W -,w ""J
Leens
rol van het Kadaster dan ook nauwelijks
'M
Het Kadaster heeft nooit de leiding gehad in
landinrichtingsprojecten, maar trad altijd
op als adviseur. Hierdoor heeft het zich een
bescheiden rol aangemeten, waarbij enigs
zins op de achtergrond ('in het backoffice',
volgens modern taalgebruik) sober en seri
eus gewerkt wordt. In de - overigens zeer le
zenswaardige - boeken over de geschiedenis
van de landinrichting. Kneedbaar landschap,
kneedbaar volk en Land in aanleg, wordt de
belicht. Het gebrek aan erkenning en waar
dering datje hieruit zou kunnen afleiden,
heeft bij de medewerkers wel eens zoge
naamde 'Calimero-gevoelens' opgeroepen.
Er zijn echter ook enkele gevallen bekend
waarin tevredenheid of juist ontevreden
heid in de streek aanleiding waren om de
naam van de kadastermedewerker breed
uit te meten.
Het gebied rond het Gelderse Lievelde is
in de jaren vijftig van de twintigste eeuw
herverkaveld. Tijdens deze ruilverkaveling
was daar namens het Kadaster landmeter
Witt actief. We kennen hem beter als de
latere professor Witt van de Technische Ho
geschool Delft. Kennelijk heeft deze land
meter dusdanig goed werk geleverd, dat er
een weg naar hem genoemd is: de Landme
ter Wittweg. Veertig jaar later is hetzelfde
gebied opnieuw verkaveld. Bij de start van
dat project is nadrukkelijk gesteld dat het
uitvoeren van een tweede herverkaveling te
maken had met gewijzigde omstandigheden
en inzichten ten aanzien van landbouw en
natuur. De eerste ruilverkaveling is geen
broddelwerk geweest en de Landmeter Witt
weg mocht zijn naam behouden.
Het kan ook anders. In de ruilverkaveling De
Marne in het noorden van Groningen moest
volgens het landinrichtingsplan een bosje
aangelegd worden in de omgeving van een
boerderij. Een delegatie van de ruilverkave
lingscommissie trad daarom in overleg met
de betreffende boer om de exacte begrenzing
voor het bosje te bepalen. Zij konden er niet
uitkomen, omdat de boer er bij elk alterna
tief op achteruit zou gaan en de ruilverka
velingscommissie geen mogelijkheid had
om het beplantingselement in het door het
provinciebestuur vastgestelde plan te laten
vervallen. De boer was boos. maar uitte dit
gelukkig op een ludieke manier. Hij plaatste
een groot bord voorzien van de tekst: 'Hier
komt het Roggema-bos'. Dit was een recht
streekse verwijzing naar de medewerker
van het Kadaster, ook al was deze slechts de
boodschapper van het slechte nieuws.
Gelukkig ligt de waardering voor de Kadas
termedewerkers doorgaans dichter bij het
eerste voorbeeld dan bij het tweede.
Het 'Roggemabos' is er wel gekomen.
schalige herverkavelingen. Het ver
plichtende karakter van de wettelijke
herverkaveling is uit de mode. Hoewel
gebiedsontwikkeling zeer in de aan
dacht staat, is herverkaveling daar niet
langer een vanzelfsprekend onderdeel
van. En voor zover er gronden geruild
worden, zal meer en meer geprobeerd
worden dit kleinschalig en op vrijwil
lige basis te realiseren. Voor dergelijke
grondruilen zijn ook tal van regionale
kavelruilstichtingen actief. Het Kadas
ter is op deze ontwikkeling ingespron
gen door samenwerkingsverbanden
aan te gaan met zulke stichtingen, de
land- en tuinbouworganisaties en de
Dienst Landelijk Gebied. Veelal onder
zoekt het Kadaster welke grondruilen
bijdragen aan de realisatie van de ge
stelde maatschappelijke doelen. Dit
alles neemt niet weg dat er na 2010
waarschijnlijk veel minder verkave
lingsopdrachten zullen zijn dan nu.
Dit vooruitzicht maakt beleidskeuzes
noodzakelijk. De dienst zou simpelweg
kunnen accepteren dat het werkaan-
S»!
0.8
04
Stort
,Op Stee
0.2
Douwen
Moestop
lijk Gebied (ILG). Weliswaar moeten van dit geld rijksdoelen
ter attentie van het landelijk gebied gerealiseerd worden,
maar de wijze van besteding van het budget wordt niet
meer in detail door het Rijk voorgeschreven. Met het oog op
het succesvol kunnen invoeren van het nieuwe beleid heeft
de minister van LNV reeds enkele jaren geleden besloten dat
lopende landinrichtingsprojecten versneld moeten worden
afgerond. In 2010 mag er geen enkel 'oud' landinrichtings
project meer gaande zijn.
Voor het Kadaster heeft dit aanzienlijke consequenties.
Zo moet er momenteel veel inspanning geleverd worden
om de lopende projecten in verhoogd tempo af te ronden.
Minstens 20 jaar lang is het aantal mensen dat in de land
inrichting werkzaam is, gestaag afgenomen. De inzet van
steeds meer ICT heeft geleid tot een aanzienlijke efficiency
verbetering. Sinds een jaar of drie groeit het aantal mensen
echter weer als gevolg van het hoge werkaanbod. Vanwege
schaarste op de arbeidsmarkt zijn daarbij ook mensen met
een niet-landmeetkundige achtergrond geworven. Wat be
gonnen is als een noodsprong blijkt achteraf een zegen te
zijn. Door de grotere spreiding in expertise van medewer
kers kan een meer klantgerichte service verleend worden.
Dc gevolgen van de nieuwe wet gaan voor het Kadaster
echter veel verder dan het tijdelijk leveren van extra veel
inspanning. Het is te verwachten dat er in de nieuwe pro
jecten onder de WILG veel minder sprake zal zijn van groot-
CEO-INFO 2007-5