Een culturele vergelijking van Kadaster en
Rijkswaterstaat als spiegel voor de NGII
Een ingenieur is geen landmeter
De laatste tijd is er de nodige discussie over de toekomst van de
Nationale Geo-lnformatie Infrastructuur (NGII) [Bregt en Meer
kerk, 2006]. Gebruikelijk is om vijf componenten te onderschei
den waar zo'n infrastructuur uit moet bestaan: ruimtelijke gege
vens, standaarden, technologie, beleid en de mens; waarbij de
laatste twee als niet-technisch zijn te bestempelen. Beleid is op
te vatten als de verbinding tussen de (be)denkende mens en de
techniek die een NGII mogelijk maakt. Aan de NGII-gebruikende
en -besturende mens worden daarbij zowel rationele als irratio
nele eigenschappen toebedacht. In vergelijking met de andere
componenten is de mens zo het meest onvoorspelbare element.
ftrs-H. Koerten,
OTB TU Delft
De theorie van Schein:
drie subculturen
Maar is het menselijke gedrag wel zo onvoorspelbaar als
het zich in op het eerste gezicht voordoet? Met de er
varingen tot nu toe binnen de GI-gemeenschap zijn we ge
neigd om deze vraag bevestigend te beantwoorden. Echter,
met gebruik van sociaal-wetenschappelijke theorieën zou
den we schijnbaar onverklaarbare en weerbarstige ver
schijnselen rond het menselijke gedrag inzichtelijk en voor
spelbaar kunnen maken zodat we inzicht krijgen in proble
men rond de realisatie van de NGII.
Een mogelijk instrument 0111 menselijk handelen te verkla
ren, is 0111 te kijken naar de culturen waardoor het hande
len wordt bepaald. Cultuur is te beschouwen als een verza
meling basale stilzwijgende vooronderstellingen over hoe
de wereld in elkaar zit of zou moeten zitten [Schein, 1996|.
Die vooronderstellingen zijn vaak hardnekkig: ingesleten
gewoonten, beroepsnormen en (organisatie)culturen blij
ken grote invloed te hebben op, zo niet bepalend te zijn
voor menselijk gedrag. In een poging greep te krijgen op dit
gedrag loont het dus alleszins de moeite eens op deze ma
nier naar de NGII te kijken.
Dit artikel gaat in op de organisatieculturen van twee orga
nisaties die in Nederland ieder op hun eigen wijze de lande
lijke geo-informatie-infrastructuur hebben bepaald en die
daarin nog steeds een rol spelen: Kadaster en het Rijkswa
terstaat. Gebaseerd op verschenen literatuur, schets ik een
beeld van het gedrag van deze organisaties door de eeuwen
heen en plaats dit in een cultureel kader om daarmee te
proberen greep te krijgen op niet-technische aspecten rond
de NGII.
Ik begin met het kort bespreken van de door Edgar Schein
ontwikkelde theorie van de drie ma-
nagementculturen, zodat die nader
toegespitst kan worden op dit onder
zoek. Vervolgens bespreek ik het op
basis van de literatuurstudie verkre
gen chronologisch profiel van beide
organisaties en geef ik een analyse met
behulp van de theorie. Ik sluit af met
een vergelijking van beide culturen
om uiteindelijk de resultaten daarvan
met de problematiek rond de NGII te
verbinden.
Schein definieert drie subculturen die
in elke organisatie in meer of mindere
mate aanwezig zijn: een werkvloercul
tuur, een technische cultuur en een be
heers- of managementcultuur [Schein,
1996[. Deze culturen staan in relatie tot
elkaar en de wijze waarop ze op elkaar
zijn afgestemd, bepaalt in de optiek van
Schein het succes van de organisatie.
De werkvloercultuur is intern gericht,
op het primaire proces. Daardoor is de
ze subcultuur voor een organisatie het
meest specifiek. Zij is erop gericht het
werk zo goed mogelijk uit te voeren
met de beschikbare mensen. Communi
catie, houding, omgaan met onzeker
heid en wederzijds vertrouwen spelen
daarbij een rol. De technische cultuur
daarentegen is extern gericht, ideeën
voor verbetering, werkstructurering en
optimalisatie komen van buiten. Deze
cultuur bepaalt hoe met nieuwe tech
nieken van buitenaf processen binnen
de organisatie worden verbeterd. Hier
spelen begrippen als onzekerheidsre
ductie, oorzaak en gevolg, ontwerp,
planning en risicobeheersing een rol.
De managementcultuur is eveneens ex
tern gericht maar dan op beheersing en
overleving van de organisatie als ge
heel. Belangrijk daarbij zijn begrippen
als rendement, resultaat en verant
woordelijkheid.
De drie subculturen zijn in elke organi
satie te herkennen, de cultuur van een
organisatie is te beschouwen als een
GEO-INFO 2007-1