zoon zijn ambachtelijke manieren van
organiseren die bij Rijkswaterstaat in
het begin heel gewoon zijn. De uit het
krijgsbedrijf afkomstige waterstaatsin
genieurs, die veelal een militaire prak
tijkopleiding hebben ontvangen, ver
anderen geleidelijk van 'selfmade men'
met militaire mores naar een water
staatscorps met een eigen opleiding en
belangenorganisatie [Lintsen, 1980].
Het is voornamelijk de veranderende
manier van opleiden die de ingenieur
geleidelijk van een militair in een
civiel-ingenieur omvormt. Die oplei
ding, aanvankelijk aan militaire insti
tuten, vindt vanaf midden negentien
de eeuw plaats aan de Koninklijke Aca
demie die via de Polytechnische school
evolueert naar de Technische Hoge
school, opgericht in 1905 met een vol
ledige academische status |Lintsen,
1980]. Het Koninklijk Instituut voor
Ingenieurs (KIVI), in 1847 opgericht,
blijkt een vehikel om kennis uit te wis
selen [Bosch, Van der Ham et al., 1998].
Steeds opnieuw worden van Rijkswa
terstaat oplossingen voor waterstaat
kundige problemen verwacht en men
bedenkt daarvoor pragmatische op
lossingen. Begin negentiende eeuw
verzinnen ingenieurs die oplossingen
voor technische problemen nog vaak
zelf, verwoorden die in rapporten en
staan ze zelf aan het hoofd van de uit
voering. Halverwege de negentiende
eeuw wordt echter al meer een beroep
gedaan op expertise uit het buiten
land. De problemen bij de aanleg van
de Nieuwe Waterweg, eind negentien
de eeuw, zorgen voor een kentering in
het denken. Het besef dringt door dat
men bij dit soort projecten niet zon
der kennis en inzicht van stromingen
en sedimenttransport kan en dat
daarvoor meetgegevens nodig zijn.
Het inwinnen daarvan is alleen moge
lijk met nauwkeurige kaarten, loca
tie- en hoogtegegevens [De Vries en
Van der Woude, 1995].
De Zuiderzeewerken en later de Delta
werken stimuleren de honger naar ken
nis nog meer. Rond de jaren dertig van
de vorige eeuw ontstaan allerlei ken
nisgerichte instellingen zoals het Labo
ratorium voor Grondmechanica, de
Meetkundige Dienst en het Waterloop
kundig Laboratorium. In organisatori
sche zin toont het departement van
Waterstaat zich daarbij onconventio
neel en inventief. Zo worden de Zuider
zeewerken in een aparte dienst onder
gebracht (1919, in 1971 ingevoegd in
Rijkswaterstaat), het Waterloopkundig Laboratorium wordt
als stichting opgericht en de Meetkundige Dienst (MD) ont
staat door inlijving van een commercieel bedrijf, het Geo
detisch Bureau van prof. Schermerhorn. Andere organisatie
delen worden indien nodig aangepast om het probleemop
lossend vermogen te vergroten. Als de milieuproblematiek
in de jaren zeventig op de agenda komt, zorgt Rijkswater
staat ervoor dat kennis over die aspecten beschikbaar is en
een rol speelt in de besluitvorming.
De in 1931 opgerichte MD is voor de hoofdtaken van Rijks
waterstaat ondersteunend op het gebied van geodetische
vraagstukken. Daarmee is de plaats van de landmeter, met
zijn voor waterstaatskundige werken noodzakelijke geode
tische expertise, geformaliseerd. Hoewel ondersteunend en
bescheiden van omvang, is de MD doordrenkt met dezelfde
kennishonger als Rijkswaterstaat zelf en daardoor toonaan
gevend in Nederland als het gaat om de omgang met nieu
we geodetische technieken als fotogrammetrie en het toe
passen van rekenmachines.
Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw blijft Rijkswa
terstaat deze innovatieve geest houden. Doordat de grote
werken zoals de Deltawerken en de IJsselmeerpolders zijn
afgerond, transformeert Rijkswaterstaat van een opbouw-
naar een beheersorganisatie. Er moet bezuinigd worden en
men zet de tering naar de nering door in te krimpen en uit
te besteden, maar worstelt met de rol van organisaties als
de tot Adviesdienst Geo-informatie en ICT getransformeer
de Meetkundige Dienst.
(Overigens had ook de onder het departement van V&W res
sorterende Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders van 1947
tot na 1990 een innovatieve afdeling Landmeten, tevens
voor kadastraal werk.)
MD-oprichter en
-adviseurprof'Ar. W. Analyse
Schermerhorn hij de Het doel van Rijkswaterstaat is het zorgen voor droge voe-
Stereoplanigraph, ten door het aanleggen van infrastructuur. De manage-
ca. 1935. mentcultuur is steeds ondergeschikt aan de technische
GEO-INFO 2007-1