dit aantal nog zeer beperkt. Zo klaagt H. Zondervan in 1896 over het gebrek aan thematische schoolwandkaarten als aanvulling op de thematische kaar ten in schoolatlassen [Zondervan, 1896]. Het belang van thematische kaarten in de schoolkartografie nam in de twintigste eeuw steeds verder toe. Met name in schoolatlassen voer den deze kaarten na circa 1960 de bo ventoon [Ormeling en Vaart, 2005, p. 56], Bij schoolwandkaarten zouden de overzichtskaarten echter in de meer derheid blijven. Door het grote aantal thema's en het snel verouderen van so ciaal-economische kaarten is de, in vergelijking met de atlas, veel duurde re schoolwandkaart voor thematische kartografie eigenlijk minder geschikt. Het aantal middelbare scholen in Ne derland, potentiële gebruikers van the matische schoolwandkaarten, is ver der vaak te klein om dergelijke uitga ven rendabel te maken. Hieronder zullen we laten zien dat er desondanks op fysisch en vooral op sociaal-econo misch gebied nog veel pogingen zijn ondernomen om de schoolwandkaart thematisch bij te scholen. We zullen ons daarbij beperken tot aardrijkskun dige schoolwandkaarten met een dui delijk thematisch karakter. Overzichts kaarten met een licht thematische in slag (bijvoorbeeld de soms met 'geologisch' aangeduide grondsoorten- kaarten) of met één of meerdere the matische inzetten of bijkaarten zullen niet worden genoemd. Geschiedkundi ge (historische) schoolwandkaarten worden ook tot de thematische karto grafie gerekend maar verdienen een aparte behandeling. Fysische thema's Het pionierswerk in de tweede helft van de negentiende eeuw op het ge bied van schoolatlassen met fysische kaarten (bijvoorbeeld geologische, geo- morfologische, klimatologische en hy drografische kaarten) is een duidelijke illustratie van de wet van de remmen de voorsprong. Deze wet bleek al gel dig in Duitsland, aangezien de 'Physi- kalischer Schulatlas' uit 1850 van H. Berghaus, een ingekorte versie van zijn 'Physikalischer Atlas', te gecompli ceerd werd bevonden en geen commer cieel succes was [Ormeling sr., 1999]. Maar ook in Nederland werd pioniers werk niet beloond, zoals dat van J. Kuy- per, over wie werd gezegd dat zonder hem het Aardrijkskundig Genoot- Fig. 2. Fragment (rechter onderhoek) van de wereldkaart uit fig. 1 met als ti tel: 'Kaart der isogo- nen en isoklinen'. Dit zijn lijnen waar de declinatie respec tievelijk inclinatie van de magnetische veldsterkte gelijk is. schap moeilijk was voor te stellen. Zijn schoolatlassen uit 1863 ('Natuur- en Staathuishoudkundige Atlas van Neder land' met fysische en sociaal-economische kaarten) en uit 1874 ('Atlas der Natuurkundige Aardrijksbeschrijving' met voornamelijk fysische kaarten) werden als te moeilijk be oordeeld en beleefden geen herdruk [Homan, Koeman en Werner, 1985]. En hetzelfde lot trof de 'Atlas der Natuurkun dige Aardrijkskunde' uit 1874 van twee grondleggers van het aardrijkskundeonderwijs aan de in 1863 opgerichte H.B.S., C.M. Kan en N.W. Posthumus. 'Vocht in den dampkring' In vergelijking met schoolatlassen was de situatie voor fysi sche schoolwandkaarten zeker niet gunstiger. Dat heeft ook A. van Otterloo gemerkt, een leraar aan een handelsschool in Amsterdam, veelpublicist op het gebied van het handels onderwijs en van 1859 tot zijn dood in 1882 lid van het hoofdbestuur van het 'Nederlandsch Onderwijzers-Genoot schap'. Dit genootschap speelde in de jaren veertig van de negentiende eeuw door middel van prijsvragen een grote rol bij het verschijnen van de eerste schoolwandkaarten in Ne derland [Brink en Holl, 2005, p. 9]. Maar er werd, naast het uitschrijven van prijsvragen, ook wel een directere weg be wandeld. Leden van het hoofdbestuur van het onderwijzers genootschap, zoals CA.C. Kruyder en A. van Otterloo, publi ceerden zelf ook schoolwandkaarten en ook deze kaarten waren vernieuwend. De bij C.L. Brinkman uitgegeven 'Na tuurkundige Wandkaarten, ten dienste van het middelbaar en meer uitgebreid lager onderwijs' (1871-1872) van Van Ot terloo zijn waarschijnlijk de eerste in Nederland uitgegeven fysische schoolwandkaarten. Van Otterloo is mogelijk op het idee gekomen voor deze wandkaarten door de gegevens over 'thermometerstanden' en 'vocht in den dampkring' op Sta- rings 'Schoolkaart voor de Natuurkunde en de Volksvlijt van Nederland' (1860, [Bakker, Ebbers en Hamming, 1981]), die te omschrijven is als polythematisch of ook wel als fysisch-eco- nomisch (bij de sociaal-economische thema's zullen we deze invloedrijke wandkaart dan ook weer tegenkomen). Van Ot- terloo's vernieuwing werd echter niet beloond. Van de zes geplande wandkaarten (elk in vier bladen) zijn er maar drie werkelijk uitgegeven ('Isothermenkaart', 'Regenkaart' en CEO-INFO 2007-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 27