er sprake zijn van een functie ten be hoeve van zoeken en vinden. Daar naast is gekeken naar de relevantie van de attributen ten behoeve van ge bruik door de eerste doelgroep. Im- KiCH2006 biedt een structuur voor het cultuurhistorisch object. Dit object be vat 'content', in de regel vastgelegd in een document of een databasestruc tuur, en metadata. De content kan: een cultuurhistorisch geo-object be schrijven; direct verwijzen naar een bestaand cultuurhistorisch geo-object; een cultuurhistorisch fenomeen be schrijven dat een relatie heeft met een willekeurige lolcatie; een cultuurhistorisch fenomeen be schrijven dat een onbekende of geen enkele relatie heeft met een lo lcatie. Een cultuurhistorisch geo-object is een veelal sterk gestructureerde beschrij ving van een duidelijk gedefinieerd fe nomeen. De geometrie van het feno meen is met een bepaald kwaliteitsni veau vastgelegd in de vorm van een punt, een lijn of een polygoon. Dit soort objecten wordt in het algemeen beheerd in geo-databases of lcaartlagen. De overige drie vormen van content worden als documentair object be schreven. Als een object een directe re latie heeft met een bestaand cultuur historisch object (bijvoorbeeld een foto van een gebouw) dan biedt ImKiCH de mogelijkheid direct naar dat object te verwijzen. Het kan ook zijn dat een object wel een relatie heeft met een plek maar niet (administratief hard gekoppeld) ver wijst naar een CH-object. Dat kan bij voorbeeld het geval zijn als de betref fende foto uit een compleet andere context komt dan het gebouw. Vaak is het dan wel mogelijk de foto te voor zien van adrescoördinaten, waardoor de lolcatie van de foto op de kaart afge beeld lean worden, maar is er slechts een ruimtelijke relatie met een even tueel op de foto afgebeeld geo-object. Het vierde type object kent geen enke le relatie met een geo-object of een lo lcatie. Dit type objecten lean niet met een ruimtelijke zoekvraag gevonden worden. Content Content bestaat, zoals gezegd, uit ge structureerde of ongestructureerde in formatie of uit mengvormen hiervan. Een voorbeeld van hoog-gestructureer- de content is een database bestaande uit onderling gekop pelde tabellen, al dan niet voorzien van een geo-compo- nent. De kolommen in deze tabellen bevatten bij voorkeur gevalideerde en gestandaardiseerde waarden. Vindbaar heid van objecten is het belangrijkste uitgangspunt bij het ontwerp van deze structuren. Ongestructureerde content heeft de vorm van bijvoorbeeld een document of een afbeel ding. Mengvormen zijn weliswaar gestructureerd maar de inhoud van attributen bestaat veelal uit ongestructureerde en niet gestandaardiseerde tekst. De functie van de struc tuur heeft vaak meer te maken met de wijze van presenta tie van de content dan met vindbaarheid. De eenheid van beschrijving binnen ImKiCH is altijd het object. In het geval van een database is dat dus een instantie van een entiteit (een 'record') en niet de database zelf. Of de content mee uitgewisseld (en dus gedupliceerd) wordt, wordt bepaald door de vrager en de aanbieder. Voor een gestructureerd ob ject is het veelal eenvoudig de content mee te leveren als onderdeel van het XML-bestand waarmee de uitwisseling plaatsvindt. Voor ongestructureerde (binaire) content ligt het niet voor de hand om dit in te bedden in XML-structuur. In de XML-structuur zal daarom altijd verwezen moeten worden naar de plek waar de content toegankelijk is ge maakt. Dat kan zijn bij de bronhouder of, indien uitwisse ling van de content overeengekomen is, bij de ontvanger. CultuurhtetnhKih informal» o&tscJ 'mkiCH2QD8 Ba&isTHartfli paqHnfarmitiii cNEN-3ÉI1öfr - Du Win cdri Conterri QrelfucluiËëiiJeda'a Fig. 2. De relatie tussen ImKiCH2006, content, metadata, NEN-3610 en Dublin Core. Metadata Binnen ImKiCH2006 is de grens tussen data en metadata niet scherp te trekken. Een attribuut dat in de context van een geo-object gezien wordt als data, kan een metadata-at tribuut zijn als het een documentair object betreft. Een Im- KiCH-attribuut dat in de context van een documentair ob ject een metadata is, kan in de geo-wereld gezien worden als metadata van een complete 'lcaartlaag'. In ImKiCH wordt derhalve niet over lcaartlagen gesproken maar alleen over collecties met objecten. Data en metadata worden al leen vastgelegd op het niveau van het individuele object. In de praktijk zal het object deze gegevens vaak overerven van de collectie maar in principe wordt binnen ImKiCH de col lectie niet apart 'gemetadateerd'. De reden hiervoor is dat objecten uit meerdere collecties kunnen worden samenge- GEO-INFO 2006-10 ti ilmllwa rrrlKJ-ra

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 31