ, die via www.sea-search.net kan worden be zocht. (fig. op p. 324). De analyse- en overlegactiviteiten hebben geresulteerd in een gemeenschappelijk concept voor de NODCi-infrastruc tuur. Dit is vervolgens ook besproken met een brede groep van potentiële gebruikers uit de scheepvaart, scheepsbouw, offshore, bagger- en survey-industrie, wetenschappelijk zee onderzoeksector en van de diverse partner-organisaties. Voorgesteld NODCi-concept Een vitaal onderdeel is een centrale en up-to-date metadirec- tory op de NODCi-portal voor indexering van individuele da tasets bij partners. Deze NODCi-catalogus biedt gebruikers de functionaliteit om beschikbare data te kunnen identificeren en om door te kunnen schakelen naar mogelijke datatoe- gang. In Fase 1 is met succes gezien dat hiervoor aangesloten kan worden op het Europese Common Data Index format (CDI). Ook is met succes de toepasbaarheid verkend van de Parameter Discovery Vocabulaiy (PDV), die binnen Sea-Search is ontwikkeld onder leiding van het British Oceanographic Data Centre. Het geadopteerde CDI-indexformat is met hulp van RAVI vergeleken met de recent verschenen NL Metadata- standaard voor Geografische Datasets. Hieruit blijkt een aan tal kleine verschillen, vooral ingegeven door het feit dat in NODCi sprake is van dynamische datasets (tijdseries en verti cale profielen) en minder van lcaartdatasets. Dit zal in Fase 2 nader worden opgelost. De missie van het Bsik-pro- gramma Ruimte voor Geo- informatie luidt: "De verbe tering en innovatie van de Na tionale Geo-Informatie Infra structuur en het geo-kennis- veld in Nederland voor een adequaat en efficiënt bestuur en een krachtig bedrijfsleven." Het pro gramma loopt tot 2009 en heeft naar ver wachting een budget van veertig miljoen euro, waarvan twintig miljoen euro subsidie. Project RGI-014 is een project uit de eerste tender en betreft: NODC-i, Fase 1. GEO-INFO 2006-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 25