Markt en Overheid anno 2007:
kan het ook een beetje minder?*
Geo-Info in Bedrijf
De geo-infrastructuur in Nederland
maakt een snelle ontwikkeling door.
Niet alleen inhoudelijk maar ook or
ganisatorisch moeten de bakens wor
den verzet. Een volwassen geo-wereld
denkt verder dan producten of proces
sen. Zij denkt in ketens, waarbinnen
de marktsector en de overheidssector
elkaar ruimte bieden en elkaar sterker
proberen te maken. Over dit laatste
onderwerp heeft het Bedrijvenplat-
form Geo-Informatie (BGI) recentelijk
constructieve gesprekken gevoerd
met onder andere de directies van het
Kadaster en Rijkswaterstaat. Met het
Kadaster is afgesproken dat de ontwik
keling van nieuwe diensten en produc
ten voortaan in nauwer overleg met
het bedrijfsleven zal gebeuren. Met
Rijkswaterstaat is afgesproken 0111 aan-
bestedingsvormen te ontwikkelen die
bedrijven meer ruimte laten om zelf te
ondernemen.
Toch blijft er nog een aantal principi
ële vragen. Wat overheidsinformatie
betreft bijvoorbeeld, vindt het BGI dat
deze in principe vrij beschikbaar moet
zijn. Je zou dus denken dat het BGI
ingenomen was met bijvoorbeeld het
voornemen van Rijkswaterstaat 0111 het
Nationaal Wegenbestand vrij te geven.
Niets bleek minder waar want voor
enkele van haar leden zal dat meer of
minder ingrijpende gevolgen hebben
voor de respectievelijke marktposities.
'Zo doen we het dus nooit goed!' is een
verzuchting waarvan wij ons kunnen
voorstellen dat die in overheidskring
is gedaan. Begrijpelijk maar de pro
blemen ontstaan naar onze indruk
omdat de discussie al die tijd al wordt
gevoerd zonder dat de vraag waar het
mee moet beginnen ooit is gesteld, laat
staan beantwoord: 'wat is overheidsin
formatie?'
Essentieel voor deze discussie is het on
derscheid tussen eigendom, productie
en distributie van geo-informatie. Deze
rollen kunnen alle drie bij de overheid
liggen, of alle drie bij de markt, maar
ook tussenvormen zijn mogelijk.
Wat het eigendom betreft, is het zon
neklaar dat deze bij de overheid hoort
te liggen wanneer privacy, rechtszeker
heid of veiligheid in het geding zijn.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij het be
volkingsregister en de kadastrale infor
matie. Ook als een bestand of product
maar voor één (overheids)partij rele
vant is, is het niet zinvol het eigendom
daarvan in de markt te leggen. I11 alle
andere gevallen is er echter geen nood
zaak het eigendom bij de overheid te
leggen. Toch gebeurt dit meestal wel,
omdat de betreffende overheid 'niet af
hankelijk wil zijn van de markt'. Er is
angst voor onvoldoende continuïteit,
te hoge prijzen of een marktmonopo-
lie. Daarbij wordt over het beboterde
hoofd gezien dat een overheid, door
de eigendom in eigen hand te houden,
zelf het monopolie invult dat men zegt
te willen voorkomen. Niemand weet of
deze overheid zijn werk efficiënt uit
voert en de marktvraag goed bedient
want concurrerende initiatieven kun
nen niet meer ontstaan.
Wat de productie en het beheer be
treft, zijn er eigenlijk weinig of geen
redenen te bedenken waarom de
overheid dat zelf zou moeten uitvoe
ren. Een recente inventarisatie door
het BGI leerde echter dat alleen al bij
gemeenten, waterschappen en pro
vincies zo'n 2.400 ambtenaren het in
winnen, beheren en distribueren van
geo-informatie als hoofdtaak hebben.
Het is begrijpelijk dat dit niet van de
ene op de andere dag te veranderen is,
en het is ook begrijpelijk dat een kern
van kennis aanwezig moet zijn om
goed opdrachtgeverschap te kunnen
invullen. Maar kan het misschien ook
een beetje minder?
Overheid en bedrijfsleven dienen op
zijn minst de alternatieven te bespre
ken en serieus te onderzoeken.
Wat de distributie en het creëren van
toegevoegde waarde betreft ligt een
mooie samenwerking tussen markt en
overheid in het verschiet. Als de over
heid de bestanden die zij - al dan niet te
recht - in eigendom heeft toegankelijk
Jurgen ten Siethof
maakt voor iedereen, kunnen bedrijven
daar toegevoegde waarde producten
op creëren. Een moderne overheid om
armt het concept van Service Oriented
Architecture door haar databases open
te stellen voor de business logica van de
applicaties van bedrijven
Samengevat: een moderne overheid
behoort, nadat zij haar informatiebe
hoefte heeft vastgesteld, eerst na te
gaan of daarin door bestaand aanbod
kan worden voorzien.
In het geval van bijvoorbeeld het Natio
naal Wegenbestand zou het antwoord
bevestigend zijn geweest. Er zijn min
stens drie gekwalificeerde leveranciers
die een digitaal wegenbestand min of
meer kant-en-klaar op het schap heb
ben liggen. Het moet dus gek lopen,
wil het voor de overheid financieel
niet aantreldcelijker zijn 0111 de aan
koop van dit bestand aan te besteden.
Als blijkt dat een bestand niet te koop
is dan behoort de overheid zich de
vraag stellen of zij het kan laten ma
ken. Zij hoeft daarbij geen eigenaar te
worden. Een gebruiksrecht is meestal
voldoende, en bovendien veel goedko
per omdat de producent de bestanden
dan breder kan exploiteren. De risico's
van continuïteit, kwaliteit, prijsvor
ming en monopolies kunnen worden
afgedekt door passende inkoopcondi
ties te stellen en de duur van contrac
ten te beperken.
Met de bovenstaande invalshoeken in
het achterhoofd zou het zinnig zijn
om ook nog eens goed 11a te denken
over hoe we de invulling van eigen
dom, productie en distributie zouden
moeten organiseren voor bijvoorbeeld
de topografische bestanden, de GBKN,
luchtfoto's, hoogtebestanden en de ba
sisregistraties.
Deze column is in samenwerking met
Cees Guilcers geschreven.
Jurgen ten Siethof, voorzitter Bedrijven-
platform Geo-Informatie en Algemeen
Manager Geo Informatie bij Grontmij
E-mail: jurgen.tensiethof@grontmij.nl
GEO-INFO 2007-6