Tot slot: de betekenis van cultuur voor de NGII
Literatuur
Samenvatting
cultuur, vóór alles is nieuwe kennis nodig om de proble
men de baas te worden. Aanvankelijk ligt de nadruk op de
werkvloercultuur want men bedenkt de oplossingen zelf.
Het besef dat daar gestructureerde kennis voor nodig is,
maakt dat langzaamaan een technische cultuur ontstaat
waardoor kennis zelf gecreëerd wordt of van buiten wordt
gehaald. De werkvloercultuur neemt in belang af en ver
schuift bovendien van het oplossen van problemen naar
het steeds maar weer aanpassen aan nieuwe door de tech
nische cultuur vormgegeven situaties. Pas vanaf de jaren
negentig, als er geen innoverende projecten meer zijn,
krijgt de managementcultuur de overhand: er moet be
zuinigd worden en bij Rijkswaterstaat komt het accent op
efficiënte uitvoering te liggen, daarbij wordt ook de posi
tie van de Adviesdienst Geo-informatie en ICT ter discus
sie gesteld.
Een duik in de organisatieculturen door de jaren heen van
Kadaster en Rijkswaterstaat levert een contrastrijk beeld op.
De twee organisaties gebruiken geo-informatie voor hun
primaire taken maar gaan hier op een totaal verschillende
manier mee om. Bij Rijkswaterstaat heeft de voortdurende
strijd tegen het water een innovatiebevorderende sterke
technische cultuur opgeleverd die onmiskenbaar voor een
innovatieve omgang met geo-informatie heeft gezorgd. Het
Kadaster heeft heel lang een dominante werkvloercultuur
gehad waardoor innovaties op geodetisch gebied lange tijd
werden geremd. De onderling verschillende doelen bepalen
het karakter van de organisatiecultuur die de al dan niet in
novatieve omgang met geo-informatie bepaalt. Een veran
derende organisatiedoelstelling heeft evenzeer gevolgen
voor de organisatiecultuur en de analyses van beide organi
saties laten dit zien.
Organisatieculturen zijn hardnekkig. Zowel bij Rijkswater
staat als bij het Kadaster kost het begin negentiende eeuw
en eind twintigste eeuw veel tijd om ingesleten gewoonten
te veranderen. Ook kunnen bepaalde gebruiken en metho
den jarenlang dominant blijven terwijl het nut daarvan
door de veranderende werkelijkheid omstreden is geraakt.
Deze analyse laat zien dat zogenaamd 'zachte' onderwer
pen als organisatieculturen opvallend hard en indringend
kunnen zijn.
Wat zegt deze analyse over de totstandkoming van een
NGII? Het laat zien dat organisatieculturen moeilijk te beïn
vloeden zijn en grote invloed hebben op hoe binnen een or
ganisatie met geo-informatie wordt omgaan. Zowel Kadas
ter als Rijkswaterstaat bezitten geo-informatie die door de
Nederlandse NGII ontsloten wordt. Op basis van boven
staande analyse, kunnen we verwachten dat verschillende
culturen er voor zorgen dat beide organisaties op een on
derling verschillende manier in een NGII proberen te parti
ciperen. Hetzelfde geldt voor andere organisaties die deel
uit gaan maken van een NGII; zij brengen eveneens een ei
gen cultuur mee die op een eigen manier met geo-informa
tie omgaat. Al die organisaties stellen andere eisen aan geo-
informatie die binnen een NGII beschikbaar is.
Het zijn culturele aspecten die de omgang met geo-informa
tie bepalen die daardoor van invloed zijn op het succes van
een NGII. De theorie van Schein, hier toegepast op een litera
tuurstudie, toont een in het oog springend verschil in organi
satieculturen tussen twee organisaties. Hiervoor is gekozen
om te laten zien dat onderzoek naar
organisatieculturen de mogelijkheid
biedt 0111 de in het begin van dit artikel
genoemde niet-technische aspecten
van NGII in beeld te krijgen en te benoe
men om daarmee de wordingsgang van
een NGII te verbeteren.
Berkers, E„ Vol van vernieuwings
gedachten, automatisering bij het
kadaster 1945-2000. Zutphen 2000.
Bosch, A., W. van der Ham, et al.,
Twee' eeuwen Rijkswaterstaat 1798-1998.
Zaltbommel 1998.
Bregt, A. en J. Meerkerk, Waarheen
met de nationale geo-informatie infra
structuur? in: Geo-Info 2006-7/8,
p. 296-301.
Fockema Andreae, S. en B. van
't Hoff, Geschiedenis der kartografie
van Nederland. Den Haag 1947.
Hoek, H. van der. Honderd jaar
geodetisch onderwijs in: Nederlands
Geodetisch Tijdschrift, 1979-8,
p. 129-137.
Lintsen, H., Ingenieurs in Nederland in
de negentiende eeuw, een streven naar
erkenning en macht. Den Haag 1980.
Fouls, H„ De Landmeter van de
Romeinse tot de Franse tijd.
Alphen aan den Rijn 1997.
Schein, E., Drie managementculturen,
de sleutel tot leerprocessen.
Schoonhoven 1996.
Vries, J. de en A. van der Woude,
Nederland 1500-1815: De eerste ronde
van moderne economische groei.
Amsterdam 1995.
Woud, A. van der, Het lege land,
de ruimtelijke orde van Nederland
1798-1848. Amsterdam 1987.
Een culturele vergelijking van Kadaster en
Rijkswaterstaat als spiegel voor de NGII
Organisatieculturen zijn hardnekkig,
moeilijk te veranderen en blijken grote in
vloed te hebben op hoe binnen organisaties
met geo-informatie wordt omgegaan. Het
Kadaster en Rijkswaterstaat, twee voor de
Nederlandse geo-informatiesector bepa
lende organisaties, worden in dit artikel
met behulp van een organisatieculturele
theorie tegen het licht gehouden om de re
latie tussen organisatiecultuur en het ge
bruik van geo-informatie nader te
onderzoeken. De verkregen inzichten wor
den verbonden met de problematiek rond
de realisatie van een NGII.
GEO-INFO 2007-1