Inventarisatie internationale voorbeelden Bestand Kansen Bedreigingen aan ontwikkelaars neemt sterk toe en toepassingen die op internet succesvol zijn, vinden automatisch een weg naar een groter publiek (al dan niet commercieel). De grootste bedreiging, door alle groepen erkend en voor al le bestanden relevant, is dat er afgeleide bestanden ont staan die populairder of beter bruikbaar zijn dan het origi nele bestand zonder dat de kwaliteit daarvan gewaarborgd wordt. Onvoldoende kwaliteitsborging is dus de belangrijk ste dreiging. Dat uit zich in ontbrekende meta-informatie en aanvulling van bestanden met incorrecte objecten en at tributen. Ook kunnen geo-bestanden voor niet gewenste toepassingen gebruikt gaan worden. Als communities bij voorbeeld het NWB gaan gebruiken om file-sluiproutes aan te geven, kan dit leiden tot verkeerstromen die tegen het overheidsbeleid in gaan terwijl dit bestand via internet ont sloten een populaire toepassing kan zijn voor burgers. Sommige dataleveranciers ervaren het vrijgeven van het NWB als een financiële bedreiging voor hun huidige pro ducten (concurrentie door de overheid), terwijl een ge meente het NWB misschien ziet als een goedkoop alterna tiefvoor toepassingen waar minder nauwkeurige geo-infor- matie dan van een commerciële dataleverancier ook voldoet (bijvoorbeeld de planning van huisvuilroutes). Over de vraag of bijvoorbeeld vrije toegang tot het AHN be dreigingen op het gebied van veiligheid met zich mee brengt (bijvoorbeeld terrorisme of veranderende economi sche waarden van vastgoed door openbaar inzicht in hoog te t.o.v. NAP), wordt zeer verschillend gedacht en op subjec tieve wijze geoordeeld. In tabel 4 is een indicatie gegeven in welke mate er kansen en bedreigingen worden gezien rond een bepaald geo-be- stand. Voor het NWB worden de meeste toepassingen gezien maar afhankelijk van de belanghebbende wordt dat als ho ge mate van bedreiging of als kans gezien. Kansen en be dreigingen zijn daarbij in evenwicht. Rond het AHN worden ook veel toepassingsmogelijkheden gezien; daarvan is ech ter het grootste deel als kans gedefinieerd en is de mate van bedreiging een stuk kleiner. Rond bodem- en ecologische kaarten zijn relatief weinig nieuwe toepassingen geïnventa riseerd maar worden rond het vrijgeven van deze informa tie nagenoeg geen bedreigingen gezien. Net zoals in Nederland wordt de discussie over het beschik- Tabel 4. Mate van kansen en bedreigin gen na vrij komen van geo-bestanden. Inventarisatie bij potentiële gebrui kers (workshop). NWB AHN DTB-droog DTB-nat Bodemkaart Ecologie baarheidsbeleid van overheidsinformatie in het buitenland intensief gevoerd. Uit een internationale scan van de ont wikkelingen [zie bijvoorbeeld de INSPIRE State of Play rap portage van Vandenbroucke, 2005 en het proefschrift van Crompvoets, 2006] blijkt dat veel landen worstelen met het vrijgeven van overheidsinformatie. Het algemene beeld is dat er in vrijwel alle landen gebruiksbeperkingen zijn of dat het vrije gebruik beperkt is tot een bepaalde groep of toepassing. Verre weg de meeste vrij beschikbare geo-da- tasets zijn te vinden in de VS maar ook hier geldt dat voor maatschappelijk en commercieel interessante datasets (veelal data met veel detail en een ho ge actualiteit) betaald moet worden en dat er beperkende voorwaarden zijn. De richting van de discussie gaat in z'n algemeenheid wel naar een ruimere be schikbaarheid van overheids(geo-)infor- matie met een afname van de beper kende voorwaarden voor gebruik. En kele voorbeelden: in Duitsland zijn sinds 2003 natio nale richtlijnen voor prijs- en be- schikbaarheidsbeleid van federale geo-data. Een basisset van geo-infor- matie wordt voor niet-commercieel gebruik vrij beschikbaar gesteld, voor commercieel gebruik en specia le producten moet worden betaald; in België wordt in Vlaanderen (GIS- Vlaanderen) een toenemend aantal geo-datasets verstrekt zonder kos ten en gebruiksbeperkingen [Jans sen, 2006]; in de VS geldt de regel dat federale overheidsgegevens gratis en zonder gebruiksbeperkingen aan de maat schappij ter beschikking worden ge steld; in het Verenigd Koninkrijk wordt een zeer strak 'cost recovery' beleid gevoerd met strikte gebruiksvoor waarden; in Noorwegen is in 2004 besloten om veel overheidsinformatie zeer laagdrempelig aan te bieden. De grote vraag is wat de effecten van de ruimere en laagdrempelige beschik baarheid zijn. Uit onze internationale scan blijkt dat het nog te vroeg is om hier harde uitspraken over te doen en dat er nagenoeg geen resultaten van een beleidsevaluatie bekend zijn. Dit blijkt ook uit internet-research uitge voerd door Katleen Janssen van de Ka tholieke Universiteit Leuven in België. In het algemeen wordt een sterk toege nomen gebruik gerapporteerd bij vrij beschikbare geo-bestanden. In veel ge vallen betreft het een rapportage over een sterke toename in het downloaden van gegevens en geen informatie over toename in het daadwerkelijke ge- GEO-INFO 2007-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 24