a daardiseerd is. Databases strekken zich uit over landsgren zen en zullen op een consistente manier te raadplegen zijn. Bedrijven en organisaties zullen gelijkelijk toegang hebben tot publieke informatie en dus op een transparantere wijze zaken kunnen doen met elkaar en met de overheid. Ook de burger zal beter geïnformeerd deel kunnen nemen aan be sluitvorming over bijvoorbeeld nieuwe bestemmingsplan nen of geluidshinder rond vliegvelden. Daarnaast zijn bedrijven vrij om hun eigen databases op vergelijkbare manier te ontsluiten. De interfaces die de na tionale overheden zullen moeten toepassen zijn algemeen beschikbaar en die zullen worden ondersteund door appli caties van eindgebruikers. Dit geeft bedrijven een gelegen heid om hun eigen data eenvoudiger te commercialiseren, of om data breder beschikbaar of zichtbaar te maken. Conclusie INSPIRE heeft de potentie in zich om het gebruik van ruimte lijke data in Europa aanzienlijk te verbreden. De beschikbaar heid van meer en betere data, voor meer gebruikers, zal een significante invloed hebben op de uitvoering van velerlei acti viteiten die een ruimtelijke component hebben. Huidige ge bruikers van ruimtelijke data doen er goed aan nu al na te denken over de invloed die INSPIRE zal hebben op hun werk processen en hoe in te spelen op de nieuwe mogelijkheden. Natuurlijk komt dit niet allemaal vanzelf. Het is van het grootste belang dat de belanghebbenden (momenteel vooral de professionele gebruikers van data) van de gele genheid gebruik maken om de overheid tot de grootst mo gelijke openheid te bewegen, niet alleen in inhoud maar ook door de data gratis of tegen kostprijs beschikbaar te maken. Daarnaast zullen op het technische vlak de appli caties moeten worden ontwikkeld om efficiënt van de da ta gebruik te kunnen maken. Tenslotte, maar zeker niet onbelangrijk, zullen bedrijven, organisaties en burgers moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheden die INSPIRE biedt en over hoe zij dit voor hun eigen nut kun nen aanwenden. De fysieke architectuur van een INSPIRE SDI De architectuur van een typische INSPIRE installatie volgt de struc turen zoals die de laatste jaren zijn ontwikkeld door bijvoorbeeld OGC en ISO/TC211. De databases en de geo-processing en catalogue services kunnen zijn geïntegreerd in een enkel systeem van een en kele aanbieder van data. Ook is het mogelijk dat deze componenten fysiek onafhankelijk zijn van elkaar en via standaard protocollen communiceren, wat het in principe mogelijk maakt om op einde loos veel manieren data te combineren. Voor de eindgebruikerstoe passing geldt hetzelfde: een typische toepassing zal een web portal zijn, waarbij de aanbieder van data de regie voert, maar het is oolc mogelijk dat toepassingen van de gebruiker de services direct op roepen en de data lokaal verwerken. Daarvoor is het dan wel nood zakelijk dat de toepassingen de protocollen ondersteunen. i? Literatuurlijst INSPIRE, 2004, Voorstel voor een richt lijn van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een infrastruc tuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE), Commissie van de Europese Gemeenschappen, COM(2004) 516. INSPIRE, 2007, INSPIRE Principles, website: http://inspire.jrc.it/ SEXY: WIE OF WAT IS HET VOLGENDE? De kaart Prima Pars Brabantiae... Lo- vanium, van J. en G. Blaeu komt voor in het derde deel van de Atlas Maior (1664) en bevat in de linkerbeneden hoek een tafereeltje met randfigu ren. HA.M. van der Heijden, Randfigu ren in de cartografie (Weesp 1996) geeft hierbij als tekst: een volboezemige, vrouwelijke leerling-landmeter die les krijgt van haar opvallend toegewijde meester'. Plaatsvervangend directeur-generaal Luc Kohsiek van Rijkswaterstaat in ok tober 2006 in een jubileumtoespraak: Het stoffige imago dat de Meetkundige Dienst tien jaar geleden bij sommigen bin nen Rijkswaterstaat had, is inmiddels ver dwenen. Data en ICT zijn in deze tijd sexy.' De uitgave 'ROC's kiezen voor GIS@MBO' van begin 2007 over het ROC van Twente: 'Docenten Nijland en Jongerius vinden GIS@MBO een per fect middel om hun opleiding land meetkunde een imagoboost te geven: "GIS is sexy en voor een groeiend aantal leerlingen bij landmeetkunde is een sexy uitstraling meer dan ooit gewenst.'" Prof.dr. Bert van der Zwaan, decaan van de Utrechtse Faculteit Geoweten- schappen, noemde 16 februari 2007 op de 'Schilder-day' de historische kartografie 'een vakgebied met een ge weldig sex-appeal'. Adri den Boer User applications Access to transformed data, pictures, maps, repots, multi-media content Metadata search and retrieval Jor data and services Service chairing search, dismay, access, e-bus<ness. Catalogues Geo-processing 1 and catalogue Metadata update ser vices f—-Xtüiscjïata- e.g.. administrative statistical, etc Dts tribute d Content Repositories Geo- spatial data spatial spatial V/tfiic huilt' Htf'tlOtlir GEO-INFO 2007-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 24