Fig. 2. Bijwerking
van het kadastrale
bijblad met passer
en meetschaal,
(bron: [6])
potheken die vóór 1995 zijn ingeschreven, moet nog steeds
de akte in de openbare registers worden geraadpleegd.
Aan het einde van de transitieperiode zijn de analoge regis
ters en leggers volledig vervangen door de informatiesyste
men AKR/Hypotheken. De functionaliteit die wordt gebo
den door deze systemen, is nagenoeg identiek aan de func
tie van de analoge registers en leggers.
Voor het bouwen van LKI is ook ruim de tijd genomen. Na
veel onderzoek en experimenten vanaf 1980 start de inge
bruikname van een prototype in de periode 1986 - 1988
(Friesland). Vanaf dat moment wordt de kadastrale kaart op
projectmatige ('gebiedsgerichte') wijze gedigitaliseerd. Zo
gauw een bepaald gebied digitaal beschikbaar is wordt het
actualiseren van de kadastrale kaart (kartering en perceels
vorming) voortaan ook digitaal uitgevoerd. Binnen tien jaar
zijn alle ruim 35.000 kadastrale kaartbladen digitaal ge
maakt en overgezet in een landelijke, aaneengesloten, digi
tale kadastrale kaart in het RD-stelsel. Naast de kadastrale
grenzen wordt ook de topografie op de kadastrale kaart ge
digitaliseerd.
Simultaan aan deze kadastrale A/D-conversie loopt het digi
taal maken van de reeds bestaande analoge GBKN-bladen.
Zoals bekend, is begin jaren negentig de vervaardiging van
de GBKN op analoge wijze gestopt en is men overgegaan op
digitale (soms fotogrammetrische) vervaardiging en bijhou
ding. Begin deze eeuw is de GBKN landelijk volledig gereed
gekomen.
Dan de ontwikkelingen in het landmeten. Het systeem De
tailmeting 1976 wordt na enkele jaren van voorzichtig ge
bruik diverse malen uitgebreid en gemoderniseerd, waarbij
naast vereffening van waarnemingen en coördinaatbereke
ning ook punt- en lijncodering van gemeten elementen
wordt toegepast [Van Raamsdonk, 1984]. Beginjaren tachtig
wordt, zeker na introductie van de zelfregistrerende tachy-
meters, meer en meer gemeten en gerekend met systeem
Detailmeting. Bevatten de veldwerken vóór die tijd een keu
rige beschrijving van alle meet- en aanwijsgegevens, nadien
komen er steeds minder meetgegevens voor op de veldwer
ken en worden puntenlijsten met coördinaten toegevoegd.
Deze laatste worden ook digitaal opgeslagen.
Eigenlijk blijft deze situatie stabiel tot de opkomst van GPS.
Eerst voorzichtig maar sinds enkele jaren steeds nadrukke
lijker, worden kadastrale bijhoudingsmetingen waar moge
lijk met GPS uitgevoerd.
Gaandeweg wordt, eerst lokaal maar
nu landelijk, een digitaal reconstruc
tie-archief opgebouwd waarin alle lo
kale meetstelsels zijn opgenomen.
Toch is het veldwerk, of zoals het nu
wordt genoemd het 'relaas van bevin
dingen', nog steeds een papieren regi
stratie. Digitalisering van het gehele
veldwerkarchief wordt momenteel
voorbereid maar dat verandert niet het
karakter van het 'analoge' gebruik.
Aan het eind van de transitieperiode
zijn alle kadastrale gegevens digitaal
beschikbaar. De geïmplementeerde in
formatiesystemen geven het Kadaster
de instrumenten waarmee mutatiepro
cessen efficiënt kunnen worden uitge
voerd en waardoor de kwaliteit van de
kadastrale gegevens sterk wordt verbe
terd. Desondanks blijft het een pro
bleem dat de bijhouding van de kada
strale registratie (AKR/Hypotheken) en
de kadastrale kaart (LKI) zowel organi
satorisch als systeem- en procestech-
nisch nog steeds strikt gescheiden is.
Vooral afnemers van kadastrale gege
vens hebben daar last van omdat er
lichte actualiteitsverschillen optreden
tussen bijvoorbeeld het ontstaan en le
veren van perceelsinformatie vanuit de
kartografie of vanuit de administratie.
Kadastraal-intern is daar een oplossing
voor ontwikkeld. In 1995 is een van de
laatste administratieve onderdelen
van het kadastrale bijhoudingsproces,
het schrijven van de zogeheten Staat-
75, geheel geautomatiseerd [Van Osch,
1994]. Hierdoor worden de perceelsmu
taties voortaan op integrale wijze, dus
exact gelijktijdig, in AKR en LKI aange
bracht waardoor de actualiteit op dit
punt aanmerkelijk is verbeterd.
Voor degenen die wat moeite hebben
met het begrip 'Staat-75'; dit was het
analoge mutatiedocument waarin bij
overdracht van een perceelsgedeelte,
na uitmeting en lcartografische per
ceelsvorming, de voor bijwerking van
AKR noodzakelijke kadastrale wijzigin
gen transactiegewijs werden opgete
kend.
Ofschoon daarmee in de kadasterdata
bases de onderlinge actualiteit van
percelen beter is geregeld, betekent dit
nog niet dat het probleem voor onze
afnemers volledig uit de wereld is. Dit
komt doordat, bij levering van massale
output aan klanten, de gegevens uit de
kadastrale registratie en de kaart nog
steeds op verschillende tijdsmomen
ten worden geëxtraheerd.
GEO-INFO 2007-4