Voor detailvergelijkingen is het programma Google Earth zeer geschikt, waarbij makkelijk elk kaartbestand over de satellietbeelden van Google Earth heen gelegd kan worden en lokale afwijkingen kunnen worden vastgesteld. Men lean natuurlijk ook met kaarten vergelijken door ze ernaast te zetten. Wat dat betreft heeft de mapserver van het KIT be langrijke diensten verleend. Fïg. 7. Vervormings- grid. Fig. 8. Onnauw keurigheden in de Indische archipel weergegeven met verplaatsingsvecto ren. De rode vectoren geven aan dat deze meer dan 3 keer zo lang zijn als de gemiddelde lengte van de vectoren. Fig. 9. De nauw keurigheid bepaald aan de hand van de cirkelmethode van Mekenkamp. Uit zo'n detailvergelijking blijkt dat men soms heel nauwkeurig te werk is gegaan en soms ook de plank behoor lijk mis heeft geslagen. Wanneer men rustig om een object heen kon varen, zoals bij het eiland Nias of bij de Cas- tricumbaai op Noordoost-Celebes, is de vorm soms perfect getroffen. Werd het eiland door vijanden bewoond, zo dat men niet al te dichtbij kon komen - wat het geval was bij Ilha de Mozam bique dat men in 1606, 1607 en 1667 vergeefs heeft geprobeerd te veroveren - dan blijkt dat men er bij de vorm be hoorlijk naast zat. Volledigheid In 1692 is er vanuit Batavia een zending van 48 kaarten naar Patria gestuurd, bestemd voor de atlas. Van weinig van die kaarten lean je zeggen dat ze als zo danig overgenomen zijn, wel zullen de meeste wel als bron voor de atlaskaar ten zijn gebruikt. Alleen voor een tien tal geldt dat niet: het gaat daarbij om kaarten van twee gebieden, het gebied tussen Oost-China en Japan en de vaar weg van Batavia door Straat Malakka naar Tenasserim. Daarnaast zijn er een paar geïsoleerde gebieden in de Archi- MapAnalyst geeft ook de mogelijkheid om per punt de rich ting en de grootte van de verplaatsing weer te geven. Deze methode, die gebaseerd is op verplaatsingsvectoren, is voor al geschikt om lokale onnauwkeurigheden te bestuderen en niet de hele kaart. Fig. 8 toont de onnauwkeurigheden per punt in de Indonesische archipel. De vectoren wijzen naar de plaats waar het betreffende punt zou moeten liggen vol gens de moderne kaart. De cirkels zijn proportioneel aan de lengte van de vectoren, maar dienen vooral om op de oude kaart de vectoren beter zichtbaar te laten zijn. Bestudering van het verplaatsingspatroon van fig. 8 levert een opvallend resultaat. De vectoren behorende tot de punten onder de dikke lijn (de evenaar) die door Sumatra, Borneo en Celebes loopt, zijn overwegend noordwestelijk georiënteerd. Boven deze lijn zijn de punten in het (denkbeeldige) linkerblok overwegend zuidwestelijk georiënteerd en in het rechterblok oostelijk. Dit lean duiden op het gebruik van drie bronkaar- ten die Isaak de Graaf heeft gebruikt voor de kartering van dit gebied. MapAnalyst levert hierover overigens geen hard bewijs. Nader onderzoek zou uitsluitsel moeten geven. Wanneer we de kaarten analyseren met een vergelijkbare methode, de cirkelmethode van Mekenkamp waarbij de in vloed van de verschillende punten op het totale beeld itera tief wordt berekend, is de uitkomst vergelijkbaar (zie fig. 9). Bij deze methode wordt de afstand bepaald van één punt tot alle andere punten. De afstandsverhoudingen die dit op levert, worden vergeleken met diezelfde verhoudingen op een moderne kaart. Hieruit volgt een punt-onnauwkeurig- heidwaarde die wordt gevisualiseerd door middel van een cirkel. Het punt met de grootste onnauwkeurigheidwaarde wordt nu verwijderd en het hele proces wordt opnieuw uit gevoerd. Het voordeel van deze methode is dat door dit itera tieve proces 'toevallige' punten met een grote onnauwkeu righeidwaarde weinig invloed hebben op het totaalbeeld. Dit in tegenstelling tot een onnauwkeurigheidgrid, waarbij grove fouten wel direct het totaalbeeld beïnvloeden. IXAWU NOV. IIAXDIA-NVA GEO-INFO 2007-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 10