bruilct worden in commerciële produc ten, maar vooral oolc in Open Source software en toepassingsgerichte appli caties. Er worden vijf diensten onderscheiden die de lidstaten moeten realiseren (ter minologie komt uit de richtlijn) [INSPI RE, 2004]: 1. 'zoekdiensten' voor de identificatie van beschikbare data, op basis van metadata; 2. 'raadpleegdiensten' voor het weer geven van (combinaties van) data, met gebruikmaking van metadata (web mapping); 3. 'downloaddiensten'; 4. 'verwerkingsdiensten', voor online verwerking van data tot een ge wenst product; 5. diensten voor het oproepen van bo venstaande diensten. Hoewel de technische realisatie van IN SPIRE de nodige hoofdbrekens zal kos ten, is dat niet het grootste obstakel om INSPIRE tot een succesverhaal te maken. In de richtlijn wordt meer maals verwezen naar de rol van de eindgebruiker, de 'derde partij' in de richtlijn, en dan specifiek naar de mo gelijkheid om beschikbare data te vin den, te evalueren en te gebruiken. Maar tegelijkertijd zijn er voldoende mogelijkheden voor de leveranciers, de 'overheidsinstantie', om data juist af te schermen. Dat kan bijvoorbeeld door een beroep te doen op andere be langen, zoals openbare veiligheid, ver trouwelijkheid van informatie en zelfs Ruimtelijke gegevens die onder geografische namen administratieve eenheden vervoersnetwerken hydrografie beschermingszones hoogte eigendomsidentificatoren (op adres) 4 kadastrale percelen bodembedekking 4 orthofoto's t 4 ruimtelijke definitie van statistische eenheden 4 gebouwen 4 bodem 4 geologie 4 4 landgebruik 4 menselijke gezondheid en veiligheid overheidsdienst en milieu bewakingsfaciliteiten productie- en industriële faciliteiten faciliteiten voor landbouw en aquacultuur demografie gereguleerde gebieden (afval, grondwater, hinder- zones, mijnbouw, enz) gebieden met natuurrisico's atmosferische omstandig heden meteorologische kenmerken oceanografie zeegebieden bio-geografische eenheden habitats en biotopen spreiding van soorten de bescherming van zeldzame dier- of plantensoorten door de vindplaats geheim te houden. Daarnaast zijn er allerlei technische methoden om gegevens te 'beschermen' door de praktische toegang te limiteren, bijvoorbeeld door incou rante mechanismen te gebruiken, of door data van lagere kwaliteit aan te bieden. Veel hangt dus af van de bereidheid van overheden om data vrij te geven. Dit is het onderwerp geweest van verhitte discussies op het internet en het aan bieden van petities om open toegang tot informatie te waar borgen. In essentie was deze problematiek ook het grootste geschilpunt tussen de Raad van Europa en het Europees Parlement tot er op 21 november 2006 overeenstemming kwam tussen de beide partijen. De belanghebbenden, zowel binnen als buiten de publie ke sector, hoeven overigens niet af te wachten hoe een en ander tot stand gaat komen op nationaal niveau. De richtlijn geeft duidelijke aanwijzingen over de verant woordelijkheid van de nationale overheden om te zorgen dat belanghebbenden kunnen participeren in de besluit vorming op nationaal niveau. Hoe dat in Nederland zijn beslag gaat krijgen is op dit moment nog niet duidelijk. Ook het JRC, dat de technische specificaties coördineert op Europees niveau, geeft de mogelijkheid aan belang hebbenden om deel te nemen in de besluitvormingspro cessen. Maar uiteindelijk ligt het mandaat bij de nationa le overheid om te oordelen over het toegestane gebruik van ruimtelijke data en over de voorwaarden, inclusief kosten, waaronder dit moet gebeuren. INSPIRE richt zich met name op milieubeleid maar stelt de eisen aan de beschikbaarheid van thematische data zo ruim dat vrijwel alle ruimtelijke data die beheerd wordt door de nationale overheden eronder valt. De thema's om vatten de fysieke ruimte (topografie, bodem, water, lucht, zee), het gebruik (landbouw, vervoer, industrie, bebouwde ruimte), ruimtelijke aspecten van beleid (veiligheid, regule ring), en algemene aspecten van de samenleving voor zover die betrekicing (zouden kunnen) hebben op het beslag op de ruimte (kadaster, demografie). En dan zijn de typische mi lieuthema's nog niet eens genoemd: beschermde gebieden, biotopen, habitats en soortenverspreiding (zie kader voor een volledig overzicht.) Het mag duidelijk zijn dat de imple mentatie van INSPIRE een geweldige impuls zal geven aan de structurering en ontsluiting van ruimtelijke data: data moet aan nauw omschreven kwaliteiten voldoen (vooral ge definieerd in documenten van het JRC) en naadloos te com bineren zijn. De lijst met te ontsluiten data overziende, zal menig gebrui ker van ruimtelijke data zich realiseren dat er een potentië le goudmijn opdoemt en dat niet alleen voor hen die werk zaam zijn in de milieuhoek. Maar nogmaals, veel zal afhan gen van de bereidheid van de nationale overheden om de data ruim beschikbaar te stellen. INSPIRE buiten de publieke sector Hoewel de richtlijn alleen betrekking heeft op de (semi-)pu- blielce sector mag het duidelijk zijn dat de realisatie van de richtlijn een enorme impact zal hebben op de manier waar op er met ruimtelijke data gewerkt wordt in Nederland en de overige Europese lidstaten. Er zal over het algemeen veel meer en betere data beschikbaar komen, die beter gestan- Vanaf 2010 Vanaf 2013 INSPIRE vallen Data in INSPIRE GEO-INFO 2007-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 23