één landelijk loket voor de GBKN. Voor
al voor de landelijke deelnemers was
dit een belangrijk punt. Besloten werd
om de verkoop en de distributie van de
GBKN-Zuid onder te brengen bij de af
deling GBKN van de Topografische
Dienst Kadaster.
Bij scenario twee zou de volledige uit
voering, dus behalve verkoop en distri
butie ook het beheer, de bijhouding en
het kwaliteitsmanagement, bij deze af
deling van TDKadaster worden onder
gebracht en zou er alleen nog een re
gionaal Stichtingsbestuur zijn. Op
voorstel van de gemeenten kwam een
derde scenario op tafel: bijhouding en
beheer door de regionale gemeenten
en verkoop en distributie door TDKa
daster. Als werknaam werd voor dit
scenario de naam Regionaal Informa
tieBeheer (RIB) gekozen (fig. 2). Op 19
december 2005 kregen de gemeenten
de opdracht van het bestuur om scena
rio drie, het RIB GBKN-Zuid, uit te wer
ken in een concreet bedrijfsplan. Voor
scenario twee was vooralsnog geen be
drijfsplan nodig. De afdeling GBKN
van TDKadaster voert deze werkzaam
heden immers al uit voor de overige
GBKN-Stichtingen in Nederland.
Een andere bijzonderheid in Zuid is de hoge terrestrische
nauwkeurigheid van het gebied tussen de voorgevels van de
gebouwen; een erfenis van de 'nietjes-kaart', want die had
niet alleen nadelen. In Zuid heet dat het 'primaire gebied'.
In het opwaarderingstraject is afgesproken dat dit gebied
terrestrisch blijft en dus een hogere nauwkeurigheid heeft
dan het secundaire gebied (de achterkanten van gebouwen
en het gebied verder dan 35 meter uit de as van de weg). De
hogere nauwkeurigheid van de GBKN-Zuid, hoger dan de
GBKN in andere delen van Nederland, willen de gemeenten
graag behouden. Hierdoor kunnen we in Zuid over het alge
meen, zonder problemen, 'in de kaart meten' omdat de
hoekpunten van de voorgevels van gebouwen beschouwd
mogen worden als bovengrondse natuurlijke grondslagele
menten.
De gemeenten in Zuid waren ook gewend geraakt aan 'korte
lijnen' met de 00, het Stichtingsbestuur en een Advies
groep van materiedeskundigen (fig. 3), waarvoor iedere pro
vincie een gemeentelijke deskundige leverde en de overige
deelnemers elk ook één. Daarnaast was er een gemeentelijk
'achterbanoverleg' met als doel om de gemeentelijke be
stuurders en adviesgroepleden te voeden met al wat leeft in
de gemeentelijke achterban. Dit achterbanoverleg functio
neerde ook min of meer als een gemeentelijke denktank. In
het opwaarderingstraject bleek maatwerk mogelijk en dat
was noodzakelijk om alle gemeenten, vooral de grote die al
over een eigen GBKN-plus kaart beschikten, over de streep
te trekken. Als Haarlemmer-olie tussen dit alles functio
neerde er in Zuid een bestuursmanager in de persoon van
Michiel Jellema.
Gemeenten wilden graag regionaal
blijven werken om diverse redenen.
Het aantal actief deelnemende ge
meenten in Zuid was de afgelopen ja
ren sterk toegenomen. In Zuid was de
'zelfmuterende gemeente' uitgevon
den. Dit is een tussenvorm tussen een
zelfmetende gemeente, die ook al in de
tijd van de Nuts-GBKN bestond, en de
Topografie Producerende Gemeente
(TPG), zoals we die onder andere in de
provincie Zuid-Holland kennen. Was de
zelfmetende gemeente niet meer dan
een ingenieursbureau dat mutaties le
verde aan de beheerorganisatie, de zelf
muterende gemeente beheert de GBKN
van het gemeentelijke grondgebied
zelf. Het origineel (het bronbestand) be
vindt zich bij de gemeente. Het verschil
met een TPG is dat de zelfmuterende
gemeente in Zuid wel deelnemer is in
de Stichting en zich dus conformeert
aan bestuursbesluiten, zoals over tarie
ven en productspecificaties, en niet
zelf bestanden levert aan de andere
deelnemers maar dat via de (landelijke)
GBKN-organisatie doet. En dat scheelt
weer een losse levering voor de landelij
ke participanten.
Fig. 2. De taken
van RIB.
Dit alles maakte dat er in Zuid een samenwerkingsvorm en
-sfeer was ontstaan die de gemeenten niet zomaar wilden
opgeven. Bovendien hadden vooral de gemeenten het gevoel
er nog lang niet te zijn. In het vijfjarige bestaan van de
Stichting GBKN-Zuid is verreweg de meeste aandacht uitge
gaan naar de realisatie van de opwaardering. Dat is gelukt
en wel binnen de begroting die daarvoor in 1999 is opge
steld. De bijhouding is in deze periode gewoon doorgegaan
maar dan wel op Nuts-GBKN niveau. Bovendien moest die
bij houding achteraf, handmatig, worden doorgevoerd in
het nieuwe vlakvoorbereide Norm-GBKN bestand. Dat laat
ste is niet altijd geheel gladjes verlopen en samen met de
achterstand van de bijhouding in het 'secundaire gebied' is
er nog een flinke kwaliteitsslag te maken, in ieder geval op
het gebied van actualiteit.
Het moment van besluitvorming in Zuid over hoe we verder
Waarom regionaal en waarom
gemeenten.
Besturende en ondersteunende processen
Bestuur strategische besturing
Directievoering (tactisch en operationeel management)
Ontwikkeling van producten en processen
Secretariële, finacieei-administratieve en overige ondersteuning
Bestandsbeheer
Verkoop en
distributie
Leveren mutaties
Directievoering
GBKN
leveringen
Mutaties in de
werkelijkheid
Verkoop
Distributie
Systeembeheer
Kwaliteitsborging
Taken RIB
GEO-INFO 2007-2