Ramon Hanssen In mijn onderzoek maken we gebruik te zijn, maar een traceerbare referen- more than thousand words', zeggen de van gegevens van radarsatellieten, tie blijkt het op deze manier geens- Engelsen. Studenten leren hoe ze A- Door de computer daar flink aan te la- zins. Ten tweede laat het kaartje geen plaatjes kunnen maken die ook nog ten rekenen, schatten we vervolgens ruimte voor twijfel: of we de bodembe- eens aantrekkelijk zijn, is een nieuwe de minieme beweging van punten op het aardoppervlak. Hierdoor proberen we beter te begrijpen hoe verschillen de fysische processen plaatsvinden. Het resultaat van zo'n analyse is meestal een tabel van tienduizenden weging nu beter kunnen schatten in het westen of in het oosten van het land, het plaatje suggereert de absolu te waarheid. Ten derde is het ook uit het bijschrift niet duidelijk welk type data men heeft gebruikt, of deze geïn- punten waarbij we van elk punt tien- terpoleerd is en of deze dekkend is. tallen parameters beschrijven. Zo'n grote tabel is natuurlijk onmogelijk te In het algemeen zou ik dit, analoog interpreteren, laat staan dat er conclu- aan de B-film, een 'B-plaatje' willen sies uit kunnen worden getrokken, noemen; het mist de kwaliteiten om Daarom zijn we aangewezen op visua- een A-plaatje te zijn. Immers de bron, lisatietechnielcen, plaatjes dus. Door het type data en de bewerkingswijze mooie kleurenplaatjes te maken, liefst is onduidelijk en het bijschrift is on- vanuit verschillende perspectieven, is voldoende. Waarschijnlijk door zijn vaak in een oogopslag een interpreta- visuele aantrekkelijkheid duikt dit tie te geven: daar verzakt het, daar plaatje vaak op waardoor een zelfver- komt het omhoog. Interpolatie van sterkend effect optreedt en het al printgegevens helpt een goed dekkend gauw voor waarheid zal worden aan- ruimtelijk beeld te geven. genomen. uitdaging voor zowel universitair als HBO geo-onderwijs. Ramon Hanssen universitair hoofddocent Instituut voor Aardobservatie en Ruimtevaartsystemen (DEOS), Technische Universiteit Delft E-mail: rfhanssen@tudelft.nl Visuele informatie (plaatjes) is aan trekkelijk, licht verteerbaar en, mits goed gemaakt, uitermate geschikt om een bepaalde conclusie aannemelijk te maken. Plaatjes hebben echter ook een groot nadeel: ze zijn onwrikbaar en suggereren de absolute waarheid. Hoe mooier het plaatje, hoe meer vertrou wen er aan toegekend wordt. Tik bij Google-afbeeldingen 'bodembeweging Nederland' in en je krijgt een prachtig plaatje (vijfde hit) van de verwachte bo dembeweging tussen 1964 en 2050 te zien. Nederland lijkt op een spatteke- ning van een kleuter. Wat is er typisch mis met zo'n plaatje? Allereerst de bron; 'Rijkswaterstaat 1996' staat er. Misschien dachten de gebruikers van het plaatje (in dit geval de Technische Commissie Bodembeweging) nog dat deze bron voldoende autoriteit uit straalt om boven elke kritiek verheven Het maken van A-plaatjes is echter niet makkelijk. Deze herfst heb ik met een groep geomatica-studenten een pro ject uitgevoerd om de deformatie van dijken in Nederland vanuit satellieten te meten. Het bleek mogelijk te zijn de formaties van millimeters per jaar te vinden en een aantal niet-stabiele dijk- segmenten in Nederland te detecteren. Het overtuigend visualiseren hiervan was echter lastig; een andere kleuren- schaal maakte het verschil tussen een dramatische impact en een flauwe aca demische exercitie. Het gaat er natuur lijk om de boodschap zo duidelijk mo gelijk te brengen zonder daarbij de waarheid geweld aan te doen. In onze visueel ingestelde wereld moet de onderzoelcshoek zorgen dat ze niet achter loopt. Helder visueel communi ceren is een vak op zich. 'A picture says GEO-INFO 2006-12 Geo-Info in Onderzoek en Onderwijs plaatjes

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2006 | | pagina 31