De 'digitale' periode (vanaf 1995) Deze periode wordt gekenmerkt door het voortdurend verbeteren van de kwaliteit van de kadastrale gegevens, door verlaging van de kosten door ver dere automatisering van de werkpro cessen en door verbeteren van de doel matigheid van de dienstverlening [Meerjarenbeleidsplan Kadaster]. De inmiddels beschikbare informatie systemen worden op deze punten voortdurend verbeterd. Zo wordt al in 1996 een geautomatiseerde koppeling met de gemeentelijke basisadministra tie (GBA) gelegd waardoor de gegevens van eigenaren en rechthebbenden sterk worden verbeterd. Ook worden adresbestanden van de toenmalige PTT-post gebruikt voor de vermelding van perceelsadressen. Op deze wijze werd de ambitie de kadastrale gege vens conform de (juridische) werkelijk heid te registreren verder ingevuld. Om te komen tot een goed evenwicht tussen optimale kwaliteit van de regi stratie en lage kosten voor de bij hou ding daarvan, worden de systemen op verschillende punten gewijzigd. Ener zijds wordt de complexiteit van de sys temen verminderd door vereenvoudi ging van de registratie (de 80/20 filoso fie wordt geïntroduceerd). Anderzijds wordt het mogelijk gemaakt nieuwe rechtsfeiten (mandeligheidlf, voorlopi ge koopakten, eigendom van leiding netwerken, enz.) te registreren. Door het besluit om de kadastrale kaart geometrisch af te stemmen op de GBKN- bebouwing is tussen 1997 en 2003 een forse inspanning op het gebied van kaartvernieuwing geleverd. Hierbij is de oorspronkelijk gedigitaliseerde 'ka dastrale topografie' verwijderd. Sindsdien is er logischerwijs sprake van één landelijk LKI-hoofdbestand, hoewel er feitelijk in fysieke zin per kadaster vestiging een afzonderlijke kartografi- sche mutatiedatabase werd beheerd. En om geen misverstand te laten bestaan, deze landelijke database bevat inte graal alle kartografische gegevens van de kadastrale kaart alsook de GBKN. Voor informatieverstrekking, zoals het uittreksel kadastrale kaart via Kadaster- online, wordt wel gebruik gemaakt van één, op dagbasis actuele, landelijk aan eengesloten dataomgeving. Eind jaren negentig groeit het besef dat het noodzakelijk is de primaire sys- temen van het Kadaster te vernieuwen. Het (functioneel) concept van AKR is dan dusdanig verouderd dat het steeds moeilijker wordt adequaat en tegen aanvaardbare kosten in te spelen op maatschappelijk/juridische ontwikkelingen. LKI is qua concept dan misschien wel iets langer houdbaar, de gebruikte IT-ontwikkelomgeving en GIS-platform zijn echter wel verouderd. Functionele uitbreiding op kartogra- fisch gebied wordt daarom ook steeds lastiger. Voorts blijft het een bottleneck dat het beheer van één ka dastraal object, zoals het perceel, met twee gescheiden sys temen en verschillende dataomgevingen plaatsvindt. In het IT-programma 2000 wordt daarom de realisatie van een nieuw kadastraal vastgoedinformatiesysteem voorge steld. Dit is een ambitieus automatiseringsplan dat uitgaat van een totaal digitaal Kadaster, dat zijn input (zoals notari ële akten en meetgegevens) volledig digitaal aangeleverd krijgt en zijn producten volledig digitaal aanbiedt. Het plan beschrijft een aanpak waarbij eerst de 'voorkant' wordt ver nieuwd (een moderne informatieverstrekking via internet en geautomatiseerde aanlevering van akten), waarna de re gistratie zelf zou worden vernieuwd. Hierbij worden de ka dastrale (administratief/juridische en kartografische), de to pografische (GBKN)- én de terrestrische (veldwerk, recon structie) gegevens integraal opgenomen en beheerd in verschillende samenhangende componenten van het nieu we vastgoedinformatiesysteem KVS. De ontwikkeling van KVS is aanvankelijk begroot op een pe riode van vijfjaren. Al snel blijkt dit een te ambitieus plan te zijn. Er is vervolgens een vernieuwingsstrategie ontwik keld waarbij de ambities van KVS in delen worden opge splitst. Het tempo van de vernieuwing wordt vanaf dat mo ment jaarlijks vastgesteld. Ten behoeve van de vernieuwing van de primaire kadaster systemen is een beschrijving van de totale informatiearchi tectuur van het Kadaster opgesteld. Een belangrijk onder deel van deze architectuur is een integrale beschrijving van alle gegevens die het Kadaster registreert en die binnen de bedrijfsprocessen van het kadaster een rol spelen. In dit be drijfsgegevensmodel heeft de integrale blik op de verschil lende soorten gegevens (administratief, kartografisch, topo grafisch en terrestrisch) een prominente rol gespeeld. Voor het ontwikkelen van het nieuwe kadastraal vastgoed informatiesysteem is gekozen voor een servicegeoriënteer- de aanpak. Op basis van het hiervoor genoemde bedrijfsge gevensmodel zijn applicatiesystemen afgebakend. Vervol gens zijn de noodzakelijke interfaces (services) van deze systeemcomponenten globaal vastgesteld. Nieuwe diensten en registraties, zoals eigendom van lei dingnetwerken en energieprestatiecertificaten, zijn een voudig te voegen evenals koppelingen met andere over heidsregistraties (Handelsregister, Gebouwen en Adressen). Uiteindelijk sluit deze aanpak ook goed aan op de filosofie van Basisregistraties, waarbij authentieke gegevens aan de bron worden beheerd en via het leggen van relaties door an deren kunnen worden gebruikt. Inmiddels is een groot aantal van de doelstellingen van KVS met succes gerealiseerd. Het front-office is volledig ver nieuwd. Kadastrale gegevens worden via Kadaster-on-line op het internet aangeboden. Een succes, getuige de zestien 1} Mandeligheid is een vorm van gebonden mede eigendom van bijvoorbeeld een afscheidingsmuur, een heg of een pad. De eigenaren van de eiven aan weerskanten ervan zijn dan de geza menlijke eigena ren van die muur, heg of pad. GEO-INFO 2007-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 9