Kaartenkamer TU Delft
Sinds kort beschikt de faculteit
Bouwkunde van de Technische Uni
versiteit Delft over een Kaartenkamer
waarin het merendeel van de Delftse
kaarten is ondergebracht. Beheerder
Addie Ritter geeft in TU-blad 'Delta' aan
dat menig onderzoeker een zucht van
verlichting slaakt. 'Kaarten lagen eerst
verspreid in verschillende gebouwen
van de TU-wijk. Als een bouwkundestu-
dent bijvoorbeeld een wijk in Den Haag
wilde onderzoeken dan kon hij bij
Bouwkunde terecht voor een topografi
sche kaart maar voor bodemkaarten
moest hij bijvoorbeeld naar Technische
Aardwetenschappen. Met als gevolg dat
iedereen die onderzoek deed met be
hulp van kaarten, kriskras door de TU-
wijk reed.' Ritter is zuinig op zijn collec
tie. Het steekt hem dat in het verleden
niet iedereen even zorgvuldig met het
materieel is omgegaan. 'Vroeger was
daar weinig toezicht op', legt hij uit.
'Een student of medewerker scheurde,
als niemand oplette, snel een platte
grond uit een atlas, verstopte hem on
der zijn colbertje en liep zo de deur uit.'
Het is dus niet voor niets dat de meest
waardevolle kaarten nu achter slot en
grendel worden gehouden in Trésor, de
'schatkamer' van de universiteitsbibli-
De kaartenkamer is op maandag, dinsdag,
donderdag en vrijdag geopend van 9.00 tot
17.00 uur en om de week op vrijdag tot 12.30
uur. Tel. (015) 27 85966.
otheek. Vrijwel alle kaarten van voor 1850 zijn daar verza
meld. Die van na 1850 liggen in de Kaartenkamer. Maar
twaalfduizend kaarten passen natuurlijk niet in een ruimte
van vijftig vierkante meter. Het leeuwendeel van de collectie
ligt daarom opgeslagen in het kelderarchief. Een groter con
trast met de Kaartenkamer is nauwelijks denkbaar: de kaar
ten liggen er kriskras door elkaar. Niemand weet wat in wel
ke kast ligt. Geen kaart is gecatalogiseerd. Volgens Ritter
kost het nog minstens tien jaar om die klus te klaren. En
blééf het maar bij de huidige werkvoorraad. 'Ilc kwam terug
van vakantie en hier stonden drie enorme kisten vol met
kaarten. Er zat een brielje bij. "Addie, zoek je deze ook nog
uit?", stond erop. De kaarten waren achtergelaten door een
hoogleraar, die met emeritaat is. Daar gaat mijn hart als
lcaartenliefhebber sneller van kloppen. Maar tegelijkertijd
denk ik: nog meer werk! Ik weet ook niet hoe ilc de contai
ners het archief inkrijg. Er is geen ruimte meer voor.'
Studenten hebben de weg naar de Kaartenkamer al gevon
den. Sterker: ze lopen de deur plat, volgens Ritter. Vaak
staan ze in de rij om door hem geholpen te worden. Veel ste
denbouwkundigen onderzoeken de ontwikkeling van een
stad of wijk door de eeuwen heen. Omdat de Kaartenkamer
van vrijwel alle steden de kaarten heeft bewaard, van de
zestiende eeuw tot en met vandaag de dag, kunnen ze de
ontwikkelingen nauwgezet volgen. 'Dat is het belang van
deze Kaartenkamer', benadrukt Ritter. 'Oud-hoogleraar
prof.ir. Wiek Röhling doet bijvoorbeeld onderzoek naar hoe
het Groene Hart zich heeft ontwikkeld. Met hem heb ik de
tientallen kaarten naast elkaar gelegd. Je ziet dan hoe het
Groene Hart wordt opgeslokt door de bebouwing. Het oogt
als een stripverhaal.'
Theo Rothfusz, één van de voorgangers van Ritter, was in de
jaren zestig beheerder van de Kaartenkamer van de facul
teit Bouwkunde. Er waren verschillende collecties van
hoogleraren en verzamelaars, waaronder de collectie van
voormalig Rijksbouwmeester Cornelis Peters, die de rug
gengraat vormden van de Kaartenkamer. 'Maar er waren
vrijwel geen moderne kaarten', blikt de inmiddels gepensi
oneerde Rothfusz terug. 'De topografische kaarten van
1900-1956 waren er wel, maar dat was praktisch alles.'
Rothfusz sloot dan ook vrijwel meteen abonnement af bij
de Topografische Dienst en legde daarmee een fundament
voor de huidige rijke collectie.
De digitalisering betekende een kleine revolutie voor de
Kaartenkamer. De meeste ruimte wordt nu in beslag geno
men door de enorme kasten, maar veel kaarten zitten in
middels ook in de computer. 'Wij hebben digitale topografi
sche, bodem- en geomorfologische kaarten', zegt Ritter. 'En
het digitale actuele hoogtebestand.' De kaarten lijken daar
door nog toegankelijker voor studenten maar het tegendeel
is waar. Ritter: 'Het actuele hoogtebestand is vierhonderd
gigabyte en kost een miljoen euro. Dat geef je dus niet even
mee aan een student.'
Dit is een ingekorte versie van het artikel 'Een historisch stripverhaal'
van Robert Visscher, dat is verschenen in Delta van 12 oktober 2006
(volledig artikel zie www.delta.tudelft.nl/archief/j38/n31/21367).
E-mail: kaartenkamer@bk.tudelft.nl. Meer
informatie: www2.bk.tudelft.nl, sub kaarten
kamer (onder de kop 'Voorzieningen').
Plattegrond van
Delft in vogelvlucht
(1580) van Frans
Hogenberg, situatie
na de stadsbrand
van 1536. (uit Braun
en Hogenberg,
Civitates Orbis
Terr arum, deel 3.)
GEO-INFO 2007-1