Waarheen met de NGII? Reactie 5 Alweer zo'n dertien jaar geleden ontstond ook binnen de Remote- Sensingwereld het besef dat voor een goed en efficiënt gebruik van al die ge gevens die aardobservatiesatellieten ons van boven toezenden, een gestruc tureerde informatie-infrastructuur zeer belangrijk is. Met internet in op komst begonnen we toen ook aan de ontwikkeling van een data-infrastruc tuur die gebruikers moest ondersteu nen bij het vinden, vergaren en gebrui ken van Remote-Sensinggegevens en expertise. Deze ontwikkeling hield zich vooral bezig met de eerste drie van de vijf componenten die volgens Arnold Bregt en Jacqueline van Meer kerk in de definities van geo-informa- tie-infrastructuren steeds terugkeren: de ruimtelijke gegevens (in dit geval de sa tellietdata), de standaarden en de techno logie. Internet bood een prachtig tech nologisch platform 0111 gebruikers een voudig met beheerders van gegevens in contact te brengen. En als iedereen die iets aan te bieden had dat in een gestandaardiseerd formaat deed dan werd het nog gemakkelijker en over zichtelijker. In de volgende fase van de ontwikke ling van deze data-infrastructuur werd het mogelijk 0111 niet alleen de 'gou den-gids'-functie te benutten maar ook om databestanden via 'het net' uit te wisselen. Ook hier werd het natuurlijk allemaal eenvoudiger als die bestan den netjes volgens afspraken beschre ven en ingepakt werden. Vooral dat be schrijven van de gegevens met behulp van metadata standaarden was toen en is nu nog steeds niet zo vanzelfspre kend als dat in de GIS-wereld is, maar dat lijkt mij een kwestie van tijd. Toe nemend gebruik van GIS-informatie voor de interpretatie van waarnemin gen zal een druk leggen op het gebruik van standaarden bij het aanbieden en beheren van satellietgegevens. En nu bevinden we ons in de fase waar in on line webdiensten aan elkaar ge koppeld kunnen worden zodat de ge bruiker zelfs op het net kan 'rekenen'. We kunnen op die manier van alles aan elkaar knopen tot een echte appli catie zolang de aangeboden diensten zich maar aan een aantal afspraken houden. En met name voor Nederland, dat goed is in het koppelen van disci plines en op die manier nieuwe inzich ten en innovatieve diensten weet te creëren, biedt dat tal van kansen. Een mooie ontwikkeling, zou je zeg gen, maar zie je er in de praktijk nu zo veel van terug? Zetten er nu werkelijk zoveel organisaties informatie, over wat men in huis heeft en over wat men allemaal kan, op een gestandaardiseer de wijze op het net? En houden ze die informatie ook bij? Kun je als gebrui ker inmiddels vrij gemakkelijk allerlei databronnen raadplegen en die data ook probleemloos in je favoriete appli catie inlezen en gebruiken? En zijn er al operationele webdiensten opge bouwd die onder de motorkap bestaan uit een bundeling van gedistribueerde web-services? Ik denk dat dat wel mee valt of, beter gezegd, tegenvalt. Een verklaring hiervoor staat een beet je onopvallend in hetzelfde artikel van Bregt en Van Meerkerk, waar ze spre ken over een kanteling die plaatsvindt van taakgerichte informatie voorzie ning naar breed inzetbare informatie voorziening. Het grote probleem bij het ontwikkelen van een informatie infrastructuur zoals de NGII, is dat or ganisaties alleen bereid zijn om vol gens bepaalde afspraken te werken wanneer er oolc een aantoonbaar, veel al economisch nut is. Binnen een orga nisatie is dat nut eenvoudig aantoon baar en wordt er intern met allerlei standaarden gewerkt. Ook in de relatie met de externe wereld, bijvoorbeeld de klant, worden standaarden en gebrui ken gehanteerd al naar gelang de situ atie daar om vraagt. Maar wanneer men informatie aan een anonieme af nemerswereld zou moeten aanbieden volgens niet zelf gekozen standaarden of methoden en zonder dat men zicht heeft op het rendement hiervan, dan ontbreekt al gauw de wil of de zin. Hier kunnen de twee andere compo nenten beleid en mens een rol spelen. Het is de taak van de overheid om ken- nis, technologie en middelen in een open structuur bij elkaar te brengen om op die manier de voorwaarden te scheppen voor kennisontwikkeling en economische bedrijvigheid. De over heid zou wel het nut van de breed in zetbare informatievoorziening moe ten inzien en vanuit dat inzicht de component mens moeten aansturen en misschien wel een beetje moeten dwingen. Want welke organisatie zou nu geheel uit vrije wil volgens de ISO 9000 kwaliteitsnorm werken? Duide lijk is dat de overheid hier de functie van regisseur moet oppakken en dat de NGII ontwikkeling, volgens het in het artikel genoemde scenario II, een belangrijke is. Maar net zo min als dat we als Nederland maar moeten gaan zitten wachten op wat er op Europese of mondiale schaal gebeurt, hoeven or ganisaties en bedrijven niet te gaan zit ten wachten op wat de overheid gaat doen. Nu al kunnen zij de visie ontwik kelen en er ook naar handelen, dat het bijeenbrengen van verschillende disci plines en het gestructureerd beschik baar maken van kennis, informatie, techniek en middelen zonder dat daar bij een specifiek doel geformuleerd is kansen biedt voor innovatie. De componenten beleid en mens zijn dus veel belangrijker voor het produce ren en uitwisselen van ruimtelijke gege vens dan de standaarden en de technolo gie. Toch lijkt de aandacht bij het op zetten van de NGII zich vooral te richten juist die laatste twee en, eerlijk is eerlijk, vooral de technologie is ver leidelijk en werkt prikkelend. En dat is daarmee ook het voornaamste belang: richting geven aan nieuwe ideeën. Want de NGII is niet te ontwerpen en te bouwen: de NGII is wat het is: een organisch geheel dat in de tijd van vorm en structuur verandert maar dat wel een eenheid blijft. De NGII laat zich dan ook niet zo zeer vergelijken met het spoorwegennet maar meer met open water waarover we ons sprin gend via ijsschotsen verplaatsen. Onze route is nooit hetzelfde en ijsschotsen verdwijnen en er ontstaan ook steeds weer nieuwe. Maar we hoeven steeds minder ver te springen en we komen steeds verder. s GEO-INFO 2007-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 10