i
Loopvariant
Bij de opbouw van een loopvariant voor de virtuele wereld
zijn er minder mogelijkheden voor hergebruik van beschik
bare geo-informatie. Omdat de objecten veel dichter bena
derd worden, zijn de eisen die gesteld worden aan de vorm
geving veel hoger. Er zit niets anders op dan het grootste ge
deelte van deze omgeving handmatig te modelleren. De
gemeente Apeldoorn had hier geen ervaring mee, Cebra
heel veel. Door vanaf het begin van de pilot veel aandacht te
besteden aan kennisoverdracht, is de gemeente inmiddels
grotendeels zelf in staat dit soort omgevingen op te bouwen
en een groot gedeelte van de modelleerwerkzaamheden
zelf uit te voeren.
Door Cebra is extra functionaliteit ontwikkeld om, op basis
van een dataset gecombineerd uit de gemeentelijke basis-
kaart, de groenbeheerkaart, de wegbeheerkaart en een
hoogtemodel, op een semi-geautomatiseerde wijze een re
presentatie van het maaiveld op te bouwen. In deze infor
matiebronnen liggen de locatie, de materiaalsoort en func
tie van de meeste vlakken namelijk al vast. Ook bomen en
lichtmasten bijvoorbeeld kunnen op een semi-geautomati
seerde wijze geplaatst en gericht worden, hiervoor worden
de wegassen gebruikt. Probleem hierbij is, doordat de ver
schillende datasets op dit moment nog fysiek gescheiden
zijn, dat er allerlei verschillen zichtbaar worden wanneer Het is mogelijk op
ze gecombineerd en gevisualiseerd worden. Zo leveren ook specifieke locaties
verschillen in actualiteit diverse fouten op. Er verschijnen af te dalen naar de
bijvoorbeeld klinkerwegen die in werkelijkheid al zijn geas- begane grond. Zo'n
falteerd. De semi-geautomatiseerde werkwijze werkt hier- loopvariant wordt
door minder goed dan gewenst. Het komende jaar zal een grotendeels hand-
pilot worden uitgevoerd om deze bronbestanden samen te matig gemodelleerd.
voegen tot één dataset. De verwach
ting is dat op basis van deze dataset de
resultaten wel goed zullen zijn en er
op deze wijze snel een goede represen
tatie van het maaiveld kan worden ge
maakt. Het enige arbeidsintensieve
karwei dat dan nog overblijft, is de vi
sualisatie van de bestaande bebou
wing. Er zijn diverse partijen bezig om
uit te zoeken of deze op een geautoma
tiseerde wijze kunnen worden opge
bouwd. Op dit moment moet er nog
handmatig worden gemodelleerd.
Een belangrijke optie voor de opbouw
van een loopvariant is natuurlijk ook
het laten visualiseren van een project
door een extern bureau. Tijdens de op
bouw van Virtueel Apeldoorn is onder
zocht welke gegevens al binnen de
gemeente in 3D aanwezig waren. Er ble
ken al diverse animatiefilms beschik
baar die bij gebrek aan een standaard
door allerlei bureaus op allerlei manie
ren waren gemaakt. Vaak lag zelfs het
auteursrecht bij het externe bureau
waardoor de gegevens slechts beperkt
mochten worden gebruikt. Inmiddels is
een standaard bestek gemaakt waar ex
terne bureaus zich aan moeten houden
wanneer ze voor de gemeente een ont
werp visualiseren. Hierdoor ontstaat
dus een standaard model, dat ook
geschikt is voor gebruik in Virtueel
Apeldoorn.
Techniek
Wat is er nu zo bijzonder aan de
Virtuocity-techniek? Waarom wordt er
niet gewoon gebruik gemaakt van de
gratis standaard vrml of X3D opslag
formaten bij de opbouw? Het ant
woord hierop is tweeledig.
In de eerste plaats is de achterliggende
technische infrastructuur, genaamd
Virtuocity, gebaseerd op een cliënt-ser
ver technologie. De eindgebruiker in
stalleert op zijn PC slechts een kleine
applicatie bestaande uit een plug-in
voor de browser. Alle informatie die op
het beeldscherm van de eindgebruiker
verschijnt, komt vanaf een centrale
server. Virtuele werelden vergen door
gaans veel dataopslag. Bij vrml en X3D
zou alle data waaruit de virtuele
stad bestaat eerst moeten worden ge-
download en dat zou te veel tijd kos
ten. Met deze toepassing wordt alleen
dat deel van de virtuele stad via inter
net binnengehaald waar de bezoeker
zich op dat moment bevindt. In de
W-bjeel
GEO-INFO 2007-2