,:C
Openbare registers
duid met een letter. Een sectie wordt on
derverdeeld in bladen. De indeling in ka
dastrale gemeenten van vandaag komt
in grote lijnen nog overeen met de bur
gerlijke indeling van het begin van de
negentiende eeuw. De burgemeester had
tot taak om de burgers in te lichten over
de opmeting en ieder was verplicht de
nodige inlichtingen te geven. Voor even
tuele geschillen over de grens gaat de
veldwachter met de landmeter mee. De
landmeter stelt de grenzen vast, bere
kent de grootte, de schattingswaarde
voor de grondbelasting en noteert de na
men van de rechthebbenden. Het aantal
kadastrale percelen zal wel niet al te be
perkt zijn gehouden want de landmeter
wordt per gevormd perceel betaald.
Als een gemeente klaar is, levert dat de
volgende documenten op, die ter inzage
worden gelegd:
proces-verbaal van de beschrijving
van de gemeentegrens;
overzichtskaart van het gemeente
lijk driehoeksnet;
minuutplans;
grootteberekening van de percelen;
tenaamstelling van de percelen
(oorspronkelijk aanwijzende tafel).
Al deze stukken zijn bewaard geble
ven; de oorspronkelijke veldwerken he
laas niet.
Fig. 1. Tot 1879
waren bij het
Kadaster te Leeu
warden de voor
lopers van de open
bare registers vanaf
1588 nog aanwezig.
r
f J" <sX*€&Pi'
A
£7,
m
isc
4 stee
t.t.si
•r
V f
iU
vi i 4-. -J- XV 'f X c
X r-y i t -
r r-
/f'
ra/.
-■■■■ J r'.i
v;.">
<1 ->■ i
Fig. 2. Overzicht van
de eerste landelijke
openbare registers
(tot 1838) te Assen.
Deze werkzaamheden werden doorgaans uitgevoerd door
Franse landmeters. Het ernstige vermoeden bestaat dat wei
nig excellerende landmeters naar de geannexeerde gebie
den werden gezonden. Het werk geschiedde soms met de
'Franse slag'. Moeders hielden hun dochters in huis als de
landmeter in de buurt was.
Er komt weer een kink in de kabel: na de val van Napoleon
in 1813 staat het werk stil. Maar ook onze nieuwe Koning
Willem I heeft geld nodig. Daarom zegt het koninklijk be
sluit van 16 mei 1816, nr. 16: 'de werkzaamheden van het
perceelsche-wijze cadaster, die in de noordelijke provinciën
van Ons rijk met den jare 1814 zijn gestaakt geworden, zul
len hervat, en, evenals in de zuidelijke provinciën, met den
meesten spoed voortgezet worden, en zulks onder de on
middellijke orders van Onzen Minister van Financiën' Het
werk gaat weer door, op basis van de Franse voorschriften.
Ook alle veranderingen die optreden door erfopvolging, ver
koop enz. worden bijgehouden in de algemene aanteke-
ningsregisters. Deze registers gaan naar de landmeter die
de wijzigingen verwerkt in de kadastrale registers en kaar
ten. Ik ben zelf nog in het bezit van een dergelijk register.
Bij koninklijk besluit van 21 december 1825, nr. 149, werd
opdracht gegeven om het werk van de kadastrering te be
spoedigen. De reden hiervoor was dat men in het ontwerp
Burgerlijk Wetboek voor de invoering van een nieuw hypo
thecair stelsel (lees: de openbare registers) gebruik wilde
maken van de kadastrale perceelsaanduiding. Die aandui
ding was bedoeld om het onroerend goed te specificeren bij
de inschrijving in de openbare registers. Men dacht in 1828
klaar te komen met het kadaster zodat het dan ook dienst
baar kon worden ten behoeve van de rechtszekerheid bij het
rechtsverkeer in onroerend goed. Dat optimisme leidde tot
het koninklijk besluit van 1 augustus 1828, Stb. 52 (dat
heeft gegolden tot de invoering van de Kadasterwet in
1992), waarbij voorbereidende bepalingen werden vastge
steld voor de invoering van een nieuw publiciteitsstelsel. Er
zouden dan bewaringen van de hypotheken worden opge
richt maar de plannen werden toen niet uitgevoerd. Dat ge
beurde pas op 1 oktober 1838; dat is de datum waarop het
Burgerlijk Wetboek is ingevoerd. Aan de taak van het kadas
ter werd een nieuwe, privaatrechtelijke, dimensie toege-
GEO-INFO 2007-3