'Het dilemma van de 51e breedtegraad'van Harry Alers
(Geo-lnfo 2007/2)
Grondwatermeter (2)
Reactie
Het plan om de geodetische referen
tie op straat zichtbaar te maken in
het centrum van Sittard in de vorm
van een markering van de 51e breedte
graad, spreekt ons als betreffende sub
commissie van de NCG natuurlijk aan.
Een leuk idee dat, waar mogelijk, na
volging verdient! Het zou goed zijn als
daar een tekstbord bij komt dat enige
publiekgerichte maar ook vaktechni
sche uitleg geeft.
In zijn column verhaalt Alers hoe, bij
na toevallig, ter elfder ure werd ont
dekt dat deze breedtecirkel ongeveer
110 meter noordelijker ligt dan staat
aangegeven op de topografische kaart
en tot welke, kennelijk wat verwarren
de, gedachtewisseling met de afdeling
RD dit vervolgens leidde. Dit deel van
de column eindigt met de conclusie,
die in één zin wordt afgedaan: 'dat de
topografische kaarten nog een ander
grid hebben, komt omdat die nog
steeds uitgaan van de oude RD-projec-
tie.' Inderdaad! Maar waar het in deze
zaak nu echt om draait, blijft in deze
tekst helaas wat in het midden. Volle
digheidshalve: het gaat hier dus om de
stelselherziening van de Nederlandse
geodetische referentie die wij in 2000
hebben doorgevoerd, waarbij is overge
gaan van geografische coördinaten op
de Bessel-ellipsoïde naar geografische
coördinaten op de ETRS-ellipsoïde. Als
daarvoor verantwoordelijke instantie
hebben wij destijds veel publiciteit aan
deze operatie gegeven, en de kernbe
slissing om RD-coördinaten vast te
houden - maar geografische gridlijnen
te laten verschuiven! - was genomen op
basis van uitvoerige consultatie van
het gehele werkveld. (Terzijde: er is ook
gekozen voor handhaving van een niet-
ellipsoïdisch hoogtesysteem, zodat ook
de NAP-hoogtes zijn vastgehouden.)
Overigens is de term 'oude RD-projec-
tie' onjuist, er bestaat er maar één.
Alers schrijft dan over het dilemma
waarin hij nu verkeert: de Bessel-posi-
tie markeren of de WGS/ETRS-positie?
Het lijkt mij dat keuze van de Bessel-
positie, zeker op den duur, tot meer
vragen en discussie zal leiden. In ieder
geval zou daarmee een niet meer gel
dende realisatie worden bestendigd.
Mijn advies is dus: markeer de ETRS-
positie.
Goed dat door deze column het be
wustzijn over deze aangelegenheid
weer eens even aangescherpt wordt!
En, ik moet bekennen: dat de verschui
ving zo groot is, zou ook ik niet direct
hebben gedacht.
Reactie
In Geo-lnfo 2007-2 vraagt Henk Hols-
brink om reacties op de vraag of de
beschreven grondwatermeter een geo
detisch instrument is. Omdat het een
instrument is dat volgens mij maar
zelden door geodeten wordt gebruikt
maar des te meer door bodemkun-
digen, fysisch-geografen, (geo)hydrolo-
gen en dergelijke lieden, is het geen
basisgereedschap en dus niet geode
tisch. Om het ook eens van een ander
te horen, heb ik in Jaclcson (1997) Glos
sary of geology. 4th ed. de definitie van
'geodesy' opgezocht:
a) The science concerned with the de
termination of the size and shape of
the Earth and the precise location
of points on its surface.
Wttm
b) The determination of the gravitatio
nal field of the Earth and the study
of temporal variations such as
Earth tides, polar motion and rota
tion of the Earth.
Niets dus over het water dat zich in de
bodem bevindt; het gaat altijd over het
oppervlak van land en water. Diepte
metingen in water en mijnmetin-
gen moeten we hier maar even buiten
laten. Ik weet niet of er in de Sippen-
fennen een hoogte t.o.v. NAP is aange
geven, dat zou geodetisch zijn, maar
verder is het een soort dobber in een
putje. Met de schaalverdeling kun je
precies zien hoe het vloeistofoppervlak
stijgt of daalt. Het is net als bij kwik in
een kwikbarometer die je ook zo nodig
als geodetisch instrument (hoogteme
ter) kunt gebruiken.
Er bestaan instrumenten die op ver
schillende vakgebieden bruikbaar zijn
omdat er een schaalverdeling op staat.
Andere voorbeelden zijn een geo-drie-
hoek op school, een maatlint van een
naaister en de duimstok van een tim
merman. Zijn dat ook geodetische in
strumenten? Ik ben benieuwd wat an
deren ervan vinden. fê
GEO-INFO 2007-4