Kansen voor 'Geomatica in waterbeheer'
Eerste Cornelis Lelylezing succes
Over de honderd bestuurders en vakspecialisten woon
den, op maandag 12 februari 2007 in het Nieuw Land
Erfgoedcentrum te Lelystad, de eerste Cornelis Lelylezing
bij. Temidden van scheepswrakken, archeologische vond
sten en een oud kanon was het thema 'Geomatica in water
beheer'. De lezing is een initiatief van de Stichting Kennis
transfercentrum Flevoland en was deze eerste keer in nauwe
samenwerking met de Stichting Geomatics Businessparlc
(GBP) te Marknesse georganiseerd. Dagvoorzitter was gede
puteerde Andries Greiner van de provincie Flevoland, en
prof. Joost de Jong wilde in zijn openingswoord 'morgen
al aan de slag gaan met de voorbereiding van de tweede
lezing'. Van de eerste was direct een gedrukt boekje (28 p.)
met samenvattingen beschikbaar.
Dr.ir. Ramon Hanssen (TUD) sprak over 'Lely's nalatenschap:
wetenschappelijke ontwikkelingen in satellietaardobserva
tie'. De geodeet startte (en eindigde) met de foto van Lely
met zijn meetploeg voor de le Nauwkeurigheidswaterpas
sing, betitelde hem als de eerste geo-informaticus en memo
reerde uiteraard ook zijn droogleggingspiannen voor de
Zuiderzee... Hanssen zag de tijden sindsdien veranderen: de
zeespiegel bleek niet constant te zijn en de inklinking van
polders zette door. Als problemen bij de inspectie van Ne
derlandse waterkeringen zag hij de omvang (17.000 km) en
technische problemen. Naast visuele inspectie, in situ-bo-
demonderzoek en waterpassen is er nu laseraltimetrie. Hij
noemde dat laatste 'een hele goede zaak maar daarmee is
verandering niet zo goed te bepalen, de precisie van de ver-
schilmetingen is niet zo goed'. Concluderend stelde hij dat
de inspectie van waterkeringen 'infrequent en onvoldoende
effectief, objectief en kwantitatief is. Aardobservatie - met
name dus satellite dike monitoring - is daarvoor de oplossing
('Wat Lely met waterpassen deed doen we nu met satellie
ten.') Als illustratie voor groei toonde hij plaatjes van Alme-
re in satellietradarperspectief van 1992-2002. Flevoland is
trouwens het meest opgenomen gebied op aarde vanwege
Ramon Hanssen:
aardobservatie als
Lely's nalatenschap.
Meetploeg
onder leiding van
ir. C. Lely, V Nauw
keurigheidswater
passing 1883.
een ESA-transponder voor ealibratie-
doeleinden daar. Satellietgegevens
kunnen elke twee weken hoogteveran
deringen in mm-precisie geven ('en
zonder boutjes'). Alsnog zijn dankzij
natuurlijke reflectie vanaf 800 km
hoogte opgenomen bewegingen vanaf
1992 te bepalen. Casestudies van Har-
lingen (zoutwinning). Marken (zetting
na dijkophoging) en Noordoostpolder
(idem) toonden de bruikbaarheid aan.
Hanssen concludeerde dat er voor 90%
van de dijken bruikbare metingen van
uit de ruimte zijn. In plaats van die
van elke vijfjaar een schouw, zag hij
nu gegevens eens per twee weken ko
men. Omdat nog niet te garanderen is
dat het overal werkt, sprak hij netjes
van een 'complementaire aanvulling
op reguliere inspectie van waterkerin
gen'. Een oud-gediende RWS-er uit de
zaal vroeg naar de bruikbaarheid van
de methode bij de bij extreem laag wa
ter voorkomende dijkvallen. Hanssen
dacht het wel maar erkende dat ook
'Wilnis niet achteraf te meten was'.
Een oud-hoofd van de RIJP vroeg naar
de kosten van de opportunistische me
thode met miljoenen metingen. Die
zijn betrekkelijk: de satellieten zijn er
al voor andere doeleinden en continuï
teit van data wordt dus van buiten ge
waarborgd. Een derde vraag was die
van de voorzitter van de Kamer van
Koophandel naar de belangstelling bij
waterschappen. Hanssen: 'Het is vers
van de pers. De communicatie start
pas. De casestudies zijn eigen initia
tief.' Deze Kamervoorzitter: 'Laten we
maar in Flevoland beginnen!'
'Lely's nalatenschap'
GEO-INFO 2007-B