Reactie 2 n Geo-Info 2006-7/8 geven Jacqueline Meerkerk en Arnold Bregt een verken nend antwoord: "De vraag 'Waarheen met de NGII?' dient per land te worden Jaap Be se m er, TU Delft van de meeste individuele mensen op die NGII marginaler dan marginaal is. Is de NGII in het licht van het boven staande iets zinnigs en waar moet het beantwoord". Het antwoord lijkt me, kunnen, maar zeker geen grote broek heen? Als beeld van een goed functione- met enige nuances, juist omdat een NGII aantrekken, laat staan zelf'iets uitvin- rende informatiemaatschappij met een geen van alles los staand fenomeen is den' waarvan we denken dat we dat kun- toespitsing op het belang van goede ge- maar een deel van de maatschappelijke nen opleggen, werkelijkheid. odata, zeker. Als 'eeuwige' infrastruc tuur, zeker niet. De NGII is voor mij naar Ilc denk dat je eerst een paar voorvragen Bij gebruikmaking van de weg stellen tijd, plaats en omstandigheden wisse- moet beantwoorden voordat je aan ge- we vast dat er niet alleen regels blijken lend, dynamisch dus. In het hier en nu noemde vraag toekomt. De eerste voor- te zijn, die tot gevolg hebben dat ieder- zijn de elementen die er een rol in spelen vraag luidt: 'waartoe dienen geodata en een rechts rijdt, maar ook dat er de nodi- goed aan te duiden. Nederland bouwt ze- dient geo-informatie?' Het antwoord is ge belemmeringen zijn. Je mag een weg leer geen eigen autonome NGII. Er is vrij simpel: om in de publieke sector op niet inrijden, niet parkeren of alleen te- mondiale en Europese bepaling van be- verantwoorde wijze beleid te kunnen vormen en beheer te kunnen doen, in de private sector om het relevante bedrijfsleven in staat te stellen zijn doelein den te realiseren en om de consument van een aantal zinnige voorzien. hulpmiddelen te Met als vertrekpunt de constatering dat we in dit land over heel veel geodata be schikken die bij heel veel verschillende ten we mee uitkijken. Het gaat hier veel- partijen in beheer zijn, luidt de volgen- al om politieke keuzen die weliswaar de vraag: 'zijn al die geodata beschik- van invloed zijn op de beschikbaarheid baar en bruikbaar voor genoemde doel einden?' Het antwoord is: deels. gen exorbitante kosten, de brug staat langrijke elementen. Daaraan moeten open. Dat soort belemmerin- wij ons steentje bijdragen. Op nationaal gen kent de geodata-wereld niveau moeten we zeker proberen ont- oolc. Je mag bepaalde data wikkelingen in voor de NGII gunstige zin niet gebruiken, ze kosten te te beïnvloeden. Vertrekpunt zou daar moeten zijn: brede beschikbaarheid van bruikbare goed gespecificeerde geodata. waar een zekere neiging van Er is nog veel te doen. dit soort vraagstukken de kern te maken bij de vraag: 'waarom komt de NGII niet tot stand?' Daar moe- veel, je komt aan de privacy van de een of ander. Ilc ont- Nu komt er een keuze. Een ieder kan zelf van geodata maar die op heel andere gronden gemaakt worden. De kunst is hier die keuzes te beïnvloeden dan wel die geodata inwinnen en bewerken die te modificeren. Ook daarin moeten wij hij of zij nodig heeft. Dat levert veel onszelf niet overschatten. Het gaat te dezer zake om steeds meer Europees georiënteerd en overigens nationaal betrokkenen op te wachten. Dus is het, beleid. Ook hiervoor geldt: we moeten in meer op dan alleen dubbel werk met bij behorende kosten. Daar zitten niet veel in deze benadering, veel eenvoudiger die data te delen. Om dat te kunnen de ontwikkeling zeker meedoen. Ilc denk dat onze beïnvloedingskans op dit doen, hebben we een infrastructuur no- terrein groter is dan in het mondiale dig: virtuele wegen waarover we data la- speelveld. ten gaan van de beheerder naar andere Dan zijn er de weggebruikers: de data. belanghebbenden. Allereerst moeten de We willen graag weten wat voor vlees wegen er zijn. Die zijn er: het internet we in de kuip hebben. Daarvoor hebben we metadata nodig. Daar kunnen we zelf voor zorgen maar doen dat lang niet en daaraan gekoppelde organisatienet werken. In de tweede plaats moeten we allemaal altijd goed. rechts rijden, niet te hard en zo. Daar voor hebben we standaarden nodig. Laat Wat moet ilc tenslotte in deze beschou- er geen misverstand over ontstaan: over het internet en de te hanteren stan- wing met de 'mens' uit het artikel van Jacqueline en Arnold? Alles en niets. Al- daarden heeft Nederland niets (of wei- les, omdat uiteindelijk de mens als ge- nig) te vertellen. Het lijkt er op dat ook bruiker, als medewerker, als leraar, als standaarden mondiale aangelegenhe- leerling, als manager, als parlementa- den zijn. We moeten in de ontwikkeling riër, als... bepaalt waar het met de NGII daarvan meedoen, voor zover we dat heengaat. En niets, omdat de invloed De gele Trui als Frankrijktijdens het Tourseizoen, begin juli 2006 te Macon, Frankrijk. (Irwin van Hunenj. GEO-INFO 2006-10 Waarheen met de NGII?

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 44