onderzoek naar bewegende geo-ob- jecten (ISO 19141 - moving features) als uitbreiding op NEN 3610. Denk hierbij aan rondrijdende brand weerauto's of real-time satelliet data. Hiervoor is binnen RGI-116 een post-doc aangesteld; doordat steeds meer informatie modellen worden ontwikkeld kan Geonovum niet altijd in detail mee werken. Geonovum is gestart met het ontwikkelen van materiaal voor: 'Hoe maak ik een informatiemodel?' steeds meer objecten worden ver rijkt. Bijvoorbeeld deTOPlONL objec ten worden uitgebreid met cultuur historische informatie. Hiervoor is het belangrijk dat GML was/wordt nader wordt uitgewerkt (benoemd bij RGÏ-voorstel 116: Verkenning van innovaties bij geo-standaarden voor NGII); naast een informatiemodel komt steeds meer vraag naar een visuali satiemodel (benoemd bij RGI-voor- stel 116: Verkenning van innovaties bij geo-standaarden voor NGII). Hoe presenteer ik het informatiemodel op bijvoorbeeld internet; translatie-concepten en -procedures voor vertaling van informatiemodel naar informatiemodel. De geo-infor- matie infrastructuur is gebaseerd op uitwisseling conform gemeen schappelijke informatiemodellen. Belangrijk aspect van de implemen tatie van een dergelijke infrastruc tuur is vertaling van organisatie- specifieke naar generieke modellen, vertaling tussen sectormodellen en van nationale modellen naar inter nationale. Ontologische regels voor het vastleggen van de semantiek van geo-objecten dienen te worden verkend en ontwikkeld (benoemd bij RGI-voorstel 116: Verkenning van innovaties bij geo-standaarden voor NGII). Services Services worden tegenwoordig geasso cieerd met Service Oriented Architec ture (SOA) en webservices. De aanhou dende belangstelling voor het begrip SOA in het Informatie en Communi catie Technologie (ICT) werkveld, en de mogelijk ingrijpende verschuivin gen die SOA in dat werkveld tot gevolg kan hebben, maken een inventarisatie van SOA noodzakelijk. De urgentie en noodzaak worden versterkt door de rol van services bij de totstandkoming Fig. 5. Het piramide- informatiemodel. van een Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (Gil). Enerzijds heeft het servicebegrip een organisatorische dimensie waarbij nationale overheden SOA-denkbeel- den toepassen in het realiseren van hun diensten pakket. Zie bijvoorbeeld het onlangs verschenen Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). Anderzijds meer in technische zin heeft het servicebegrip, zoals ontwikkeld vanuit het Europese initiatief infrastructure for spatial information in the European Community (INSPIRE), een directe en grote invloed op de Nederlandse GIL Geonovum is een ver kenning gestart naar de impact die SOA heeft op Geo: 'Beter SOA als enabler voor Geo'. Deze verkenning levert een land schap van standaarden op en waar die worden toegepast. Deze toepassing wordt opgenomen in een volgende versie van het framework van standaarden medio mei. De huidige versie van het framework heeft de geo-standaarden voor services goed beschreven maar heeft de ICT-standaarden die worden gemaakt door W3C, OASIS en de e-overheid onvoldoende belicht. Deze worden aan het framework toegevoegd waarbij de afbakening goed wordt beschreven. Standaarden vanuit W3C en Oasis Belangrijk is dat het niet bij papieren standaarden blijft. Hiervoor worden testbeds afgesproken om de services ook met elkaar in de praktijk te laten werken. Ten tijde van het schrijven was dit nog net niet concreet genoeg maar in 2007 zullen verschillende testbeds opgestart en uitgevoerd worden. Voor actuele informatie: www.geonovum.nl. Bijlagen In de bijlagen van het framework van standaarden vindt u een actueel overzicht van alle standaarden die door ISO TC/211, CEN TC/287 en OGC gevoerd worden. Nederland is actief deelnemer van CEN/TC287 en een aantal bedrijven en organisaties van OGC. In 2007 zal Nederland ook actief deelnemer worden van ISO TC/211. Dit is belangrijk omdat steeds meer standaarden wereldwijd worden bepaald. Voor een standaard die een specifieke behoefte van Nederland dekt wordt het dan de vraag: wacht ik af, sorteer ik voor of is de standaard zo belangrijk dat internationaal meege schreven gaat worden? Voor Europa is INSPIRE erg belang rijk omdat de vastgelegde standaarden en aanvullende re quirements bij wet gaan gelden. Nederland heeft er bewust voor gekozen om hieraan mee te schrijven (wie schrijft, die blijft!) om de Nederlandse aanpak te borgen en goed te kun nen voorsorteren. Het framework van standaarden is een van de uitkomsten van deze voorsortering omdat het hou den aan het framework van standaarden betekent dat ook INSPIRE-complian wordt gewerkt. Conclusie Een framework van standaarden is een dynamisch frame work. Het is een belangrijk vertrekpunt en geeft vlug de benodigde informatie in het standaardenlandschap. In dat opzicht kan het beschouwd worden als een gouden gids, waarbij voor meer gedetailleerde informatie een of meer dere specifieke standaarden of profielen moeten worden gelezen die benoemd zijn in het framework. Ik hoop dat dit NEN3610 GEO-INFO 2007-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 40