5a. Een tweede toepassing van de historie is het tellen van de mutaties in de Grootschalige Basiskaart Nederland (GKBN) die net als de kadastrale kaart oolc in LKI is opgeslagen [Oosterom, Maessen en Quale, 2002]. In elke regio bestaat een lokale instantie in de vorm van een aantal samenwerkende part ners die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de bijhouding van de GBKN. Per regio kan verschillen welke part ner de feitelijke inwinning van de gegevens uitvoert (en hier ook voor gecompenseerd wil worden). Door de mutaties in LKI te tellen, is sprake van een eerlijke basis voor deze verreke ning waarbij nog verschillende muta tiesoorten worden onderscheiden: ver wijdering van een element, semanti sche verandering, het toevoegen van nieuwe elementen (in verschillende categorieën, harde/zachte topografie, wel/niet geconcentreerd). Naast de beschrijving van deze twee toepassingen is het ook aardig om te kijken naar verschillende visualisaties van de historie in LKI. (fig. 5a, b, c, en 6 a, b). Discussie en conclusie In dit artikel zijn oplossingen beschre ven die de ruimtelijke dimensie en de temporele dimensie van een object als aparte attributen van een object opslaan. Indien de ruimtelijke dimen sie 3D is, wordt ook wel van 3D+tijd of 4D-systeem gesproken. Tijdens de AGGN-bij eenkomst ontstond een dis cussie of een dergelijk 4D-systeem ook baat zou hebben bij het gebruik van het 4D ruimtelijk-temporeel datatype (in plaats van een los temporeel attri buut en een los 3D ruimtelijk attri buut). Tijdens de themamiddag van de ArcGis Gebruikersgroep Nederland (AGGN) op 8 juni 2006 bleef deze vraag nog open. Hierbij een poging alsnog een antwoord te geven. De voordelen van een geïntegreerd 4D- datatype zijn: I 5b. Fig. 5. Verander ingen door de tijd: de kadastrale kaart van een landinricht ingsproject op 15-12-1997, 24-12-1997 en 10-01-1998. Fig. 6. Verander ingen door de tijd: (links) tijdstip van verwijdering van een perceel weergegeven via kleur co deringen; (rechts) verwijderde gebouwen in een bepaalde periode. f 4 5 c. optimale efficiënt 4D zoeken (opgeven van zowel ruimte als tijdvoorwaarden in de zoekopdracht). Dit kan alleen indien er gebruik wordt gemaakt van een 4D-datatype (en indexering/clustering). Anders moet de DBMS ('query plan') eerst op ruimte en vervolgens op tijd selecteren (of omgekeerd), wat minder efficiënt is. Merk op dat waar schijnlijk zelfs een 2D-index/clusteraanpak al efficiënt genoeg zal zijn omdat de derde dimensie en de tempore le dimensie niet zo selectief zijn. Dit is dus niet een erg sterk argument voor een 4D-type; ouder-kind relaties tussen objecten uit een ruimtelijke partitie (zoals bij percelen) worden nu topologische buurvragen (voor 4D-'buren' waarbij de tijd anders is) (fig. 3a). Perceel P3 heeft ouderperceel PI en landperce len P4 en P5. Topologische buurvragen zijn efficiënter dan het via ruimtelijke temporele overlap bepalen van ouder-kindrelaties; 4D-analyse: hebben twee bewegende objecten op enig moment in de tijd een overlap? (fig. 3b) Indien opgesla gen als 4D-datatype dan is dit een eenvoudige query, er van uitgaande dat het 4D-datatype de overlapoperatie ondersteunt. Indien als aparte attributen opgeslagen dan is het antwoord minder eenvoudig te geven; wellicht de meest belangrijke vraag is of we een 4D-par- titie (van 3D-ruimte en -tijd) als basis voor ons model wil len: dus geen 4D-overlap en geen 4D-gaten. In dat geval is het hebben van 4D-geometrie en topologie de meest soli de basis. Er zijn echter ook argumenten die in het voordeel van apar te opslag van de ruimte- en tij dattributen spreken: aparte ruimte- en tij dattributen zijn voldoende om alle mogelijke ruimtelijk-temporele situaties vast te leggen; huidige technologie kan gebruikt worden voor de imple mentatie (en dit is niet het geval bij 4D-datatypen waar eerst meer R&D moet worden uitgevoerd); GEO-INFO 200641 'i i fjrtr-g; WjSFjl fui/4"l .u r "73 i 471

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 21